Op de fiets naar Parijs: slow travel pur sang

Paris à velo: het gaat om de reis én de bestemming.

Natuurlijk, je kunt met de Thalys naar Parijs - je bent er zo. Maar waarom zou je, als je er ook naartoe kunt fietsen, door golvende velden en schitterende oude stadjes? Slow travel pur sang.

Door: Lisette Hilhorst

Dag 1

We zitten nog geen tien minuten op de fiets als de eerste regendruppels op onze helmen tikken. Vertwijfeld kijken de man en ik elkaar aan: gaan we dit echt doen? Ja, knikken we vol overtuiging, we fietsen naar Parijs. Gewoon omdat het kan.

We houden van fietsen, we houden van Parijs – de combinatie maakt het magisch. In theorie dan. Een halfuur later staan we in een tochtig bushokje te schuilen voor een wolkbreuk, het water kolkt door de straten.

Lisette Hilhorst

Gelukkig hebben we voor de eerste dag een korte route gepland. Als we doornat aankomen bij onze snoezige B&B in het Belgisch-Limburgse Eksel worden we opgewacht door een glamou­reuze hoogblonde kapster met roze satijnen pumps die ons een flesje roze champagne overhandigt. Daar is de magie weer! Na een warme douche en met een glas bubbels in de hand, ziet de wereld er weer heel anders uit.

Dag 2

De volgende ochtend schijnt er een waterig zonnetje. Het inpakken van de tas is zo gepiept, want natuurlijk sjouwen we niet veel mee. Fietskleding is dry-fit; je wast het ’s avonds even uit en de volgende ochtend is het weer droog.

En de ‘gewone kleding – een broek van ‘travelstof ’, een vest, drie shirtjes (twee kan ook, maar Parijs!). Thuis geniet ik ervan om elke dag setjes samen te stellen; hier vind ik het juist leuk dat er niets te kiezen valt.

De haast is weg

En dan zwieren we door het Vlaamse land over mooie, goed onderhouden fietspaden, door velden met koolzaad en kleine dorpen. We hobbelen over de kasseien van het prachtige Begijnhof in het oude stadje Diest en trakteren onszelf op koffie en patisserie.

Getty Images

Dit is een van de grote voordelen van een fietsvakantie in België en Frankrijk. Door het fietsen verbrand je véél meer calo­rieën dan op een normale dag, dus kun je zonder schuldgevoel die verrukkelijke boulangerieën binnenstappen.

Getty Images

We slapen in Tienen, ook weer zo’n leuk oud marktstadje, waar we de enige toeristen zijn. We gaan ‘op café’ omdat we wel een Belgisch biertje verdiend hebben. Voor de grap dopen we het om tot sportdrank. Dat blijft onze running gag deze vakantie. Voor het gemak rekenen we de lekkere Franse wijnen ook tot sportdrank.

Dag 3

Getty Images

Op dag drie passeren we de taalgrens en begint het landschap als bij toverslag te glooien. Passan­ten op de stille fietspaden steken hun duimen naar ons op: ‘Courage!’ Naar Namen gaat het en van daar door het Maasdal naar Dinant en verder naar Chimay.

Het Waalse landschap is nog rustiger. In een lieflijk gehucht worden we begroet door een boer op een tractor en een vrouw die de was ophangt. ‘Bonjour!’ roepen we, ook naar de koeien in de wei die nieuwsgie­rig hun koppen naar ons omdraaien.

Lisette aan de sportdrank!

En staat daar nou een hert op de weg? ‘Bonjour,’ fluisteren we. Opeens merken we iets: de haast is weg. We hebben alle tijd van de wereld. We hoeven alleen maar te fietsen en daar kunnen we de hele dag over doen. Geen stress over deadlines en dagelijkse beslommeringen, we hebben de route, elkaar en onze bestemming, c’est ca.

Moe worden we bijna niet. We rijden in een rustig tempo, nemen pauzes op een bankje, lunchen in een cafeetje of met lekkers van de bakker op een dorpsplein.

Alle vrijheid 

Elke avond kijken we naar het weer­bericht: blijft het morgen droog? Wat doet de wind? Hoe voelen onze benen? Willen we ver fietsen of doen we het een dagje rustig aan? Op basis daarvan besluiten we hoelang de route van de volgende dag wordt en boeken we een hotel of B&B voor de nacht.

Dat gaat heel gemakkelijk via een app. Het is fijn om op de dag zelf te weten waar je naartoe fietst en dat er een bed voor je klaarstaat. Onze etappes zijn 60 tot 90 kilometer lang, voor ons goed te doen.

Natuurlijk kun je ook voor vertrek alle accommodaties al boeken. Het voordeel daarvan is dat je veel keuze en zekerheid hebt. Het nadeel, dat voor ons zwaarder weegt, is dat je niet kunt improviseren; een rustdag inplannen als het ergens mooi is of als je moe bent, of juist een langer traject als het weer mooi is en je wind mee hebt.

Dag 5

Op de vijfde dag fietsen we door uitgestrekte bossen Frankrijk binnen. Het landschap gaat nog meer glooien en af en toe hebben we een pittige klim. De man coacht me erdoorheen met ademtips, waardoor ik in een cadans kom en de meeste heuvels wel op kom. Een enkele keer stap ik af voor een adempauze. Dan word ik steevast getrakteerd op een prachtig uitzicht.

Getty Images

Frankrijk heeft wat minder fietspaden, maar de wegen zijn veelal heel rustig. We zijn op weg naar Laon, dat we vanaf 20 kilometer afstand al boven op een berg zien liggen. Die moeten we uiteraard wel nog opfietsen. Daarvoor worden we ruimschoots beloond: Laon blijkt een schitterende oude stad met een van de belangrijkste kathedralen uit de vroege gotiek in Frankrijk.

Getty Images

Als Laon in Zuid-Frankrijk zou liggen, zou het door toeristen worden overspoeld, nu zien we welgeteld twee Nederlandse gezinnen door de straatjes lopen. Eindelijk is de zon doorgebroken. We strijken neer op een terras met een heerlijk glas chablis, eh, sportdrank, en overnachten in een ruime Airbnb midden in de oude stad.

Dag 6

Getty Images

De volgende dag gaat het verder door de Franse velden naar Pierrefonds, waar we een ijsje eten met zicht op een gigántisch Disney-achtig kasteel. Daarna nog 15 kilometer naar onze slaapplek. Morgen de laatste etappe naar Parijs: 90 kilometer is veel, maar dat kunnen we!

De magie van Parijs

Dag 7

We staan klaar om weg te fietsen. ‘Waar is eigenlijk mijn blauwe tasje met de paspoorten en al mijn pasjes?’ vraag ik. We kijken om ons heen, pakken de fietstassen weer uit: geen tasje.

‘Volgens mij had je het nog in Pierrefonds,’ weet de man opeens. Ik trek bleek weg. Heb ik dat tasje met álles erin nou echt op een bankje in de middle of nowhere laten liggen? We bellen een politiebureau in de buurt. De man voert het woord, ik ben door de schrik al mijn Frans kwijt.

‘Nous avons perdu notre sac bleu,’ hoor ik hem zeggen. Ze gaan wel even bellen met de gendarmerie in Pierrefonds. Na veel doorschakelen komt het goede nieuws: er is een sac bleu gevonden. Hoera! Maar hier openbaart zich een nadeel van een fietsvakantie: je moet terugfietsen als je iets vergeet.

Inmiddels is het gaan regenen en ik rij ook nog eens mijn band lek op een keienweg­getje (hoeraatje voor de handige man). Maar als ik mijn sac bleu weer in mijn handen heb, ben ik echt héél blij. Alles zit er nog in, op wat contant geld na, maar dat beschouwen we dan maar als vindersloon.

Getty Images

Het worden dus 120 fietskilometers vandaag, oef. Wanneer we na een lange, lange dag uiteindelijk via het fietspad langs het Canal de l’Ourq Parijs binnenrijden, kijken we elkaar moe en een beetje ontroerd aan: we hebben het gedaan.

Lisette Hilhorst

In een comfortabele Airbnb in Belleville rusten we uit. De volgende dag fietsen we dwars door Parijs naar de Seine. We voelen het in de lucht: magie.

PRAKTISCH

• Wij fietsten op hybridefietsen met acht versnellingen, maar elektrisch fietsen kan ook. Oplaadpunten zijn er genoeg onderweg en bij de meeste hotels en B&B’s kun je de fiets binnen zetten.
• Een bandenplakset is essentieel.
• Een fietshelm is zeer aan te raden. Zeker in Parijs, waar weliswaar veel fietspaden zijn, maar waar het verkeer ook drukker is. Twee derde van de Parijzenaren fietst zelf ook met helm.
• Wij gebruikten de gids Fietsen naar Parijs van Paul Benjaminse. Met het bijbehorende GPX-bestand, is verdwalen praktisch uitgesloten.
• Soms fiets je uren zonder winkels of horeca tegen te komen. Zorg dus voor vol­doende water en eten.
• Investeer in een broek met kussentje en dry-fitshirt. Compressiekousen gaan vermoeide benen tegen. Tip: met een shirt en jas in een felle kleur ben je zichtbaarder, dus veiliger.

PARIJSTIPS

• Fietsen! Langs de Seine en over de grote boulevards. Voor een echt geluksgevoel.
• Eten! Ik ben dol op grote brasserieën met stijlvolle obers en echte Franse cuisine. Er zijn er tientallen, maar Wepler (Montmartre) en Bofinger (Bastille) zijn mijn favorieten.
• Parijs heeft tientallen heer­lijke musea. Ik noem twee relatief nieuwe: Bourse de Commerce en Louis Vuitton Fondation, beide gericht op moderne kunst.
• Picknicken in een park. Parc des Buttes-Chaumont is een mooi negentiende-eeuws park met uitspanning waar Parijzenaren sporten en wandelen.
• Ik hou erg van de Parijse pleinen. Place des Vosges en het plein bij het Grand Palais zijn mijn favorieten.
• Mijn favoriete Parijse waren­huis is BHV in de Marais. Duur, maar wel leuk om even binnen te lopen, zijn het verbouwde Samaritaine en Le Bon Marché.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in