‘Twaalf Chonelly’s, een plak chocola en droptoffees gaan erin.’
Een dag als vandaag is verschrikkelijk. Ik verwerk liefdesverdriet (dat ook nog eens mijn eigen schuld is), ben geblesseerd door zweepslag, dus ik kan mijn energie er niet uit gooien en ik heb deadlinestress. Dus besluit ik snoep te kopen.
Twee plakken melkchocolade van Lindt (twee ja, want stel dat ze lekker zijn), schuimpjes (voor een instant sugar high), droptoffees van Walker’s (heerlijk, maar een uitdaging voor je vullingen), Chonelly’s (yes, they’re back, die heerlijke chocoladekoekjes) en Apekoppen, die zo lekker in je mond smelten.
Nota bene na de lunch begint de craving. Mijn kaken en hersenen schreeuwen om een ‘zoetje na’, zoals mijn vader vroeger zei. Bij al die pijnen die ik lijd, zwelg ik in zelfmeelij en daartegen lijkt op dit moment maar één medicijn mogelijk: SNOEP. Want: ‘Het komt nooit meer goed met me, dus what the hell’. En o, o wat kan ik snoepen! Nee, noem het maar gerust ‘vreten’. Twaalf Chonelly’s gaan erin, gemixt met die Apekoppen, een plak chocola en droptoffees; alles maalt als één grote snoepfabriek in mijn lichaam. Binnen de kortste keren ben ik misselijk, uiteraard, maar de geest gooit er nog een schepje bovenop. Want ik voel me klote, dus hop-hop, nog maar een paar handen schuimpjes en zoete zooi erbij.
Totdat ik duizelig word en bedenk dat mijn sugar high maar eens moet worden gedempt. Op naar de koelkast voor een paar hompen kaas en plakken ham. Nu tevreden, Kuijpers? Daar zal je het Schuldgevoel hebben. Why oh why? Ik ga nooit meer eten, nooit meer snoepen. Waarom voel ik me zo machteloos vanbinnen? Waarom heb ik geen fruit gepakt? Of ben ik niet op het idee gekomen om te gaan twerken in plaats van te bingen?
Verteerd door schuldgevoel en machteloosheid besluit ik dat het voer is voor psychologen. Ik bel die van mij, hij heet meneer Vrolijk, dus het lijkt me dat ik er sowieso op vooruitga. Ik zeg: ‘Meneer Vrolijk, de onderste steen moet boven.’ Hij luistert en vertelt dan hoe wij als mensen ergens in onze prille jeugd wel een keer beschadigd zijn geweest. Dat we onbewust het gevoel hadden, niet goed te zijn zoals we zijn. En dat maakt dat we de rest van ons leven op zoek zijn naar erkenning. En als die er niet is, zoeken we bedwelmende alternatieven buiten onszelf. Bijvoorbeeld snoep.
‘Dus als jij je emotioneel ondervoed voelt, ga je als een kind om chocolade roepen in plaats van als een volwassen vrouw naar binnen te gaan en daar de zachte schoonheid van jezelf te voelen. In elke oorsprong ligt vreugde, ontspanning en vrede, ook al voel je je innerlijk verdrietig en klein. Zaken die zijn veroorzaakt door de buitenwereld.’
Poeh, da’s andere koek. Dank, meneer Vrolijk.
Ik ga morgen beginnen met zelfliefde. Echt waar!
Eerst nog even dat snoep opmaken...