Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Je eerste liefde: waarom is die toch zo onvergetelijk?

Hoe groot en langdurig de liefdes die later kwamen ook waren, je eerste liefde vergeet je nooit. En heel soms blijkt die uiteindelijk toch de one and only te zijn.

eerste liefde

Heimwee

Ook ik voel een zoete heimwee als ik denk aan mijn eerste liefde: Dirk uit Duitsland. Ik was veertien toen ik hem in 1982 ontmoette tijdens een gezinsvakantie in de Harz. Kort bruinleren jekkie, versleten broek, halflang zwart haar, brommer – supersexy vond ik ’m. En het allerleukste: hij wilde mij! De onzekere, zichzelf onzichtbaar wanende puber werd gezien. Slechts twee weken heeft onze romance geduurd, maar wat een verpletterende indruk heeft die gemaakt. Nog altijd kan ik zijn zachte glimlach en verliefde ogen moeiteloos voor mijn geestesoog toveren en als ik zou willen, zou ik zijn kussen nog kunnen proeven.

Een beetje eng

Die eerste liefde... Vaak weten we nog exact hoe hij rook, hoe hij bewoog en hoe hij sprak. En wordt ons geheugen getriggerd door een lied, een beeld, of een geur, dan herinneren we ons onze allereerste lovestory weer tot in het kleinste detail. Hoe kan dat toch? Volgens de Amerikaanse psycholoog Arthur Aron is dat omdat alle eerste ervaringen beter worden onthouden dan latere. Waarschijnlijk vanwege de opwinding. ‘Vooral als het een beetje eng is. En dat is verliefd zijn immers.’ Biologe Helen Fisher vergelijkt een eerste verliefdheid zelfs met een eerste dosis drugs. Want, ontdekte zij, de chemische reacties die plaatsvinden in je brein zijn bijna dezelfde. Net als bij drugs zijn die de eerste keer het heftigst, daarna treedt gewenning op. En als die eerste keer dan ook nog eens plaatsvindt tussen het vijftiende en zesentwintigste levensjaar, zoals meestal het geval is met eerste liefdes, dan is een levenslange impact verzekerd. Want volgens Jefferson Singer, een in het autobiografisch geheugen gespecialiseerde psycholoog, is dat de tijd waarin het geheugen een piekfase doormaakt. Hij noemt dit de ‘memory bump’. Sommige onderzoekers beweren dat zo’n eerste, intense ervaring een soort afdruk in je hersenen achterlaat die toekomstige keuzes zou bepalen.

Zo ver wilde dr. Nancy Kalish (zie kader verderop) niet gaan. Zij had het liever over ‘coderingen’.

De Amerikaanse psycholoog Nancy Kalish (1947- 2019) deed jarenlang onderzoek naar stellen die hun liefde na lange tijd weer nieuw leven inbliezen, zowel voor als na de opkomst van internet. Ze interviewde ook mensen die al heel jong een relatie hadden gehad, maar geen enkele behoefte voelden om hun voormalige geliefde te zien. Ze constateerde dat stellen die destijds uit elkaar gingen vanwege externe factoren – hun ouders waren tegen de relatie, ze verhuisden naar een andere stad, ze waren te jong – een veel grotere kans hadden opnieuw verliefd op elkaar te worden dan stellen die als tieners geregeld met elkaar overhoop lagen. Ze zag ook dat de komst van internet de kans op een hereniging niet wezenlijk heeft verhoogd. De kans dat het weerzien tot een serieuze relatie zou leiden, was volgens Kalish slechts 5 procent. En dat heeft alles te maken met het feit dat de meeste oud-geliefden die elkaar via Facebook weer tegenkomen, getrouwd zijn (in het onderzoek van Kalish ging het om 65 procent).

Krullencode

Ik kan niet zeggen dat mijn eerste liefde een bepaalde code bij mij heeft achtergelaten, hoewel ik er waarschijnlijk wel mijn liefde voor de Duitse taal aan heb overgehouden. Bij mijn vriendin Annabel (54) daarentegen was de ingegraveerde code overduidelijk. ‘Mijn vriendin zag hem het eerst. ‘O, dat is een knappe jongen,’ zei ze. Ik liep op hem af en zei tegen hem: ‘Mijn vriendin vindt jou leuk.’ Hij keek me diep in de ogen en antwoordde: ‘Ik vind jou wel leuk.’ Ik lag in katzwijm, ik vond hem zó knap. Hij had heel mooie ogen, maar ik vond vooral zijn haar geweldig – halflange, donkerbruine krullen. Hevig bezwaard bracht ik verslag uit bij mijn vriendin. ‘Vind je het erg?’ vroeg ik. Gelukkig gaf ze haar zegen. Vanaf dat moment zagen Peter en ik elkaar elk weekend. Dan kwam hij op zijn motor – hij was achttien, ik zestien – naar het dorp waar ik woonde en hingen we wat rond op pleintjes. Zes maanden lang leefde ik op een roze wolk, maar toen hij mij op een dag met tranen in zijn ogen vertelde dat hij vrij wilde zijn, viel ik daar met een enorme klap vanaf. Minstens drie jaar heb ik om Peter getreurd. Jongens genoeg, daar niet van, maar ik wilde alleen maar hém. Dat verklaart misschien waarom verder alleen nog maar jongens met halflange bruine krullen een kans bij me maakten. Mijn vriendinnen moesten altijd verschrikkelijk lachen als ik weer eens met zo’n krullenbol kwam aanzetten. De meesten waren niet half zo charmant als Peter, maar de laatste, die ik op mijn vijfentwintigste ontmoette, was een blijvertje. Nog altijd ben ik intens gelukkig met deze man – zelfs nu hij zijn krullen allang kwijt is.’

Met liefde terugdenken

Ilse (49) is zich pas veel later bewust geworden van de code die haar eerste vriendje, met wie ze van haar veertiende tot haar eenentwintigste samen was, bij haar heeft achtergelaten. ‘Dat was toen ik mijn huidige man leerde kennen. In alle opzichten lijkt die op mijn jeugdliefde: lang, blond, bijna net zo knap, rustig, zorgzaam en een heel goede vader voor mijn kinderen. Kennelijk was ik onbewust op zoek naar precies zo’n man als Simon, die ook zeker een heel goede vader zou zijn geweest en bij wie ik me totaal op mijn gemak voelde. Dat gevoel had ik niet bij de man met wie ik na Simon een relatie kreeg, hoe verliefd ik ook op hem was. Aan die relatie heb ik dan ook geen prettige herinneringen, maar als ik aan Simon denk, voel ik nog steeds liefde.’

Oogziekte

‘Verliefdheid doe je op zoals je de griep opdoet. Men ziet de ander niet meer zoals die is, maar zoals men die wenst: fantastisch, geweldig, uniek, buitengewoon, volmaakt en bron van alle goeds. Dat noemt men projectie. Verliefdheid is een oogziekte, een zachte psychose.’ Aldus professor Alfons Vansteenwegen in The World Book of Love van Leo Bormans. ‘Die oogziekte geneest vanzelf met het samenleven. De ander blijkt anders dan men hem droomde.’ Jeugdliefdes komen maar zelden terecht in die tweede fase. Mede om die reden hebben we vaak de neiging onze eerste liefde te idealiseren. In onze romantische herinneringen is die nog altijd even fantastisch, geweldig en uniek als toen. Niet zo gek dus dat we weleens dromen van een weerzien, dromen die dankzij Facebook tegenwoordig heel makkelijk kunnen worden verwezenlijkt. Hoe verleidelijk is het? Je tikt zijn naam in de zoekbalk en voilà, daar is hij.

Koude douche

Soms heeft dat het effect van een koude douche, zoals bij Martine (53), die dertien was toen ze bij haar jeugdliefde Marcel in de klas kwam. ‘Hij was anders dan de andere jongens. Groter, stoerder, niet doorsnee, een beetje alternatief. We hebben twee keer verkering gehad. Beide keren beëindigde hij die op een heel onhandige manier. Ik heb nog heel lang heel vaak aan hem gedacht. Maar toen ik hem op Facebook terugzag, voelde ik me bekocht. Had ik daar mijn hele middelbareschooltijd voor geleden?! Hij bleek absoluut niet mijn type, ik had in hem gezien wat ik wílde zien. Dat ideaalbeeld ben ik nu kwijt, terwijl de pijn van toen me altijd zal bijblijven.’ Voor Annabel (54) pakte de zoektocht op Facebook een stuk positiever uit. De inmiddels kale Peter reageerde meteen op haar vriendschapsverzoek – op dezelfde aimabele manier waarop hij haar destijds ook had behandeld. Dat deed haar goed; ze had zich dus niet vergist, hij was écht de leuke, lieve man die ze zich herinnerde. Maar: ‘Ik merkte wel direct dat hij niet mijn type is. Hij heeft zich ontpopt tot een echte sportman – wielrennen in de weekends, bergbeklimmen in de vakanties – terwijl ik juist val op meer artistieke, gevoelige mannen, zoals mijn echtgenoot. Met Peter is voor mij dus niet de ware verloren gegaan. Op de een of andere manier voelde dat toch als een opluchting.’

Dit verhaal is afkomstig uit de nieuwe Nouveau. Meer lezen? Je kunt de nieuwste Nouveau nog twee weken in de winkel kopen.

Personality
  • NL Beeld