Janny van der Heijden: 'Rommelmarkten maken een hamster van me'
Janny van der Heijden schrijft voor Nouveau over haar leven en liefdes, zoals rondsnuffelen op 'foires à tout': 'Rommelmarkten maken een hamster van me.'
Janny van der Heijden schrijft voor Nouveau over haar leven en liefdes. Ditmaal: bouquiner!
‘Chauffe la carte, chérie’, zei mijn Franse vriendin met een vette knipoog nadat ik haar verteld had dat ik die ochtend naar een grote brocante zou gaan.
In een Nederlandse vertaal-app zul je de uitdrukking niet snel tegen komen maar faire chauffer la carte betekent letterlijk: in zeer korte tijd heel veel geld uitgeven. Ik vind het een heerlijke uitdrukking. En met dat uitgeven valt het wel mee hoor, zeker als je de uren plezier meerekent die al die markten me opleveren.
Ik ben gek op markten. Op grote kleurrijke markten met vele tientallen stallen met groente, fruit, rotisseurs met kip en ander gevogelte, dat je echt een keer móet proberen als je in Frankrijk bent (als je tenminste niet in een hotel zit), kazen, worsten, kleding, schoenen, hebbedingen en handige hulpjes en de meest vreemdsoortige levende kippen en konijnen.
Maar ook op de kleine markten, waar naast de kooplui ook oudere lokale boeren staan met een klein tafeltje met wat kruiden, kersen of groente erop, zijn me dierbaar. Ik strand daarna altijd stralend op een overvol terras met een kop koffie en manden vol heerlijkheden naast me.
Maar echt ‘los’ ga ik op rommel- en antiekmarkten. Daar zijn er in elke regio heel veel van, variërend van vide greniers (zolderopruimingen), vide maisons (verkoop van het volledig huisraad), foires à tout (rommelmarkten) tot de grote brocantemarkten en marchés aux puces (vlooienmarkten).
Ik heb het hier al eens eerder geschreven: ik ben een hamster. Doosjes, manden (nee, ik vertel niet hoeveel ik er heb), lang vergeten keukenattributen, champagnekoelers (ik bewaar er o.a. mijn koffiecups en thee in), antieke kurkentrekkers, fantastische koperen pannen, antieke tafellakens, ik heb het allemaal in mijn auto meegesleept. En boeken. Geweldige kunstboeken, kookboeken (ik weet het, ik heb er al veel te veel), historische boeken, ik kan er volledig in wegdromen.
Dat brengt me trouwens op een opvallend verschil tussen Nederland en Frankrijk. In Nederland zijn we niet zo van die lezers en al helemaal niet als het om geschiedenis gaat. Wij lezen gemiddeld negen boeken per jaar, waarvan drie digitaal. In Frankrijk ligt dat gemiddelde een stuk hoger; tweeëntwintig boeken, waarvan minder dan één digitaal.
En niet iedereen koopt nieuw. Daarom is er ook zo’n levendige handel in tweedehands. Die handel is niet alleen heel oud, maar ook veel ouder dan je zou denken. Wie kent niet de groene boekstalletjes langs de Seine, die gevuld zijn met oude boeken en prenten. Bouquinistes heten ze officieel. Wist je dat die zich over drie kilometer uitstrekken en inmiddels werelderfgoed zijn?
Ze zijn ergens in de zeventiende eeuw in het leven geroepen door handelaren die zich geen winkel konden veroorloven. Later werden er behalve boeken en pamfletten ook spotprenten verkocht en men zegt dat de bibliotheken die het tijdens de revolutie moesten ontgelden in veel gevallen daar verhandeld zijn.
Halverwege de negentiende eeuw kwamen de vaste groene bakken voor de handel in zwang. Voor die tijd moesten de handelaren alles ’s avonds weer mee naar huis slepen. Ook buiten Parijs is het fenomeen bouquiner (het doorspitten en lezen van tweede of derdehands boeken) populair en op elke markt staan er dan ook altijd een of meer boekenkramen.
Afdingen doe ik trouwen ook hoor. Maar wel een tip: blijf altijd netjes en roep niet zomaar wat, die mensen proberen ook wat te verdienen. Een glimlach en de zin ‘kunt u een mooie prijs voor me maken?’ werkt bijna altijd en zorgt voor een goed gevoel aan beide kanten De verkoper weer wat kwijt en jij weer wat rijker, ook al is je kaart wat armer.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Nouveau