Wat typeert jullie vriendschap nog meer?
ASTRID: ‘Mijn vriendinnenkring is divers. Wat mijn vriendinnen gemeen hebben, is dat het allemaal sterke vrouwen zijn, die hun eigen boterham verdienen, iets heel goed kunnen, iets te melden hebben en tegelijkertijd warm en lief zijn. Daar past Thérèse helemaal bij. Ik lees weleens dat als vrouwen elkaar zien of samenwerken, het vals wordt of een kippenhok. Dat geldt voor ons niet. Sterke vrouwen gunnen elkaar iets.’
THÉRÈSE: ‘Bij sterke vrouwen is er geen jaloezie of afgunst. Ik denk dat het Astrid en mij typeert dat we de zon willen zien schijnen voor elkaar.’
ASTRID: ‘Precies. Ik geniet van het succes van Thérèse. Als zij en Jonnie hun derde Michelinster wederom bevestigd zien, stuur ik ze heel blij een bericht.’
THÉRÈSE: ‘Ik heb een vriendinnengroep in Zwolle met wie ik andere dingen doe dan met Astrid, zoals carnaval vieren en met Pasen eieren zoeken.’
ASTRID: ‘Ik ga niet mee naar het carnaval, haha. Als ik in Zwolle zou wonen, zou ik best mee willen eieren zoeken. Het is gewoon te ver weg. Maar dat geeft niet. Met Thérèse gaat het niet om hoe vaak we elkaar zien. We zijn ook zakenpartners en ik vind het bijzonder hoe vanzelf dat allemaal gaat. Dat hadden we vijftien jaar geleden nooit kunnen bedenken.’
Hechte vriendschap
Wanneer voelde de connectie extra waardevol?
THÉRÈSE: ‘Op persoonlijk vlak heb ik gelukkig nog niet veel tegenslagen gehad. Wel een aantal op zakelijk vlak en dan stond Astrid voor me klaar. Gaf ze zakelijk advies en steun in de vorm van lieve berichten. Dat heb ik zeer gewaardeerd.’
ASTRID: ‘Aanvankelijk waren we met z’n vieren bevriend, met mijn eerste man Willem. Hij genoot net als ik van goed eten en dat deden we graag bij De Librije. Toen Willem ziek werd, hij kreeg alvleesklierkanker, ging het heel snel. Kort voor zijn overlijden kwamen Jonnie en Thérèse nog langs. Willem kon niet meer eten en Jonnie had reageerbuisjes met sapjes bij zich, waarin hij alle smaken van het menu van De Librije gestopt had, zodat Willem nog een laatste keer alles kon proeven. Dat vónd ik toch bijzonder.’
THÉRÈSE: ‘Toen we hoorden dat Willem zo snel achteruitging, zijn we halsoverkop naar jullie gereden. We wilden zo graag iets doen.’
ASTRID: ‘Jullie waren op de begrafenis. Daarna komt het moeilijkste. Komt het verdriet, de rouw. Hoe vaak jij niet hebt geïnformeerd hoe het met me ging. Je stuurde een bericht: ‘Ik weet niet wat je met kerst doet, maar ik hou een tafel voor je vrij in De Librije. Kom je met je zus?’ Dat er op zo’n manier aan je wordt gedacht, dat is vriendschap.’
Fijne momenten
Was het spannend toen jouw tweede echtgenoot en Jonnie elkaar ontmoetten?
ASTRID: ‘Nee, zo keek ik er niet naar.”
THÉRÈSE: ‘Ik weet nog dat je me even daarvoor vertelde dat je een ontzettend leuke man had ontmoet. Het was heel pril, maar ik zag het geluk in je ogen. Een genot om te zien. Ik was heel blij voor je.’
ASTRID: ‘Daarna maakten we een reisje met z’n vieren. Eerst naar wijnboeren in Penedès, Spanje, daarna eten en slapen in Barcelona. Het klikte heel goed tussen de mannen.’
THÉRÈSE: ‘Als presentatrice heeft Astrid een ander vak dan ik, maar ze houdt heel erg van eten en drinken en snapt dat we niet zomaar wat doen in ons restaurant. Komt ze in een ander restaurant, dan stuurt ze een verslagje hoe het was.’
ASTRID: ‘Ik bezoek restaurants over de hele wereld, ik denk inderdaad dat ik iets afweet van eten en drinken. Eén Michelinster halen is knap, twee is megaknap. Met drie hoor je tot een heel klein groepje in de wereld dat op zo’n hoog niveau kookt. Dat jarenlang op niveau volhouden is echt het allerknapst. Hoe kún je nou blijven vernieuwen, denk ik vaak over hen. Ik vind het onwaarschijnlijk knap.
Halen jullie ook weleens samen een patatje in de snackbar op de hoek?
ASTRID: ‘Ik ben dol op patat, ik koop het alleen niet vaak. Eén keer per jaar een zak met mayonaise, dat was het wel.’
THÉRÈSE: ‘Onze momenten samen staan vaker in het teken van goed eten. Vorig jaar gingen we op wijnreis naar Italië. In een lokaal tentje zaten we met een biertje op het terras en aten we goede spaghetti. Daags later dineerden we bij driesterrenrestaurant Piazza Duomo in Alba. Fantastisch!’
ASTRID: ‘In Frankrijk kregen we een boerenlunch met tomaten uit eigen tuin waar het sap uit droop, met bollen mozzarella en olijfolie erbij. Het hoeft allemaal niet chic te zijn, als het maar gemaakt is met goede ingrediënten. Eén keer aten we met z’n vieren in een restaurant in Frankrijk waar het vlees taai was, het eten ijskoud en de bediening onaardig.’
THÉRÈSE: ‘Teleurstellend was dat.’
ASTRID: ‘Ik voelde me opgelaten, had Jonnie en Thérèse meegenomen naar deze plek. Rob en ik hadden er al vaak goed gegeten. Nu was het vre-se-lijk.’
'Je ziet mensen vaak verstijven als Jonnie ergens binnenkomt'
Zeggen jullie daar dan iets van?
ASTRID: ‘Dat hebben we niet gedaan. Je ziet mensen vaak verstijven als Jonnie ergens binnenkomt, maar hij is prudent omdat hij beseft dat het enorm hard kan aankomen als hij het zegt. Ik vind dat Jonnie bijzonder mild is.’
THÉRÈSE: ‘Hij vindt dat iedereen altijd een tweede kans verdient en als we ergens gaan eten, wil hij ook gewoon ontspannen en genieten.’
Hoe zien jullie de vriendschap over nog eens twintig jaar?
ASTRID: ‘Dan zijn we bejaard. Ik zie ons lang doorgaan met onze wijnbusiness en daar is onze vriendschap aan gekoppeld. Al over tien jaar zullen we beiden minder werken en hopelijk vaker in het buitenland zijn. Bij ons in Frankrijk of bij Jonnie en Thérèse op Bonaire.’
THÉRÈSE: ‘Dan gooien we wat op de big green egg. Ook op Bonaire verkopen ze onze wijnen, dus er zal in elk geval een lekker flesje op tafel staan.’
Verder lezen?
Het hele interview met de twee vriendinnen (met schitterende foto's!) staat in de nieuwe Nouveau die vanaf nu overal te koop is en rijk gevuld is met onderwerpen die belangrijk zijn voor de dames. Online bestellen kan natuurlijk ook!
- Nicole Gabriëls
- Yvette Kulkens