Altijd al gedacht dat geld niet gelukkig maakt? Het bewijs heet Gucci. Achter de schermen heeft deze modedynastie veel weg van een middeleeuws koningsdrama. Inclusief affaires, moord en leugens...
Hoe het begon
‘Er was eens een jonge, ambitieuze Italiaan, Guccio Gucci genaamd, die aan het eind van de negentiende eeuw met een vrachtschip naar Engeland voer, toen het strohoedenatelier van zijn familie failliet was gegaan.’
Een sprookje, dat zou de geschiedenis van het beroemde Italiaanse miljoenenconcern Gucci - gespecialiseerd in luxe lederwaren, mode en accessoires – ook heel goed kunnen zijn.
Zakelijk gezien ís het zelfs een sprookje, met behalve een lelijke dip ook een goede afloop, in die zin dat de huidige eigenaren in elk geval een heel rijk leven beschoren is.
Maar binnen de familie Gucci stond een gistende cocktail van geld, macht, jaloezie en wraakzucht garant voor een waar horrorverhaal vol heftige vetes. Inclusief moord.
Stamvader Guccio
Terug naar stamvader Guccio, die in Londen werk vindt als piccolo bij het chique Savoy-hotel en in die nederige positie oog krijgt voor de bagage van de rijke clientèle. Hij beseft dat al die elegante leren koffers en tassen niet alleen praktisch zijn, maar ook fungeren als statussymbool. En dat er in die branche veel te verdienen valt.
Als hij vier jaar later is teruggekeerd in Florence, zoekt hij een baan in de lederwarenindustrie. Hij bekwaamt zich jarenlang in het vak en opent in 1921 een eigen zaak in een van de duurste winkelstraten.
Dan blijkt dat hij goed heeft opgelet in zijn Londense tijd en feilloos aanvoelt wat de rijken willen. Eerst betrekt hij nog producten van leveranciers, maar al snel verkoopt hij alleen nog eigen ontwerpen, uitgevoerd door deskundige vaklui. Daarmee is het merk Gucci een feit.
Alle socialités hebben Gucci-tassen
Als Guccio in 1953 sterft, is het merk niet alleen toonaangevend in Europa, maar ook daarbuiten. Elizabeth Taylor, Katherine Hepburn en Jacqueline Bouvier, die datzelfde jaar met John F. Kennedy zal trouwen: allemaal hebben ze Gucci-tassen. En dat terwijl oudste zoon Aldo pas twee weken voor Guccio’s dood, en tegen diens zin, een winkel opent aan New York’s Fifth Avenue.
Eerste rechtzaak
Het is dochter Grimalda die de eerste steen in de Guccivijver werpt: ze begint een rechtszaak tegen haar broers Aldo, Vasco en Rodolfo om ook een belang in de onderneming te krijgen, als blijkt dat Guccio die alleen aan de zoons heeft nagelaten. Maar ze verliest.
Aldo neemt het roer van zijn vader over en opent nog veel meer buitenlandse vestigingen, onder andere in Tokio en Hongkong. Ook voegt hij schoenen, kleding, horloges en parfums toe aan het lederwarenassortiment.
De uitbreiding in zijn privéleven – hij begint in 1958 een verhouding met het mooie winkelmeisje Bruna Palombo waaruit in 1963 zijn dochter Patricia Gucci wordt geboren – weet hij behendig buiten de publiciteit te houden. Die komt pas aan het licht als Bruna in 2016 (!) haar memoires publiceert.
Paolo de intrigant
Aldo en zijn beide broers kunnen redelijk door één deur. Als Vasco in 1974 overlijdt, verdelen Aldo en Rodolfo keurig de aandelen. Daarop schenkt Aldo zijn drie zoons elk 3,3 procent. Een levensgevaarlijke beslissing, zo blijkt wanneer middelste zoon Paolo zich eind jaren zeventig op de voorgrond dringt.
Hij wil binnen het concern een nieuw label voor een jongere doelgroep oprichten. Aldo en Rodolfo zien niets in zijn plannen, maar Paolo is niet te stuiten en begint in 1980 in het geheim toch zijn eigen lijn. Zodra dat uitkomt, wordt hij ontslagen.
Alleen geeft zijn belang in het bedrijf hem nog altijd het recht om bestuursvergaderingen te bezoeken. Daar weet hij de aanwezigen zodanig op de zenuwen te werken met lastige vragen, onder andere over Aldo’s financiële handel en wandel, dat er meer dan eens klappen vallen.
In 1982 houdt Paolo aan zo’n confrontatie een gehavend gezicht over. Hij stapt naar de rechter en eist ruim tien miljoen euro schadevergoeding, maar helaas voor hem weet hij niet precies wie er uithaalde.
Een jaar later keert zijn lot, als Rodolfo overlijdt en zijn belang van vijftig procent in handen komt van zijn enige kind Maurizio. Deze Maurizio wil het merk Gucci, dat onder Aldo weliswaar groeide, maar ook zijn chique imago verloor, weer in oude glorie herstellen.
Als Aldo ook dit plan verhindert, benadert Maurizio Paolo en biedt hij hem ruim 18 miljoen euro voor zijn aandelen, zodat hij zelf een meerderheidsbelang krijgt en Paolo een eigen modebedrijf kan beginnen.
Paolo stemt toe, waarna de twee in september 1984 Aldo van zijn troon stoten. Als die, met zijn twee andere zonen, probeert terug te vechten, staat hij op straat.
Aldo’s afgang
Alles geregeld, iedereen blij... Nou, nee. Paolo blijkt toch niet tevreden met alleen geld. Hij wil meer macht. Dus besluit hij Maurizio buitenspel te zetten; hij geeft hem aan voor fraude. Maurizio weet nog net aan zijn arrestatie te ontkomen door naar Zwitserland te vluchten. Daar besluit hij, zijn lastige familieleden uit te kopen.
Paolo blijft intussen kwaadaardige plannen uitbroeden. Nu moet Aldo het ontgelden. Ook hem zet Paolo te kijk als fraudeur. In 1986 veroordeelt een New Yorkse rechtbank Aldo, dan 81 jaar oud, voor grootscheepse belastingontduiking.
Hij krijgt een boete van miljoenen en een jaar en een dag gevangenisstraf opgelegd. Een heel leger journalisten is getuige van zijn afgang, alweer dankzij Paolo. Een jaar later verkoopt Paolo zijn aandelen, aan een Bahreinse investeerder. Zijn neven, en ten slotte ook Aldo, volgen.
Hoe het Paolo daarna vergaat? Ronduit rampzalig. Hij weet in een paar jaar tijd zijn hele vermogen te verspillen, zonder dat zijn geplande designerlabel van de grond komt. In 1993 moet hij faillissement aanvragen. Twee jaar later sterft hij aan leverfalen, 64 jaar oud.
Moord op Maurizio
Beroerder kan niet, zou je denken, maar Maurizio’s lot is nog ellendiger.
Hoewel zijn plan om het merk Gucci zijn oude grandeur terug te geven een nobel streven is, snijdt hij veel te rigoureus in winstgevende bedrijfstakken. De verkoop slinkt dramatisch en in 1991 heeft het bedrijf een negatieve waarde van zo’n vijftien miljoen euro.
Daar komt bij, dat Maurizio kans heeft gezien een privéschuld van bijna 35 miljoen euro op te bouwen, met zijn aandelen in de onderneming als onderpand. Als dit kaartenhuis in elkaar zakt en Investcorp het vertrouwen in hem opzegt, beseft Maurizio dat hij geen kant meer op kan. Hij verkoopt zijn aandelen voor ruim 140 miljoen euro aan Investcorp en vertrekt in 1993 als laatste Gucci bij Gucci.
Na Maurizio’s vertrek breekt bij het bedrijf prompt de zon door. Met Tom Ford als hoofdontwerper heeft Gucci niet alleen binnen vijf jaar zijn luxe-imago terug, maar ook de verkoop- en winstcijfers schieten steil omhoog.
Maurizio maakt dat niet meer mee: hij wordt op 27 maart 1995, 46 jaar oud, voor de deur van zijn kantoor in Milaan doodgeschoten door huurmoordenaar Benedetto Ceraulo.
Zwarte weduwe
De media staan bol van deze liquidatie binnen de beau monde en wijzen collectief naar Maurizio’s ex-vrouw Patrizia Reggiani (midden). Zij had openlijk gedreigd Maurizio te vermoorden toen hij haar na de breuk een jaarlijkse alimentatie van zo’n 550.000 euro aanbood, in haar ogen ‘een schamel bord linzen’.
Reggiani is er bovendien als de kippen bij om Maurizio’s vriendin Paula Franchi – formeel scheiden en hertrouwen lag en ligt in het katholieke Italië gevoelig – uit het riante appartement te zetten dat ze met Maurizio bewoonde en er zichzelf, met hun twee dochters, te installeren.
Twee jaar lang kan Reggiani genieten van de heroverde luxe. Dan slaat haar helderziende en vertrouwelinge Pina Auriemma door en vertelt dat zij Reggiani op haar verzoek in contact bracht met Ceraulo, die bereid was voor een kleine drie ton de klus te klaren.
'Ik heb nog nooit een dag in mijn leven gewerkt'
Reggiani, in de volksmond inmiddels De Zwarte Weduwe gedoopt, wordt in hoger beroep veroordeeld tot 26 jaar gevangenisstraf. Daar heeft ze dertien jaar van uitgezeten als ze in 2011 vrij kan komen, op voorwaarde dat ze werk zoekt.
Hooghartig wijst ze het aanbod af, ‘omdat ik nooit een dag in mijn leven heb gewerkt en niet van plan ben daar nu mee te beginnen.’ Drie jaar later hapt ze wel toe wanneer ze een baan als stijladviseur krijgt aangeboden bij Bozart, een Italiaanse firma in bijous en modeaccessoires.
Al was Gucci haar eerste keus. ‘Ze hebben me nodig,’ zei ze na haar vrijlating tegen de Italiaanse krant La Repubblica. ‘Ik voel me nog steeds een Gucci. In feite ben ik het meest Gucci van iedereen.’
Bron: Nouveau. Beeld: ANP/Getty Images
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in