Samantha (54): "Ik wachtte op een date die veel te laat kwam. Al na tien minuten dacht ik: ik ga weg. Maar ik bleef zitten, aan mijn tafeltje in dat grand café, hoopvol dat hij snel zou komen, met een logische verklaring, en vooral in de hoop dat dit nu eindelijk eens een leuke man zou zijn.
Andere mannen
Iemand met wie ik zou kunnen lachen en praten, echt praten, en in wie ik een maatje zou vinden. Na maar liefst zestien tegenvallende dates moest het toch een keertje raak zijn? Toen ik de man na ruim een halfuur aan zag komen lopen wist ik het meteen. Ook hij zou het niet zijn.
Uit beleefdheid heb ik toch een paar drankjes met hem gedronken. Geluisterd naar verhalen over zijn ingewikkelde scheiding, schulden, kinderen die hij niet meer zag. Opnieuw een rugzak van heb ik jou daar, zoals zo veel andere mannen die ik eerder had getroffen. En net zoals al die anderen vroeg hij mij amper iets. Hoe is het toch mogelijk dat zo veel mannen alleen maar met zichzelf bezig zijn?
Thuis belde ik Dennis. De man met wie ik nog steeds getrouwd was, maar met wie ik op dat moment al ruim een halfjaar niet meer samenwoonde. De eerste tijd van onze time-out was ongemakkelijk geweest, we zochten naar een nieuwe vorm van omgang, van vriendschap misschien, maar wisten niet goed hoe, en ook niet wat we wel en niet met elkaar wilden delen. Maar sinds we niet meer samen in één huis woonden, konden we steeds beter met elkaar overweg. Na wat omslachtige bewegingen vertelden we elkaar zelfs over onze internetdates en we konden er samen hard om lachen.
Ook deze ontmoeting deed ik hem weer uitgebreid uit de doeken. Toen we wilden ophangen vroeg hij: ‘Kom je eten? Ik hem meer dan genoeg voor twee.’ Ik sloeg zijn aanbod af, was moe, maar toen ik even later aan een vlug in elkaar gedraaide pasta zat, had ik spijt. Ik verlangde naar gezelschap. Naar mijn vertrouwde plek op de bank, ónze bank, daar waar ik zo veel jaren had gezeten.
Ik verlangde naar Dennis. Toen ik later in bed kroop, was dat verlangen er nog steeds. Tot mijn grote verwarring. De laatste jaren dat we samen waren had ik me juist vaak geërgerd aan hem, hoe hij naast me lag, groot en warm, te warm, aan hoe hij, jaloersmakend, meteen in slaap viel als zijn hoofd het kussen raakte en hij in hevig gesnurk ontstak.
Huwelijk in een slop
Ik had toen gesnakt naar een slaapkamer voor mij alleen, stil, waar ik zo lang kon lezen als ik wilde, overdwars kon liggen – en andere mannen mee naar bed kon nemen. Daar had ik toen vaak over gefantaseerd. Maar nu miste ik Dennis' vertrouwde gebrom naast me. En nee, niet omdat ik eenzaam was. Ook niet omdat die man van die middag het weer niet was geweest. Maar omdat ik besefte dat ik mijn handen had moeten dichtknijpen met Dennis. Pas nu we uit elkaar waren, had ik in de gaten wat ik had laten gaan.
Ik ontmoette Dennis toen ik 27 was. Onze liefde begon voorzichtig, mijn hart was kort ervoor grondig gebroken door iemand anders. Maar Dennis bleek betrouwbaar, lief, zorgzaam en had dezelfde toekomstdromen als ik. We verhuisden van de stad naar het platteland en kregen drie kinderen. We waren gelukkig.
Ons huwelijk raakte in het slop toen onze kinderen naar de middelbare school gingen. Beiden zorgden voor problemen; onze zoon had foute vrienden, was regelmatig betrokken bij vechtpartijen. Onze dochter, heel intelligent, deed zó weinig voor school dat ze telkens dreigde te blijven zitten.
In onze aanpak stonden we lijnrecht tegenover elkaar. Dennis was streng en gaf hoge straffen. Ik zag dat dit alleen maar averechts werkte en probeerde op een volwassen manier met onze kinderen te praten. Dat we zo’n andere manier van doen hadden, zorgde voor wrijving en dreef ons uit elkaar.
Toen onze kinderen het huis uit gingen, ging het met hen wél weer goed, maar Dennis en ik leken elkaar niet meer te kunnen bereiken. Gesprekken vlotten niet, we waren niet meer betrokken bij elkaar. Als we tijd voor elkaar vrijmaakten, zoals samen op vakantie gaan, zaten we vooral te lezen. Vaak kookten we zelf in ons vakantieappartement; dat was fijner dan zwijgend tegenover elkaar te zitten in een restaurant, terwijl we anderen om ons heen geanimeerd zagen praten.
Vreemdgaan
Beiden maakten we nog weleens aanstalten om te vrijen, maar dat was meer omdat het zo hoorde en we de illusie van een goed huwelijk niet wilden loslaten. Maar echt passie was er in de verste verte niet meer.
Op een dag ontdekte ik dat Dennis was vreemdgaan. Klassiek: een hotelbonnetje in zijn jaszak. Ik zat ermee in mijn handen, realiseerde me dat ik boos zou moeten zijn, maar dat het me volkomen koud liet. Het enige wat ik dacht was: dat had ik ook wel gewild.
Een bezoek aan een hotel met iemand die mij écht opwond. Daarna mooie gesprekken voeren in elkaars armen, intiem, liefdevol, in plaats van direct weer naar het eigen deel van het bed schuiven, zoals Dennis en ik deden na de seks. Alsof er niets gebeurd was, we niet zojuist nog samengesmolten waren op een manier die zou moeten verbinden.
Ik zei niet tegen Dennis wat ik had ontdekt. Ik sneed het pas aan toen een vriendin een sabbatical nam en een jaar naar Afrika zou gaan. Ze zocht iemand voor haar huis. ‘Ik wil er graag in,’ zei ik tot haar verbazing. Dennis vond het wel een goed idee. Tegen onze kinderen en onze omgeving zeiden we dat het om een time-out ging, om ons op onze relatie en onze toekomst te bezinnen. Want het liep even niet lekker; maar een scheiding, nee hoor, dat was absoluut niet de intentie.
Uit elkaar
Maar diep in mijn hart was ik ervan overtuigd dat het voorgoed zou zijn, mijn vertrek uit ons echtelijk huis. De eerste stap van afstand nemen was gezet, en dat zou nu zonder twijfel verdergaan. En in de eerste maanden van mijn nieuwe leven, het was volop zomer, genoot ik ervan.
Ik had, via een datingsite, de eerste onenightstand van mijn leven en voelde me er stoer over. Het was zalig om weer helemaal mijn eigen gang te kunnen gaan. Niets te hoeven overleggen. Geen rommel van Dennis meer te hoeven opruimen. Niet meer bij zijn eindeloze sportprogramma’s te zitten. Niet meer in een kamer vertoeven met iemand die ik niets meer te vertellen had. Toen niet, tenminste.
Nu belden we af en toe – over de kinderen, over familie, over de roddels die ons ter ore kwamen over dit experiment van gescheiden wonen – en dat waren best fijne gesprekken. Niet meteen, niet altijd; maar mettertijd werd het steeds leuker om met hem te bellen.
Ik merkte dat we toch wel heel goed op elkaar ingespeeld waren en elkaar met een half woord begrepen. We begonnen zelfs onze dates met elkaar te bespreken, bij gebrek aan een ander luisterend oor. We hadden namelijk afgesproken daar verder nog niemand over te vertellen, zolang onze time-out nog niet officieel een definitieve breuk was.
Hij vertelde over een knappe blondine die bij de vierde date al over een kind begon. Ik deelde dat ik me had laten verleiden door een vijftien jaar jongere man. We lachten er samen om. Langzaam begon de man van wie ik tijdens mijn huwelijk zo vervreemd was geraakt weer als vriend te voelen. Bij wie ik ontzettend op mijn gemak was.
Toen het winter werd, was het koud in het appartement van mijn vriendin. Ondanks een paar kachels kreeg ik het niet goed warm gestookt. Ik zat vaak bij vriendinnen. Of bij Dennis. We kletsten met een fles wijn op tafel. We volgden samen Wie is de Mol?, een programma waar Dennis altijd op had afgegeven, maar waarvan hij nu moest toegeven dat het leuk was.
We bespraken wat er nu was misgegaan tussen ons. Maar altijd in de verleden tijd. Want dat ik hem niet meer wilde, dat had ik bij mijn vertrek al expliciet uitgesproken. En omdat hij was vreemdgegaan, durfde hij mij niet te vertellen dat hij mij miste. Tot dat gemis bij mij ook zo groot werd, dat ik het op een avond niet langer kon verbijten.
Relatie herontdekt
Ik was weer bij hem, in ons eigen huis, voor de derde keer die week, het was al laat en opeens voelde het zo absurd om alleen terug naar het appartement van mijn vriendin te gaan. Midden in een gesprek zei ik: ‘Mag ik blijven?’ ‘Heel graag’, antwoordde Dennis meteen.
Die nacht ontdekten onze lichamen elkaar weer alsof het de eerste keer was. We bleken allebei heel wat bijgeleerd te hebben van onze scharrels en dat was heel verrassend. We praatten na in elkaars armen, en dit keer was ík het die als eerste in slaap viel. De morgen erna maakte hij me wakker met ontbijt op bed en zei: ‘Zeg me alsjeblieft dat dit geen onenightstand was.’
Niet veel later stonden al mijn spullen weer bij hem. Wat was ik blij: ik was weer thuis. In de woning waar ik hoorde, bij de man van wie ik helemaal niet wilde scheiden. Ik zou wel gek zijn om verder te zoeken via internet; het maatje dat ik wilde, dat had ik allang gevonden.
Ik had hem alleen moeten herontdekken, en daarvoor was wat afstand én geëxperimenteer met anderen nodig. Maar we zijn nu al weer bijna een jaar heel gelukkig samen. Nog eens een time-out? Geen denken aan. Dennis is het voor mij. En ik voor hem!"
De namen in dit artikel zijn gefingeerd.
- archief
- Adobe Stock