Exclusief interview met de alleskunner!
Ze schreef met De Luizenmoeder tv-historie en gooide er een film achteraan die inmiddels platina is. Verrijkte ons jargon met termen als participizza en moedermaffia. En herintroduceerde politiek incorrecte humor in een tijd dat zelfs komieken op eieren lopen. Toch noemt actrice/schrijfster/regisseur Ilse Warringa zichzelf nog steeds een provinciekind.
Als geboren Overijsselse heeft ze zich de Randstad-mentaliteit - ‘iedereen staat sneller op zijn strepen, is gewend dat alles meteen voorhanden is’ - nooit eigen gemaakt.
In haar dorp Dalfsen waren de mogelijkheden op cultuurgebied dan ook bepaald niet royaal. Ze moest zich behelpen met de plaatselijke fanfare en de muziekschool waar het blokfluit-uur en klokkenspel de populairste lessen waren. Maar zij wilde meer.
'Ik dacht: ik ben niet in de positie om nee te zeggen'
‘Toneel, theater. Ik heb het allemaal later moeten ontdekken in Kampen, heb van ver moeten komen om mezelf te ontwikkelen. Als je op de toneelschool in Amsterdam, Utrecht of Maastricht hebt gezeten, sta je dichter bij het vuur. Merken regisseurs en gezelschappen je eerder op.
Ik heb het gevoel dat ik heel hard heb moeten knokken, steeds moest bewijzen dat ik wat kon. En ik wilde per se theater maken. Op het hoogste niveau. Dat uitte zich lang in ja zeggen op alles. Ik dacht: ik ben niet in de positie om nee te zeggen. Of: wie ben ik om dat te weigeren?’
‘Nu ben ik van nature ook een ja-zegger door mijn enthousiasme. Zo ben ik met veel verschillende mensen en projecten in aanraking gekomen. En ik heb geleerd wat niet bij mij past. Ik zal niet zo snel meer in een spelprogramma of panel gaan zitten als mezelf om mijn persoonlijke mening te verkondigen. Daar voel ik me hoogst ongemakkelijk bij. Ik stop die energie liever in mijn werk. In heel verschillende rollen.’
Ilse - slechts gehuld in corrigerend ondergoed - laat haar date aan haar tenen likken
Ilse Warringa was daarom deze zomer niet alleen als de inmiddels iconische juf Ank in de bioscopen te zien. Ze speelde ook een van de hoofdrollen in de nieuwe romantische komedie Niks Vreemds Aan. Als de nieuwsgierige maar ook timide Suus probeert ze haar passieloze huwelijk met Mats (Loek Peters) nieuw leven in te blazen met behulp van een rigoureuze oplossing: een swingersdate. Een film waarvoor ze haar gêne aan de kant moest schuiven: Ilse - slechts gehuld in corrigerend ondergoed - laat haar date aan haar tenen likken.
Het interview met Ilse vindt plaats via Zoom omdat haar gezin geconfronteerd is met corona. Daardoor moest ze ook de première van Luizenmoeder - De Film fysiek aan zich voorbij laten gaan, vertelt ze in haar quarantainekamer op de benedenverdieping van het Amsterdamse huis dat ze deelt met man en kinderen (16 en 14). Ze blijkt geduldiger dan juf Ank wanneer de techniek hapert waardoor haar snelle gebaren geregeld stranden in een digitale slow-motion-brij.
Je had lang gewerkt aan Luizenmoeder - De Film en op het moment suprême kon je er niet bij zijn. Hoe ga je om met zo’n teleurstelling?
‘Mijn eerste reactie was woede, zoals altijd bij mij. Ik werd boos. Daarna verdrietig. Mijn broers waren er, net als mijn zusje en ouders, vrienden, de cast en de crew. Ik had er zo lang aan gewerkt en me enorm op dat moment verheugd. Eindelijk weer eens met vijfhonderd man in de zaal zitten. Voelen wat die film doet met de aanwezigen.
'Dat had zoiets treurigs dat ik er ook om moest lachen, en toen ging het wel weer'
En dan gaat het niet door, zat ik daar in mijn eentje te livestreamen. Dat had zoiets treurigs dat ik er ook om moest lachen, en toen ging het wel weer. Zeker nadat ik hoorde dat mensen ontroerd waren en tegelijkertijd vreselijk hadden moeten lachen. Ze begrepen wat ik wilde en moest vertellen.’
En wat is dat precies?
‘Dat het juist nu gaat om gelijkwaardigheid, saamhorigheid en gemeenschappelijkheid. Daar hoort bij dat je ook om elkaar moet kunnen lachen. Dat je je zelfspot behoudt. Ik wil komedie maken die mensen verbindt. Het is steeds meer ieder voor zich. Ik wil dat mensen de bioscoop uitlopen met het gevoel dat we met z’n allen deel uitmaken van een groter geheel, dat we net iets meer op elkaar mogen letten. Dat staat - ook voor kinderen - voorop, niet die acht of die negen halen.’
Met je pleidooi voor grappen ontketende je een nationaal humordebat waarbij je ook verwijten kreeg dat je met botte lol minderheden kleineert. Wat doet dat met je?
‘Beetje ironisch bedoeld: ik vind dat tamelijk kwetsend. Wonderlijk ook; sommigen willen mijn verhaal kennelijk zo opvatten. De wil om het werkelijk te begrijpen was bij sommigen ver te zoeken. Daardoor denk ik: laat ik in de toekomst maar gewoon weer mijn werk voor zich laten spreken in plaats van me uit te spreken in interviews.
Het bevestigt daarnaast dat we een land in verwarring zijn. Het is onduidelijk en lastig wat je wel en niet mag zeggen. Ik vind het interessant om satire over die voorzichtigheid te maken en daarbij juist het ongemak op te zoeken. Situaties die mensen nerveus maken. Zoals in de film Niks vreemds aan: mijn personage verheugt zich op een romantische trouwdag en krijgt van haar man een tegoedbon dat hij twaalf keer gaat stofzuigen. Ze is echt teleurgesteld dat de passie en sensatie uit de relatie is verdwenen.’
Jij bent al heel erg lang samen met je man. Hoe houd jij het spannend?
‘Ik denk doordat de basis klopt. Niet voor niets zijn we zolang bij elkaar. Natuurlijk baal ik wel eens, dan is hij bot en lomp. Maar vaker vinden we elkaar nog steeds de leuksten. En heel aantrekkelijk. Ik mag graag naar hem kijken. Als hij in de verte aankomt, denk ik: ah, die is van mij. Hij is stoer, een man uit één stuk, geen pleaser die leuk gevonden wil worden. Ik vind het ook belangrijk dat hij mij aantrekkelijk vindt en doe moeite om dat zo te houden. Ik zal nooit denken: kan mij het schelen wat ik aantrek, alleen hij ziet me maar.
Ik wil dat hij me mooi vindt. Ook op ander gebied doe ik mijn best. Ik heb een onwaarschijnlijke hekel aan koken, ik kan het ook echt niet. Toch vindt hij het heerlijk als ik dat af en toe voor hem doe, maar alleen zonder te schelden of mopperen boven de pannen.
'Als de liefde van de man door de maag gaat, heeft hij een rotleven'
Met ferme tegenzin ga ik dan aan de gang, hij grinnikend aan de zijlijn. Als de liefde van de man door de maag gaat, heeft hij een rotleven. Daarnaast blijven we elkaar opzoeken en laten we elkaar tegelijkertijd vrij. Ik bedoel: we claimen elkaar niet. Leggen geen beslag op elkaar als in: ben je nou al weer weg? En we zoeken de spanning niet in een andere persoon.’
Een paar jaar geleden zei je toch dat jullie een open huwelijk hadden?
‘Nee, nee. Ook in dat interview is een uitspraak totaal uit zijn verband gerukt. Ik had het over elkaar vrijlaten. Soms geen grote verwachtingen hebben in de categorie: je zou toch meegaan naar dit of dat? Vrijlaten is iets anders dan vreemdgaan.’
In de nieuwe komedie Niks vreemds aan deinst Ilse Warringa niet terug voor scènes waarin ze minder geflatteerd of weinig sexy overkomt. Zo laat ze - slechts gehuld in ondergoed van het corrigerende soort - haar date aan haar tenen likken.
Moest je schaamte overwinnen om dit voor de camera te doen?
‘Nee. Het hoeft niet altijd zo glossy. Ik vind het niet erg om lelijk te zijn op beeld. Het is juist leuk, omdat het zorgt voor herkenbaarheid. Een vorm van realisme. Veel vrouwen, ik soms ook, dragen huidkleurig corrigerend ondergoed. Sta ik als mijn personage in zulk ondergoed, dan hoef ik niets te overwinnen. Zodra er actie wordt geroepen, sta ik klaar om de onaantrekkelijkheid daarvan uit te vergroten. Wanneer ik dat als mezelf doe, is dat van een totaal andere orde. Dan schaam ik me best snel.
Als acteur geef je vorm, vergroot je iets uit. Zo heb ik ooit voor een rol in een try-out de hele voorstelling lang met schoudervullingen en kleine mini-mandarijntjes in mijn bh, net boven de beugels aan de onderkant, gespeeld. Op die manier leek het alsof ik enorme hangtieten had en gigantisch grote tepels.
'Wat zielig dat zij zulke reusachtige hangtieten heeft… O nee, nu zijn ze een stuk kleiner. Huh?'
We hebben daar als acteurs onderling heel erg om moeten lachen. Maar daarvoor moest ik toch wel actief over mijn schaamte heen stappen. Omdat het publiek dat mij na het stuk in de foyer zag. voortdurend mijn beide borsten zat te checken: wat zielig dat zij zulke reusachtige hangtieten heeft… O nee, nu zijn ze een stuk kleiner. Huh?’
Waarvoor schaam je je?
‘Bijvoorbeeld wanneer ik mezelf terugzie in een interview. Ik doe dat niet graag. Zit ik mezelf te analyseren: wat irritant die handgebaren. Waarom doe je zo overdreven? En: awkward, dat harde gelach. Ik heb ook last van plaatsvervangende schaamte, als een ander zich voor schut zet en dat niet door heeft. Dan moet ik de sfeer redden, ingrijpen om het weer goed te maken.
'Hoe meer het schuurt, hoe beter. In het dagelijks leven denk ik: o nee, laat het snel voorbij gaan'
In mijn werk kan ik lekker gecontroleerd genieten van ongemakkelijke situaties. Hoe meer het schuurt, hoe beter. In het dagelijks leven denk ik: o nee, laat het snel voorbij gaan. Die vreselijke stilte, dat misverstand, het onbegrip. Laatst fietste ik op de Rozengracht toen mijn veter in mijn wiel terecht kwam. Met een enorme snoekduik ging ik onderuit. Het deed pijn, ik had mijn enkel verstuikt, maar ik wilde me niet laten kennen.
'Ik zing graag op de fiets maar dat vindt mijn dochter zo erg. “Ontzettend cringe”, zegt ze dan'
Ik zei nog met verkrampte lach tegen omstanders: “Gênant hè?” Ik werd vreselijk rood en deed mijn best ondanks de pijn zo goed en soepel mogelijk weg te lopen. Ik probeer er ook voor te zorgen dat mijn kinderen zich niet voor mij schamen. Ik zing graag op de fiets maar dat vindt mijn dochter zo erg. “Ontzettend cringe”, zegt ze dan. Irritant ook. Dus dat doe ik dan maar niet meer wanneer zij erbij is.’
Doe je veel samen met je kinderen?
‘Sowieso eten we altijd samen. In de weekenden doen we af en toe iets leuks en we kijken films. De zomervakanties zijn voor het gezin, dit jaar gaan we naar Zweden. Maar dan nog is het te weinig. Voor Niks vreemds aan zat ik met de cast een maand in Riga, vlakbij Cinevilla Studio, een soort Hollywood in Letland. Ontzettend leuk om zo monomaan in een bubbel te focussen op een project.
Lange dagen, veel repeteren, mijn karakter uitdiepen, de ontroering voelbaar maken. Maar dan mis ik het thuisfront. Ik wil liever niet Facetimen, omdat de heimwee dan te erg wordt. Zie ik die koppies, dan speelt mijn moederhart op. Dan wil ik ze op schoot trekken en knuffelen. Dus blijft het bij old school bellen en appen. Ik ging zelf op mijn zeventiende het huis uit, maar ik moet er niet aan denken dat zij dat ook op die leeftijd zouden doen. Heftig. De puzzel thuis zou dan niet meer kloppen. Ik weet dat het niet kan, maar het liefst wil ik dat ze altijd bij ons blijven wonen.’
Wat heb je geleerd van je kinderen?
‘Wat ik zo knap vind: zij zijn altijd zichzelf. Ze doen zich niet beter of mooier voor dan ze zijn. Als er mensen bij ons over de vloer zijn en de kinderen hebben een rotdag, dan zullen ze dat niet onder stoelen of banken steken. Ze houden de schijn niet op om een ander te pleasen. Ik ben zelf een echte pleaser, dus daar kan ik ontzettend veel van leren.’
Zie je hun toekomst met vertrouwen tegemoet?
‘In mijn onbezorgde jarentachtigjeugd waren de klimaatproblemen nog niet van dien aard dat we ons acuut zorgen hoefden te maken. Nu luidt de noodklok en daar heb ik ook gesprekken met de kinderen over. Hoe kunnen we individueel iets bijdragen om ervoor te zorgen dat de aarde in 2090 niet onbewoonbaar wordt? De overstromingen, de bosbranden, de vissoorten die door vervuiling van de zeebodem uitsterven. Als wij als mensen ons niet direct verantwoordelijk gaan voelen, gaat het mis.
Het mooie is wel dat de generatie van de kinderen echt het verschil kan maken, zij zijn de bestuurders van de toekomst. Zij hebben een mooie taak. Mijn kinderen zijn uit eigen beweging gestopt met vlees eten. Maar dat is wel het minste dat je kan doen als mens, om het verschil te maken. Voor mij - ik eet al 25 jaar geen vlees meer - is het moeilijk te begrijpen dat mensen nog steeds dieren eten. Zolang we dat blijven doen en de bio-industrie blijven stimuleren, zullen er ook altijd infectieziekten als corona blijven bestaan.’
Het grote publiek leerde je in 2018 kennen, je won prijzen. Heeft succes je leven veranderd?
‘Ik ben zelf niet veranderd. Mijn man zorgt daar ook voor. Hij gunt mij het succes, maar hij zou het moeilijk vinden wanneer daardoor mijn keuzes zouden veranderen. Dat ik met een olijk gezicht in allerlei spelletjesprogramma’s zou gaan zitten. Dan herken ik mijn eigen vrouw niet meer, zegt hij. Ik denk dat ik dicht bij mezelf gebleven ben sinds De Luizenmoeder.
Wat veranderd is, is hoe mensen op mij reageren. De herkenning op straat, foto’s maken; dat blijft toch een rare gewaarwording. Net als liefdesverklaringen via Facebook, Messenger of Twitter. Dickpics heb ik ook gehad. Mijn agente krijgt soms handgeschreven brieven voor mij. Mijn man vindt die groupies van juf Ank wel grappig. “Ik snap het wel,” zegt hij. En ik zie het ook als compliment. Ik vind het ook leuk wanneer ik op straat wordt nagefloten, ik zie daar geen kwaad in.’
Ben je zelfverzekerder geworden door De Luizenmoeder?
‘Nee. Nog steeds werk ik op dezelfde manier als daarvoor: ik schrijf wat ik kwijt moet. En ik twijfel aan alles. Bij elke versie die ik moet voorlezen zit ik met kloppend hart en vlekken in mijn nek. Want het blijft heel kwetsbaar: iets tonen wat je maakt vanuit je hart.
'Ik hoop elke keer weer opnieuw verschrikkelijk dat zij het goed vinden'
Eerdere prijzen en waardering maken voor dat gevoel niet uit. Ik ben even nerveus. Want ik maak mijn kunst voor mensen, voor het publiek. En ik hoop elke keer weer opnieuw verschrikkelijk dat zij het goed vinden en erom moeten lachen en ontroerd zijn. Daarnaar blijf ik altijd op zoek.’
Dit interview heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan. Styling: Claudia Engels / Visagie: Leco van Zadelhoff (c) Nouveau / DPG Media 2021
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Roger Neve