Renée Soutendijk (Den Haag, 21 mei 1957) heeft meer dan zeventig producties in binnen- en buitenland en meerdere onderscheidingen op haar naam staan. Ze was een van de favoriete actrices van Paul Verhoeven (Spetters, De vierde man). Andere films waarin ze hoofdrollen speelde zijn onder meer Van de koele meren des doods, De ijssalon, Een maand later en Het meisje met het rode haar. Belangrijke Engelstalige producties waren Murderers Among Us, The Simon Wiesenthal Story, Eve of Destruction en Suspiria. In Duitsland speelde Renée in vele krimi’s en films als Abwärts en Anna Wunder. Op toneel was ze te zien in Borgen, Twee vrouwen en Roem, op televisie in hitseries als Moordvrouw en Meiden van De Wit. Haar recente filmrollen zijn terug te zien op Pathé Thuis (Neem me mee) en Amazon Prime (Sweet Dreams). Komend najaar is ze te zien bij theatergezelschap Oostpool en in de film De witte flits. Renée woont in Amsterdam met haar echtgenoot Thed Lenssen. Samen hebben ze dochter Caro (40) en zoon Jaïr (27).
Moeder
Zoals jij ervoor koos om het anders te doen dan jouw eigen moeder, die huisvrouw was, koos jouw dochter er weer voor om niet zo’n carrière vrouw te worden als jij. Hoe voelt dat? ‘Tweeledig. Aan de ene kant voel ik me schuldig over het feit dat mijn werk belangrijk bleef, ook toen ik moeder werd. Aan de andere kant heb ik mezelf altijd een leuker mens gevonden als ik werkte en daardoor van alles meemaakte. Ik denk dat je je eigen ontwikkeling nooit moet vergeten, ook niet als je kinderen krijgt. Maar nu Caro inmiddels vier kinderen, een hond en een poes heeft, probeer ik de gemiste tijd wel een beetje in te halen door regelmatig op te passen.’
Jullie wonen zelfs met z’n allen in één huis. ‘Het was een idee waar Caro mee kwam: om een woning te kopen die dicht bij de scholen van de kinderen staat, waar we met z’n allen in zouden passen en elkaar dus makkelijk kunnen helpen, maar ook allemaal ons eigen leven blijven leiden. Toen ben ik gaan zoeken en vond ik een geschikt pand. Zij hebben de bovenste twee verdiepingen en een eigen opgang, wij de onderste twee – de auto’s delen we.’
Wat mooi. ‘Het is echt hartstikke leuk zo ja. Caro kreeg onlangs een filmrol aangeboden die ze graag wilde doen, dus nu vang ik samen met haar man hun huishouden wat vaker op. En mochten Thed en ik ooit hulpbehoevender worden, zijn zij letterlijk naast de deur.’
Rollen
Thed is acht jaar ouder dan jij, denk je daar al weleens over na? ‘Jawel, maar niet te lang. Juist vanwege mijn vrijheidsdrang vind ik het een vreselijk idee om ooit afhankelijk van anderen te worden. Maar ik heb ook een verzorgende kant, dus ik zal er altijd zijn als Thed het nodig heeft.’
De vierde man was een erotische thriller, maar toen je onlangs weer een stel speelde met Jeroen Krabbé was zijn personage terminaal en duwde jij zijn rolstoel. ‘Neem me mee is een film over een groep ouderen die een soort seniorenreis naar Frankrijk maakt. Mijn personage komt er tijdens die reis achter dat ze zich jarenlang veel plezier heeft ontzegd omdat ze altijd bezig was met haar zieke man. En ja, dat zie ik natuurlijk ook om me heen gebeuren. Als je ouder wordt en daardoor kwetsbaarder, krijg je de neiging je steeds meer terug te trekken in een cocon. Maar ik vind het juist heel belangrijk ervoor te zorgen dat je wereld niet te klein wordt. Niet naar binnen keren, maar juist de blik vooruit. Daarom spreek ik graag met nieuwe mensen af, zit ik in de jury van twee filmfestivals en kies ik bewust voor het samenwerken met jonge, eigenzinnige filmmakers. Dat geeft zoveel nieuwe energie.’
De witte flits, die begin september hier in première gaat, is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van een tweeënveertigjarige man die na een jarenlang traject toestemming krijgt voor euthanasie vanwege geestelijk lijden. Een zwaar thema. ‘Zeker. Ik speel Aagje, zijn moeder. Agnes, zijn echte moeder, leeft nog en ik heb met haar meerdere gesprekken gevoerd. Haar zoon concludeerde na van alles te hebben geprobeerd aan therapieën en medicijnen dat het leven hem niet wilde en hij het leven niet. Maar om te kunnen sterven, wilde hij niet alleen de toestemming van instanties hebben, maar ook die van zijn familie. De film gaat bovendien over zelfbeschikking, wat dus ook voor mij een belangrijk thema is. Ik wil te zijner tijd óók zelf kunnen bepalen of ik mijn leven voltooid vind.’
Levensles
Wat is de belangrijkste levensles die je tot nog toe leerde? ‘Ik kom uit een gezin waar ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ er diep in zat. Vooral niet te veel opvallen. Zelfs nu ik bijna zevenenzestig ben en geniet van de prijzen en waardering die ik krijg, hoor ik dat stemmetje van mijn moeder nog in mijn hoofd. Over persoonlijke dingen werd bij ons thuis zelden gesproken en dat gaat me nog steeds niet makkelijk af. Bij ons was het heel belangrijk wat ánderen zouden kunnen denken. Nu ik ouder ben, weet ik dat daardoor ook veel onzekerheid kan ontstaan, omdat je je zo bewust bent van die blik van buitenaf. Inmiddels heb ik daar veel minder last van, maar ik doe om die reden bijvoorbeeld niet aan social media. Ik moet het mezelf niet aandoen dat ik kan lezen wat iedere gek over me roept.’
Heb je in je werk weleens te maken gehad met heel vervelende types? ‘Ja, toen ik in de miniserie The Simon Wiesenthal Story speelde, met Ben Kingsley. Ben had een paar jaar daarvoor een Oscar gewonnen voor zijn rol als Ghandi en was wereld beroemd. Samen zijn we naar Wenen gegaan om de vrouw van Wiesenthal te spreken, we bereidden ons heel serieus voor. Maar allebei konden we het niet echt vinden met de regisseur van de film. En ik vergeet nooit hoe die man na het eerste materiaal te hebben gezien mijn hotelkamer in Boedapest binnenstapte en zei: ‘I paid for a star, but it doesn’t pay off.’ En daarna kwam hij steeds dichter bij me staan. Hij probeerde me onzeker te maken, terwijl later bleek dat het niet aan mij lag, maar aan het verkeerde camerastandpunt. Toen ik vervolgens aan Ben vertelde hoe hij zich had gedragen, besloten we allebei niet langer rechtstreeks met onze regisseur te communiceren. Het steunde me enorm dat Ben meteen achter me stond, maar het was een gruwel om op die manier te filmen.’
Uiterlijk
Inmiddels val jij in je vak ook op omdat je een van de weinige vrouwelijke filmsterren bent die niet aan haar uiterlijk heeft laten sleutelen. ‘Ik oordeel er niet over dat anderen het wél doen, maar ik vind het vaak zo zonde. Nicole Kidman is een fantastische actrice, maar de expressie die ze vroeger aan haar rollen kon toevoegen, is er niet meer. Ik kijk graag naar actrices als Frances McDormand, Olivia Colman en Sandra Hüller. En vond het ook hoopvol dat Jodie Foster en Annette Bening, allebei op leeftijd en niet zo heel veel aan hun gezicht gedaan, bij de laatste Oscars genomineerd waren. Dat sterkt me in mijn houding: hup, ijdelheid opzij en ervoor gaan. Maar goed, dat betekent niet dat ik soms niet schrok toen ik mezelf terugzag in die laatste films. Naarmate je ouder wordt, zie je er al snel strenger of bozer uit dan je bent. En ik wil ook niet alleen maar rollen aangeboden krijgen van chagrijnige vrouwen.’ Een knipoog: ‘Dus wie weet. Ga ik op mijn oude dag alsnog een keer voor de bijl.’
Benieuwd naar het hele interview met Renée? Je leest het in de nieuwe Nouveau. Vanaf nu in de winkel!
- Antoinette Scheulderman
- Roger Neve