Voor leuke 40+ vrouwen met stijl
Loretta Schrijver

Loretta Schrijver: 'Ook daar in die chemozaal kan ik van die kleine geluksmomentjes ervaren'

Loretta Schrijver doet haar naam eer aan en schrijft maandelijks een column voor Nouveau. Deze maand: terugblik op een zwaar jaar, dat dankzij goede vrienden, goede zorg en veel lachen toch mooie momenten kende. 

Loretta Schrijver

Mijn vorige column eindigde helaas een beetje in mineur, maar met de feestdagen achter de rug en de pokkenherrie van oud en nieuw nog steeds in het systeem van mijn lieve hondje Zorra, begin ik toch met een goed gemoed aan het nieuwe jaar. Overigens, 2024 was best moeilijk met alle chemo’s en de daarbij horende extreme vermoeidheid en andere lichamelijke klachten. Maar ondanks dat heb ik regelmatig gelukkige momenten gehad. Op die momenten spreek ik hardop uit: ‘Nu ben ik gelukkig.’ Gewoon, als ik met mijn man in de auto zit, of met vriendin Simone aan de koffie en we ons samen, zoals vanouds, gek lachen om hoe dom we kunnen zijn. Lachen, soms tot pijn in onze zij aan toe.

Afdeling 3a

Waar ik ook ‘gelukkig’ mee ben, is de zorg, terwijl er vaak zo over wordt gemopperd. Allereerst heb ik in dr. Erik een fijne huisarts die altijd voor me klaarstaat en niet aarzelt om me door te verwijzen naar specialisten. Daarnaast kom ik nu drieënhalf jaar in ziekenhuizen en heb ik ook de nodige thuiszorg gehad. En wat is iedereen toch begripvol. Ik heb zoveel respect voor al die mensen in de zorg. Neem bijvoorbeeld afdeling 3a van mijn ziekenhuis. Dat is de maag-darm-leverafdeling, waar mensen liggen, zoals ik drie jaar geleden, die een zware darmoperatie hebben ondergaan en flink beroerd zijn. Veel ontlasting produceren en stoma’s hebben die continu verzorgd moeten worden. Waar mensen misselijk zijn, overgeven.

Allemaal zaken waar wij ons in het gewone leven voor schamen tegenover anderen, of vies van zijn. Maar zij van 3a, ze pakken alles aan, ruimen de stinkende troep op, verzorgen je en zijn zelfs nog gewoon áárdig tegen je!

Lieve zorgverleners

Het afgelopen jaar kom ik op 5b, afdeling oncologie. Ik heb er vorig jaar vijf keer gelegen als gevolg van de chemo die ik lichamelijk niet kon verdragen. Ik ken dus veel zorgverleners van 5b. En ‘ik kom er graag’. Altijd zijn ze lief, belangstellend, hebben ze een luisterend oor en inmiddels zijn ze ook vertrouwd. Eens in de vier weken ben ik er ruim een uur voor bloedafname, een kortdurend infuusje en de pillen voor de nieuwe kuur. Simone en ik noemen het ons ‘uitje’. Simone, al vijfenvijftig jaar mijn beste vriendin, gaat altijd mee. Ik mag dan naar een discrete plek, maar ik wil juist naar de chemozaal, waar ook andere patiënten aan het infuus zitten. Meestal zijn de stemming en sfeer er wat bedrukt.

Lachen

Maar Simone en ik samen = lachen (ook ongewild, want vaak ongepast). We verexcuseren ons dan ook steeds. Maar tóch, dat lachen werkt best aanstekelijk. Ook andere patiënten beginnen een beetje los te komen en zomaar is het opeens best gezellig. Je voert gesprekken met elkaar, je leert van elkaar en ik voel een zekere lotsverbondenheid die ik blijkbaar nodig heb. Je bent niet alleen met je sores. Ik hoop mijn lotgenoten ook.