Voor leuke 40+ vrouwen met stijl
Bettina Voos

'Niemand krijgt mij binnen tien minuten zo kwaad als...'

Columniste Bettina schrijft over het leven, de liefde en de lust. Ditmaal: het leed dat draaitopstofzuiger heet en echt óveral tegenaan botst of achter blijft steken.

Bettina Voos

Columniste Bettina schrijft over het leven, de liefde en de lust. Ditmaal: het leed dat draaitopstofzuiger heet en echt óveral tegenaan botst of achter blijft steken.

Ik zal niet zeggen dat het huishouden mijn favoriete bezigheid is, maar over het algemeen lukt het me prima om de boel een beetje bij te houden. Er is maar één huishoudelijke taak waarover ik geregeld het complete Bargoense woordenboek bij elkaar vloek.

Mijn lief en ik hebben de huishoudelijke taken zo’n beetje 50/50 verdeeld. Wie het eerste thuis is van z’n werk, kookt. Dat is al jaren de regel. Ik had eens een collega die na het werk net zo lang rondreed, totdat ze een appje van haar man ontving dat hij thuis was en vast aan het eten begon, maar bij ons levert het een keurige verdeling aan kookbeurten op.

Veel klusjes doen we allebei: bedden verschonen, stofzuigen, dweilen en afstoffen. Dat laatste doe ik trouwens alleen als het opvallend stoffig is; ik heb wel wat beters te doen.

Hij ruimt meestal de vaatwasser in en uit en zet wekelijks de container aan de straat. Bij navraag blijkt dat laatste trouwens een typisch ‘mannenklusje’, daarin zijn we blijkbaar niet zo geëmancipeerd.

O, en hij doet vaak de weekboodschappen. Mijn taken zijn de was en de strijk, ik poets de badkamer, de keuken, het toilet en ik lap de ramen.

Wassen en strijken vallen voor mij onder de ‘zen’-klusjes. Ik zet er een gezellig muziekje bij op en hang de was aan de lijn of haal de droge was eraf en vouw netjes op wat niet gestreken hoeft te worden. Strijken doe ik zo eens per maand en ook dat vind ik best een relaxed klusje. Het zijn geen bergen kleding en het knapt altijd zo lekker op van een boutje.

Er is maar één klus waarvan ik vlekken in mijn nek krijg en woedeaanvallen, en dat is stofzuigen. Er is niks mis met het idee achter het apparaat - je haalt ergens een zuigmond overheen en alles wat los ligt, verdwijnt erin - maar ik heb altijd ruzie met dat ding.

Het snoer is sowieso te kort om in één keer de hele benedenverdieping te doen (en ik woon heus niet in Paleis Soestdijk). De stekker springt uit het stopcontact, terwijl ik net om het hoekje in de keuken ben beland, terwijl het snoer zich onderweg op onverklaarbare wijze om een poot van een meubelstuk heeft geslingerd of onder een deur is vastgedraaid.

Het apparaat zelf lijkt een carrière als botsauto te ambiëren en knalt tegen elke deurpost, ramt alle tafel- en stoelpoten op zijn route en schampt met een kwieke draai de verf van het deurtje van mijn geërfde kastje. Werkelijk ieder voorwerp op stofzuigerhoogte in mijn huis heeft butsen van dat rotding.

En als ik ’m dan een ferme ruk geef, zodat-ie me weer lijdzaam volgt - you only have one job! - dan laat-ie zich amechtig op z’n rug rollen. Bovenop de schakelaar, zodat-ie zichzelf ook nog eens uitschakelt.

De zak zit altijd vol als je halverwege de trap staat - en de mijne hééft niet eens een zak, want het is zo’n hippe met zo’n reservoir, waarvoor je altijd het halve apparaat moet demonteren voordat je ’m kunt legen. Ik ben bij het uitkloppen in de vuilcontainer ook al eens een peperduur luchtfilter kwijtgeraakt.

En dan zijn we nog niet eens halverwege het huis. Zelfs bij het schrijven van deze column word ik woest. Niemand krijgt mij binnen tien minuten zo kwaad als mijn stofzuiger. Ik wil er eentje zónder snoer, met een zelfreinigend filter, die me volgt als een brave huisvrouw en zuigt als een temeier. Kak, daar heb je dat Bargoens alweer...

Je las een column van Libelle. Libelle.nl is dé website voor alles wat vrouwen willen weten, van persoonlijke verhalen tot handige lifehacks. Van entertainment tot koninklijk nieuws.

Columns
  • Getty Images