Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Machteld (47): 'Ik ben jaloers op het succes van mijn zus'

   

zussen rivaliteit

Zij was de dochter die alles kon, in tegenstelling tot haar één jaar jongere zus, die geen enkel talent leek te bezitten. Dat het nu juist die zus zo voor de wind gaat, vindt Machteld (47) ontzettend onrechtvaardig.



‘Eerlijk gezegd weet ik niet of ‘jaloers’ de lading dekt. Het is meer het gevoel dat er iets niet klopt. Telkens als ik mijn zus zie, denk ik: hè, hoe dan?! Ik was toch het veelbelovende kind?

Nee, ik geloof niet dat ik haar het succes en het fijne leven misgun. Het is meer dat de huidige rolverdeling niet in mijn hoofd past omdat deze het tegenovergestelde is van wat ik altijd voor me zag. Mijn zus leidt het leven dat voor mij was weggelegd, zo ervaar ik het.

Ik heb altijd te horen gekregen dat ik zo pienter en getalenteerd was. Over mij maakten mijn ouders zich geen zorgen, zeiden ze, ik had alles in huis om te slagen in het leven. In gesprekken met hun vrienden noemden ze mij hun ‘makkelijke kind’. En inderdaad, leren, sporten, vrienden maken, alles ging mij even makkelijk af.

Mijn zus was een heel ander verhaal. Waar ik het zondagskind was, was zij het zorgenkind. Mijn ouders hadden het vaak over haar, met gedempte stemmen en bezorgde blikken.

Nu denk ik weleens: hoezo?! Want wat was er nu helemaal met Willemijn aan de hand? Ja, ze was stil en dromerig, traag ook, en soms zelfs wat sullig. En ze had iets houterigs, zowel in haar manier van bewegen als in het contact met anderen.

Zij blonk niet uit, kort gezegd. Op geen enkel vlak, maar so what? We kunnen toch niet allemaal uitblinken? Ze was gezond en volgens mij niet ongelukkig, dat was toch het belangrijkste?

Zo dachten onze ouders niet. Hun ideeën over een geslaagd leven waren zo rigide dat alles wat daar niet mee strookte, tot paniek leidde. Die bezorgdheid van hun was vermomde paniek, begrijp ik nu. En wat ik nu ook snap, is dat hun houding tegenover ons onze ontwikkeling enorm heeft beïnvloed.

Ik bedoel, als kind heb je het volste vertrouwen in het beoordelingsvermogen van je ouders. Wat zij vinden, vind jij onbewust ook. Hun ideeën over ons werden daardoor min of meer selffulfilling prophecy’s. Willemijn heeft lange tijd geen enkele moeite gedaan hogere cijfers te halen, want dat zou toch niet lukken, dacht ze. En ik wilde juist altijd scoren, de beste zijn, want dat was immers wie ik was.

Ons middelbareschooladvies was dus geen verrassing. Niet voor ons en niet voor onze ouders. Willemijn ging naar de mavo, ik natuurlijk naar het gymnasium. Ook daar verliep het de eerste jaren volgens verwachting: Ik haalde glanzende cijfers en Willemijn vooral vijven en zessen.



Groot was dan ook onze verbazing toen ze in het derde jaar bloedserieus aankondigde dat ze naar de havo wilde omdat ze, let op, informatica wilde gaan studeren. Ze had het licht gezien tijdens een reeks computerlessen, die ze moeiteloos kon volgen. Op een gegeven moment begreep ze de stof zelfs beter dan de leraar.

Dat gaf haar zoveel zelfvertrouwen dat ze bij andere vakken ineens veel beter ging presteren, waardoor ze na haar eindexamen inderdaad naar de havo kon. Daar weer na stapte ze triomfantelijk over naar het vwo en een jaar later schreef ze zich in bij de universiteit.

Ik was intussen begonnen aan mijn studie, waar met mij eigenlijk het omgekeerde gebeurde. Terwijl Willemijn haar grenzen verlegde, liep ik voor het eerst van mijn leven keihard tegen de mijne aan.

De studie die ik had gekozen, vergde veel meer tijd en energie dan ik bereid was erin te steken, want als lid van een studentenvereniging wilde ik ook minstens vier avonden per week mijn gezicht op de sociëteit laten zien en als aanvoerder van mijn hockeyteam vond ik dat ik bij iedere wedstrijd en training aanwezig moest zijn. Moest allemaal kunnen, vond ik, en toen ik ontdekte dat het niet kon, kon ik dat niet toegeven. Mij was altijd alles gelukt, ik had geen idee wat ik moest doen als het tegenzat.

Mijn ‘redding’ kwam in de vorm van een man. Joris, econoom, net afgestudeerd, enorm ambitieus, en... vreselijk verliefd op mij. Toen hij was gescout door een Amerikaans bedrijf en mij vroeg of ik met hem mee wilde gaan, wist ik niet hoe snel ik ja moest zeggen. ‘De oceaan over, het avontuur tegemoet!’ riep ik, terwijl ik stiekem dacht: weg van de universiteit, weg van m’n ouders, weg van de verwachtingen.’

Willemijn had inmiddels ook een vriendje. Marco, een typische nerd, met wie ze een grote passie voor internet deelde. Samen begonnen ze websites voor bedrijven te bouwen. Daar verdienden ze na een tijdje zoveel mee, dat ze hun studie zelf konden bekostigen. Dat vond ik best ingewikkeld, want ik was na vier jaar nog compleet afhankelijk van de studiefinanciering en de toelage van mijn ouders. Misschien dat dat ook wel een van de redenen was dat ik met Joris meeging.

In New York gaf ik mij helemaal over aan het luxe leven als ‘de vrouw van.’ Ik vond dat ik een droomleven leidde en toen Joris mij ten huwelijk vroeg, was ik in de zevende hemel. Na de bruiloft verhuisden we naar een groot huis net buiten de stad waar ik me, zoals een echtgenote van een rijke Amerikaan betaamt, op het interieur stortte. Een paar maanden later raakte ik in verwachting. Weer iets om me helemaal in te verliezen. Werkelijk mijn hele leven stond in het teken van de zwangerschap en toen onze dochter was geboren, draaide alles om haar.

Myrthe was acht toen mijn wereld instortte. Joris had er op zijn werk een puinhoop van gemaakt en werd op staande voet ontslagen. Er volgden een scheiding en heel veel gedoe over geld, dat er nauwelijks nog was. Met pijn in mijn hart verhuisde ik van ons prachtige huis naar een flatje in de stad. Ik voelde me er ontzettend alleen en verloren. Ik verlangde naar huis, naar Nederland, naar mijn oude vriendinnen, mijn familie. Uiteindelijk besloot ik dat het ook voor Myrthe, inmiddels twaalf, beter was naar Nederland te verhuizen. Daar zou ze tenminste weer een blije moeder hebben.

Maar eenmaal hier wachtte mij een nieuwe schok: een totaal omgekeerde wereld. Dat ik niet langer getrouwd en rijk was, was nog tot daaraan toe, maar dat mijn zus ineens veel gelukkiger, rijker én eleganter was dan ik ooit was geweest, trof me als een klap in het gezicht.

Wat was er gebeurd? In de tussenliggende jaren had ik haar te weinig gezien om te weten hoezeer ze veranderd was. Ze zag er fantastisch uit! De uitgebluste moeder van drie jonge kinderen die ik verwacht had aan te treffen, bleek een zelfverzekerde vrouw – niet houterig meer, maar statig – die samen met haar sportief ogende, goed verzorgde man een geolied team vormde, zowel zakelijk als privé.

Wat me nog het meest stak, was de vanzelfsprekende band die de drie kleintjes met onze ouders hadden. Sinds de geboorte van de eerste passen mijn vader en moeder één dag per week bij Willemijn en Marco thuis op. Ik had me nooit gerealiseerd hoe waardevol dat voor alle betrokkenen is. Myrthe en ik hadden die kans gemist. Daardoor zal mijn dochters haar grootouders nooit zo goed leren kennen als die drie koters. Ik vind dat nog altijd heel verdrietig.

Soms heb ik een déjà vu. Dan zie ik mijn ouders, precies zoals vroeger, bezorgd met elkaar smiespelen. Het grote verschil is dat ze het nu zeker niet over Willemijn hebben. Nee, misschien klinkt het paranoïde, maar ik vrees dat ik het ben over wie ze zich tegenwoordig zorgen maken.’



De naam in dit artikel is gefingeerd.

Openhartig
  • Getty Images