Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Sandra Kooij: 'Ik ben publiekelijk aangevallen omdat ik ritalin voorschreef'

Eenmaal gegrepen door de wereld van psychiatrie raakte Sandra Kooij (66) gefascineerd door adhd. Ze wist als een van de eerste psychiaters aan te tonen dat de stoornis ook voorkomt bij volwassenen. De bijzonder hoogleraar adhd schreef een boek speciaal voor vrouwen, want juist bij hen worden adhd-klachten vaak niet gezien.

sandra

‘Ik ben een soort ontdekkingsreiziger, een pionier die niet bang is haar hoofd te stoten,’ zegt psychiater Sandra Kooij. Zij deed baanbrekend onderzoek naar adhd bij vrouwen en schreef daar onlangs een heel toegankelijk boek over, getiteld Bloedirritant! De onzichtbare strijd van vrouwen met ADHD. Maar ze is vooral bekend doordat zij als een van de eerste psychiaters signaleerde dat adhd ook voorkomt bij volwassenen.

Jeugd

Zittend onder de vijgenboom in haar weelderige tuin vertelt ze over haar opmerkelijke loopbaan. ‘Als tiener had ik niet het idee dat ik veel kon,’ begint ze. ‘Ik wilde verpleegkundige worden, net als mijn moeder. Ik had daar een romantisch beeld bij; dat ik in een lelijke eend door boerenvelden zou rijden en dat ik bij de een een cake en bij de ander een kip zou krijgen. Echt volkomen bezijden de werkelijkheid. Maar mijn moeder en oma grepen in. Mijn oma zei zelfs: je moest je schamen! Ze vonden dat iemand met mijn hersens moest gaan studeren. Mijn moeder had geneeskunde willen studeren, maar mocht dat toentertijd nog niet. Dus die dacht: dit laten we niet gebeuren.

'Ze had de diagnose borderline gekregen, maar ik dacht: dit ís geen borderline'

Ik ging uiteindelijk dus wel geneeskunde studeren en vooral toen er patiënten in beeld kwamen, werd het leuk. Ik dacht eerst aan gynaecologie, maar vond dat ik dan te weinig tijd had om met patiënten te praten. Daarom werd het psychiatrie. Daar voelde ik me helemaal thuis. Ik was gefascineerd door de vraag hoe gekte in elkaar zit. Hoe het toch kan dat iemand ineens ontspoort en psychotisch of depressief wordt.’

Meer dan druk zijn

‘Adhd ontdekte ik tijdens mijn stage klinische psychotherapie. Het was 1995 en adhd werd gezien als iets dat alleen bij kinderen voorkwam, en dan voornamelijk bij jongetjes. Tijdens mijn studie kreeg je er één college over en dat had ik gemist. Daarom had ik een nascholing gedaan en daar leerde ik dat adhd niet verdwijnt wanneer kinderen volwassen worden.

Ik kreeg toen een patiënte, een jonge vrouw, die impulsief, depressief en agressief was. Ze had de diagnose borderline gekregen, maar ik dacht: dit ís geen borderline. Ik ben haar en haar familie toen gaan testen op adhd en er was zoveel herkenning dat iedereen ontroerd was. Ikzelf net zo goed, want dat had ik nu ook weer niet verwacht, dat het meteen raak zou zijn. Ik ging aan de slag als psychiater bij een ggz en toen keek ik bij al mijn patiënten of ze misschien adhd hadden. Dat bleek bij heel veel van hen het geval te zijn. Vervolgens heb ik onderzoek gedaan naar adhd bij volwassenen. Ik liet patiënten gewoon zonder verwijzing komen en ik leerde heel veel van ze. Adhd bleek niet alleen een kwestie van druk zijn en je niet kunnen concentreren. Het is een verzameling van heel veel klachten, van stemmingswisselingen tot slaapproblemen, die weer tal van problemen kunnen veroorzaken op het werk en in relaties. Ik ontdekte hoe complex het was en dat veel mensen baat hadden bij medicatie als ritalin. In 2002 kreeg ik de kans om een eigen afdeling voor adhd bij volwassenen op te richten bij de Haagse ggz-instelling Parnassia. Het was een stormachtige tijd. Ik moest alles zelf ontwikkelen en de afdeling moest steeds uitbreiden, want heel Nederland kwam naar ons toe. Tegelijkertijd was ik aan het promoveren. Ik moet wel erg veel energie hebben gehad, denk ik achteraf.

'Vrouwen met adhd hebben inderdaad veel meer klachten voor de menstruatie, tijdens de overgang en na een bevalling'

Er was ook weerstand. Ik ben publiekelijk aangevallen omdat ik ritalin voorschreef. Dat middel heeft een slechte naam, het zou verslavend zijn en nare bijwerkingen hebben. Dat ligt echter genuanceerder en ik zag dat het veel patiënten hielp. Er is nu gelukkig betere medicatie, ik schrijf allang geen ritalin meer voor, maar die kritiek heeft me wel tot in mijn ziel geraakt.’

Heftige klachten

‘Mijn onderzoek nam een interessante wending doordat mijn vrouwelijke patiënten vertelden dat ze extreem heftige klachten hadden voor de menstruatie. Dat ze dan somber waren, soms zelfs suïcidaal, en ruzie maakten met iedereen. Ook de overgang was een helse tijd, gaven ze aan. Ik ben onderzoek gaan doen en daaruit bleek dat vrouwen met adhd inderdaad veel meer klachten hebben voor de menstruatie, tijdens de overgang en na een bevalling. Maar er zijn inmiddels aanwijzingen dat we daar onder meer met medicatie iets aan kunnen doen. Adhd bij vrouwen wordt meestal niet gezien. Er is zo lang gedacht dat het typisch iets voor jongetjes was. Vrouwen met adhd hebben daarom vaak geen zicht op wat er met ze aan de hand is en gaan maar door. Ze proberen zich er met perfectionisme doorheen te slaan. Gaan heel hard werken, verzanden in details en ze hebben slaapproblemen. Daarvan raak je uitgeput en dat leidt tot een burn-out, vaak herhaaldelijk.

Mensen vragen me weleens of ik zelf adhd heb. Dat is niet zo, maar een aantal familieleden heeft het wel. Indertijd wist ik dat nog niet; ik kwam erachter toen nichtjes en neefjes het bleken te hebben. Ik denk dat ik het op de een of andere manier herkende, het is voor mij dichtbij.’

Zangles

‘Ik heb intens genoten van mijn loopbaan. Er was indertijd zo weinig bekend over adhd, alles lag nog open, ik kon gewoon mijn neus achterna. En het is ook gewoon leuk om mensen beter te maken, ze perspectief te bieden. Dat is het mooiste aan het artsenberoep. Ik kan daar niet moe van worden. Maar ik ben op een gegeven moment wel dingen voor mezelf gaan doen omdat ik dacht: anders werk ik alleen maar en dat is ook niet de bedoeling van het leven. Ik heb zangles genomen, ik zing nu klassieke aria’s, en ik schilder en tuinier.

Verder besteed ik natuurlijk ook graag tijd aan mijn echtgenoot en mijn teckels. Mijn man is ook psychiater, gespecialiseerd in depressie. We zijn sinds 1987 bij elkaar. We hadden graag kinderen gewild, maar dat is helaas niet gelukt. Dat was toen heel naar, maar nu kan ik er goed mee dealen. Ik heb heel leuke nichtjes en neefjes. En dat ik geen kinderen heb, gaf me meer ruimte om te doen wat ik heb gedaan. In 2020 werd ik benoemd tot bijzonder hoogleraar adhd bij volwassenen, bij het Amsterdam UMC. Ik ben nu zesenzestig, maar ik mag nog vijf jaar door als hoogleraar en daar ben ik zo blij om. Want ik ga met mijn team iets nieuws doen: een groot internationaal onderzoek naar adhd bij vrouwen. Er is nog zoveel te ontdekken.’

Personality
  • Ester Gebuis