De bestuurder en verbinder over de mooie dingen in haar leven.
Huishoudschool kreeg Joyce Sylvester (55) als leeradvies, maar ze ging naar het vwo, deed twee studies tegelijk, promoveerde en werd de eerste zwarte vrouwelijke burgemeester van Nederland. ‘Als ik het kan, dan kunnen anderen het ook.’
1978. Joyce Sylvester, twaalf jaar, zit in 2 vwo. Ze is leergierig, maar houdt ook van lol trappen, behalve bij wis- en natuurkunde, daar wil ze opletten. Halverwege het jaar komt er een invalkracht. ‘Toen ze de klas binnenstapte, was ik meer dan verbaasd. Ze zag eruit zoals… ikzelf eigenlijk.'
'Op school was ze de enige zwarte docent. Als zij zo ver kon komen, dan mocht ik ook verwachtingen hebben. 'Zie je wel dat het kan!’ schrijft Joyce in haar boek Bent ú de burgemeester?, dat onlangs verscheen. Dat het kan, heeft Joyce Sylvester (55) inmiddels wel bewezen. Twaalf jaar lang zat ze als senator voor de PvdA in de Eerste Kamer om vervolgens als waarnemend burgemeester aan de slag te gaan. Eerst in Anna Paulowna en later in Naarden.
Vooroordelen
Toch ging het niet van een leien dakje. Joyce woonde met haar ouders en drie zussen op een vierkamerappartement van vijftig vierkante meter in Amsterdam-Oost. Haar kleren waren tweedehands en ze droeg een dikke bril, waarmee ze op school gepest werd.
'Mijn ouders waren niet bezig met onze huidskleur, maar met vooruitkomen'
“Concentreer je op je school en waarom jij daarnaartoe gaat,” zei mijn moeder. “Het gaat om jou.” Mijn ouders waren trotse mensen. Ze vertelden mij dat discriminatie het probleem van de ander was. Zij waren niet bezig met onze huidskleur, maar met vooruitkomen. Hun mantra: “Houd koers, blijf je best doen, werk nog harder.” Dus zette ik door, deed of iedereen lucht was. Dat hielp.’
‘Bent ú de burgemeester?’ ‘Ik was net zo verwonderd. Ik oefende gewoon mijn ambt uit'
Zoals in 2009, toen er tijdens een drukbezochte receptie in de raadzaal van het stadhuis van Naarden een man op haar afstapte en verbaasd vroeg: ‘Bent ú de burgemeester?’ ‘Ik was net zo verwonderd. Ik oefende gewoon mijn ambt uit, wat klopte daar niet aan?
Een halfuur later kwam de man terug om zijn excuses aan te bieden. Hij had niet gezien dat ik de ambtsketen droeg. Nog mooier was de brief die ik jaren later ontving van zijn dochter, die uit het verhaal van haar vader had opgemaakt dat hij mij ontmoet had. En dat hij door mij geconfronteerd was met zijn vooroordelen.’
Vuist op tafel
Inmiddels is Joyce burgemeester af. Ze werkt sinds 2016 als Substituut bij de Nationale Ombudsman en is verantwoordelijk voor de afhandeling van klachten van burgers tegen de overheid op het gebied van strafrecht, politie, justitie, OM, wonen, leefomgeving, mobiliteit, zorg, onderwijs, werk en inkomen. ‘Vaak helpt het al als mensen het gevoel hebben gehoord te worden.’
Het dromerige meisje van vroeger is verdwenen. ‘Ik ben minder naïef geworden. Het leven heeft me alerter gemaakt. Ik heb grenzen leren stellen aan gedrag dat niet acceptabel is. Zeker in mijn huidige functie word ik enorm met de werkelijkheid geconfronteerd. Een werkelijkheid die om actie vraagt.
'In een handomdraai verander ik dan van de gezellige, vrolijke vrouw in een zakelijke bestuurder'
Gezinnen zonder een cent op de bank die boetes moeten betalen die ze niet kunnen betalen. Die niet begrepen worden door de diverse instanties. Er moet een organisatie zijn die voor hen optreedt en in actie komt. In een handomdraai verander ik dan van de gezellige, vrolijke vrouw in een zakelijke bestuurder, die snel onderzoekt, analyseert en met de vuist op tafel beslissingen neemt.’
Kansengelijkheid
Waar haar drive vandaan komt? ‘Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. Ik weet het: de plaats waar je wieg staat, is maar al te vaak bepalend voor je toekomst en je wereldbeeld. Dat wil ik helpen veranderen. Alles begint met kansengelijkheid. Want iedereen doet en telt mee en iedereen is gelijk. Daarom: heb vertrouwen, houd koers en geef nooit op. Want als ik het kan, kan een ander het ook.’
‘Ik maak me zorgen over het gebrek aan verbinding in de samenleving'
Dat er nog een lange weg te gaan is, ziet Joyce zelf ook wel. ‘Ik maak me zorgen over het gebrek aan verbinding in de samenleving. Ik zie veel mensen die zich niet gehoord voelen. Er is niet veel vertrouwen in de overheid en in de politiek. Radicalisering ligt op de loer. Onze democratische rechtsstaat, waar wij nu in vrijheid kunnen leven en waar ik me elke dag voor inzet, komt dan in gevaar. Dat is zorgelijk.’
Beide voeten op de grond
Afleiding vindt ze onder meer bij haar familie. ‘Ik heb drie zussen met wie ik allemaal een speciale band heb. Deborah is schoonheidsspecialiste en werkt in een gerenommeerd warenhuis. Ze zegt tegen mij: “Jij werkt veel te hard. Je moet meer aan jezelf denken. Je wenkbrauwen verzorgen en je nagels lakken.” Met mijn zus Linda deel ik mijn liefde voor dieren en de natuur. Eens per twee weken hebben we samen paardrijles.
'Mijn zussen houden mij met beide benen op de grond'
Barbara is maatschappelijk werker. Met haar deel ik mijn interesse voor wat er gebeurt in de samenleving. Mijn zussen houden mij met beide benen op de grond. “Prima wat jij allemaal doet, maar voor ons ben jij gewoon Joyce,“ zeggen ze geregeld. En: “Wat is dat voor onzin, met al dat bestek op tafel? Twee couverts zijn wel genoeg.”
Dat heb ik nodig. Als we bij elkaar zijn en zitten te giebelen bij een pot thee, dan is mijn werk ver weg. Ik was altijd nogal een workaholic; ook mijn zoon Hendrik Yuan (die Joyce en haar man Hendrik adopteerden, red.) klaagt weleens: “Zit je weer aan de telefoon, zeker een minister. Lekker belangrijk.” Ja, zeg ik dan tegen mezelf, moet dit nu inderdaad?’
In balans
Als meisje droomde Joyce van een huis in het bos. Die droom is uitgekomen. ‘Hier heb ik ruimte, hier vind ik rust; ik kan hier bij mezelf naar binnen. Ik hou van mediteren. En van wandelen. Regelmatig ga ik met Lulu, onze Franse waterhond, anderhalf uur lopen. Als ik het tijdstip goed uitkies, komen we niemand tegen. Alleen zij is er, ik en de bomen. Dan voel ik me verbonden met de natuur. En met mezelf. Een belangrijke tegenhanger voor mijn werk. ’s Nachts doe ik het raam open, zodat ik de bomen kan horen ruisen.’
Wat ook ontspant, is naaien. Joyce maakt alle kleding zelf, met stoffen van de Albert Cuypmarkt. Dat doet ze samen met coupeuse Anna Martinali, die ook steevast de hoedjes maakt die Joyce op Prinsjesdag draagt. 55 is een fijne leeftijd, merkt Joyce. ‘Ik vind het mooi om steeds meer die rust in mezelf te voelen. Ik heb het gevoel dat ik verder in balans raak. Ik laat me geen knollen voor citroenen meer verkopen. Maar voel me wel fit genoeg om nog alles te doen wat ik wil. Ook merk ik een groeiende wens om mijn boodschap door te geven, een van de redenen om mijn boek te schrijven. Stel dat ik overlijd, dacht ik, dan is mijn verhaal weg en kan ik niemand meer inspireren. En nu staat het op de leeslijst.
Joyce's mooie dingen van het leven
Film ‘Ik hou erg van klassiekers. Un homme et une femme, uit 1966 van Claude Lelouch. Zo’n heerlijke film, alles zit erin: romantiek, menselijk drama, mooie muziek.’
Kunst ‘Mijn werken van Erwin de Vries, de Surinaamse kunstenaar die helaas is overleden.’ geur ‘Lancôme Idôle. Een mooie klassieker.’
Stad ‘Ik ben een anglofiel en hou dus erg van Londen en omgeving. Vanwege de prachtige geschiedenis, de glorieuze gebouwen zoals Windsor Castle en de fantastische humor.’ muziek ‘Ik hou erg van Purcell, met name van het operastuk Dido en Aeneas. Ik heb een songbook van hem op mijn piano staan, daar zing ik zelf ook uit.’
Outfit ‘Vroeger kon je mij uittekenen in leren broeken en cowboylaarzen. Tot Marjanne Sint zei: “Joyce, draag nou eens een jasje, dan ben je iemand.” Toen werd ik heel deftig, met colbertjes en sjaaltjes. Nu draag ik een jurk met laarzen en een sjaaltje. Helemaal in balans. Net als ik.’
Foto's (c) Stef Nagel voor Nouveau / DPG Media 2021, ANP
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in