Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Manon Uphoff: 'Er zijn steeds vaker lichtere momenten'

Schrijver Manon Uphoff over zingeving, liefde en de niet aflatende drang om door de muren heen te gaan waar je in het leven tegenop knalt. Schrijven is haar baken in het leven. Al sinds haar vroege jeugd biedt de lite­ratuur haar een weg om de wereld in al zijn schakeringen, van mooi tot beangsti...

Manon Uphoff: 'Er zijn steeds vaker lichtere momenten'

Schrijver Manon Uphoff over zingeving, liefde en de niet aflatende drang om door de muren heen te gaan waar je in het leven tegenop knalt.

Schrijven is haar baken in het leven. Al sinds haar vroege jeugd biedt de lite­ratuur haar een weg om de wereld in al zijn schakeringen, van mooi tot beangstigend, te doorgronden. Met haar veelgeprezen in de werkelijkheid gewortelde roman Vallen is als vliegen lijkt er voor Manon Uphoff een nieuwe fase in haar schrijverschap te zijn ingegaan.

Alsof ze alles wat ze eerder maakte (Koudvuur, Begeerte, De Spelers) schreef als opmaat naar die pijnlijke stap terug in haar eigen leven, in een werkelijkheid die ze lang voor zichzelf heeft gehouden. In Vallen is als vliegen vertelt ze over haar traumatische jeugdjaren, waarin zij en haar zussen slachtoffer werden van seksueel geweld. Binnen het gezin met vader, moeder, zus­sen en broers worstelt ze met de ondraag­lijke tegenstellingen van haar bestaan.

Ze schetst daarbij een magische, soms bijna aantrekkelijke wereld; een mysterieus, begeerlijk huis waar fantastische maaltij­den worden bereid, immense kerstbomen worden opgetuigd en veel wordt gelezen en voorgelezen. Er is een bizar soort schoon­heid, er is kunst. Maar ’s nachts verandert de kunstzinnige, ontwikkelde en bij vlagen zorgzame vader die overdag haren kamt en boterhammen smeert in – zoals de schrijfster het noemt - De Minotaurus.

Het jarenlange misbruik vertekent voor Manon Uphoff ingrijpend het beeld van veiligheid, liefde en eigenwaarde. De tra­gische dood van haar oudste (half)zus con­fronteerde de schrijfster met haar eigen pijn en met het feit dat ze er niet langer omheen kon. Dit boek moest geschreven worden.

Wonderbaarlijk hoe hartelijk en vol humor de schrijfster nog altijd is. We hebben elkaar vaker ontmoet voor interviews, jaren voor Vallen is als vliegen. Ze is uiterlijk niets ver­anderd. Ook is ze nog altijd die gepassio­neerde, hartelijke vrouw; intelligent en geestig. Maar de wereld is onherroepelijk anders naar haar gaan kijken.

Als je zulke traumatische ervaringen deelt met de buitenwereld, kom je ineens overal als ‘voor het eerst’ binnen, bijna bloot. Was dat niet zwaar?

‘Toen het boek net uit was, vond ik dat heel erg moeilijk. Inmiddels heb ik er geen moeite meer mee, omdat ik vrij goed kan blokken. Een mechanisme dat ik door de jaren heen wel heb ontwikkeld.’

Je werd in talkshows zelfs geïntroduceerd met dat incestverleden, als een soort etiket.

‘Mensen reageren in eerste instantie heel inhoudelijk en pas later op het feit dat ik het als auteur heb opgeschreven en dat er dus een zekere distantie is ontstaan. Anders had ik het boek ook niet kunnen schrijven. Ik heb ook vaak moeten benadrukken dat ik niet echt de persoon ben die in het boek wordt beschreven. Ik ben een 57-jarige vrouw en niet meer dat meisje van zes, tien en twaalf uit het boek. Mij helpt dat in elk geval om een beetje afstand te nemen. Het is een heel persoonlijk verhaal, maar de versie van mij in het boek is niet de enige versie van mezelf. Er is een heel stuk na die jeugd, een leven waarin ik heel veel heb opgebouwd en dat ik de moeite waard vind.’

Heeft het je verlossing gebracht?

‘Nee, dat zou echt een misvatting zijn. Misschien heb ik stiekem wel gehoopt dat het hiermee klaar zou zijn, dat het weg zou zijn. Maar het gaat niet weg, ook niet door er een boek over te schrijven.’

Had je je man dit boek van tevoren laten lezen?

‘Hij leest mijn werk altijd pas als het voor 85% rond is, anders krijgen we knetterende ruzie. Hij is een heel scherpe en gevoelige lezer, maar als ik in een te vroeg stadium iets aan hem laat lezen, gaat hij me zoveel kritische vragen stellen dat ik gewoon niet meer verder durf. Dit boek heeft hij niet als geheel als boek gelezen, maar hij kent het en hij kent mij.'

Ervaar je jouw schrijftalent als een vorm van zingeving?

‘Het is in de ogen van anderen misschien fijn dat ik het vermogen heb om dingen in taal te vatten en er iets mee te doen waar zin aan ontleend kan worden; dat vind ik ook het mooie van boeken, van literatuur. Maar of dat nou zingeving is… Zingeving is lange tijd erg belangrijk voor me geweest, maar ik vind het zoeken ernaar nu niet meer zo relevant. Ik zie het eerder als een verarming als ik alleen via het schrijven zingeving zou ervaren. Toch dreigde dat op zeker moment in mijn carrière te gebeuren.’

Schrijven werd een muur tussen jou en de echte wereld?

‘Precies. En ik vind niet dat literatuur het werkelijke leven kan ver-vangen. Het kan de diepte die erin zit, naar buiten brengen, maar ik vind het geen ver-vanging en dat was het ooit wel voor me.’

Ondanks alles wat je hebt meegemaakt, is het je gelukt een mooie carrière én een relatie die al bijna dertig jaar duurt, op te bouwen, je hebt een prachtige dochter grootgebracht. Hoe is het je gelukt door die muur heen te breken?

‘Om te beginnen heb ik het niet in mijn eentje gedaan. Er zijn mensen om mij heen die om mij geven en die het de moeite waard vinden dat ik er ben, anders had ik het niet gekund. Ik heb dierbaren, onder wie mijn broers en mijn nog levende zussen, op wie ik blind kan vertrouwen.’

Maar je bent het gevecht wel aangegaan…

‘Ja, maar ik had ook geen keus. Ik heb op verschillende momenten in mijn leven moeten stilstaan bij wat er bij mij enigszins vertekend of verwrongen is geraakt. Welke verkeerde ideeën ik heb gekregen over relaties, seksualiteit, liefde, angst, vertrou-wen. In het ideale geval groei je op met een groot vertrouwen in de mensen om je heen en in jezelf. Bij mij is daar een flink aantal vervormingen in opgetreden. En als je door die vervormingen niet doorlopend negatief wilt worden beïnvloed, dan moet je naar jezelf durven kijken en proberen iets te veranderen. Dat is moeilijk, maar het kán.’

Hoe kom je aan zoveel zelfinzicht?

‘Ik denk dat heel veel lezen me, onder andere, heeft geholpen. Bij goede auteurs vind ik een vorm van persoonlijke moed, de moed om je te durven richten op levensvragen. Ik voelde al heel jong dat ik bij die schrijvers te rade moest gaan. Niet direct bij wat ze te zeggen hebben over het leven, maar van-wege het proces van het onderzoeken.’

Kun je tegenwoordig ook met een zekere lichtheid naar het leven kijken?

‘Dat streef ik zeker na. Ik heb het moeten bevechten, maar ik vind het fijn dat ik de vreugde van het bestaan weer terugheb. Het leven is wonderbaarlijk mooi. Ik ben in feite een rasoptimist. Maar er zijn heus nog wel momenten van radeloosheid, dat ik weer terug bij af ben. Inmiddels weet ik dat die somberheid weer voorbijgaat. Het komt in vlagen, maar er zijn steeds vaker lichte vlagen dan donkere. En als ik me opgewekt en licht voel, geniet ik daar ook extra van, want het kan zo weer voorbij zijn…’

Jouw verhaal is een spectaculair voorbeeld van vallen en opstaan en dat opstaan hoeft niet per se meteen na de val te zijn…

‘Nee, ik vind het echt heel jammer dat we er met zijn allen zo op gericht zijn om maar zo snel mogelijk de draad weer op te pakken. Als iemand een dierbare verliest bijvoorbeeld, dan moet die vooral zo snel mogelijk weer overal zin in hebben en doorgaan met zijn leven. Ik vind dat je als je valt, best even mag blijven liggen om daarna - langzaam – weer op te staan.’

Waar ontleen je de meeste vreugde aan?

‘Voelen dat je niet alleen bent, maar ver- bonden met het bestaan, met je dier-baren; mijn man, mijn dochter, mijn broers en zussen, vrienden, mijn kat. Het besef dat je hier samen bent, voor een tijdje. Straks zijn we er niet meer, dus laten we plezier heb-ben met elkaar en elkaar troosten als het ons niet meezit.’

Werk je aan een nieuw boek of heb je even totaal geen behoefte aan schrijven?

‘Nou in elk geval even niet aan fictie schrijven. Momenteel werk ik met mijn dochter aan een verhaal dat verfilmd gaat worden, maar ik ben te bijgelovig om er in deze fase al meer over te vertellen. Het is een verhaal waar ik al een tijd mee rondloop.’

Je werkt samen met je dochter. Hoe is jullie band?

‘Heel goed en daar heb ik nogal op ingezet. Zodat wij, als er in dit leven vragen zijn, met elkaar de kans hebben die te beantwoorden. Ik vind Iris een heel leuke vrouw geworden en vind het heerlijk om met haar te werken. Zij is script-editor en waar ik heel erg in de boeken zit, zit zij in de film. We ontwikkelen samen cursussen voor het Literatuurhuis in Utrecht bijvoorbeeld en werken nu dus aan een scenario; ik schrijvend, zij dramaturgisch.’

Heeft jouw jeugd je moederschap beïnvloed?

‘Ja, natuurlijk, diepgaand. Ik wilde het heel graag heel goed doen en dat heeft soms wel voor enige verkramping gezorgd. Ik heb moeten zoeken naar een losheid en vanzelfsprekendheid, wat er nu wel is.’

Heb je nooit spijt dat je Vallen is als vliegen hebt geschreven?

‘Nee, geen spijt. Als ik dit boek niet had geschreven, was er nooit meer iets anders uit mijn handen gekomen. Maar ik heb weleens gedacht: wat heb ik hieraan? Het is naar en het beïnvloedt de manier waarop anderen naar mij kijken. Maar het was ook de moeite waard om te maken.’

Bevalt het ouder worden je?

‘Ja, ik vind het heel leuk. Ik ben rustiger, ken mezelf beter. Ik heb geen financiële zorgen, ik heb een partner en ik ben nog niet zo oud dat de hele boel begint te rammelen. Ik merk wel dat ik steeds meer een bomen- en katten-vrouwtje word, de natuur ontroert me.’

Je ziet er jong en fit uit, doe je daar iets voor?

Lachend: ‘Geen donder eigenlijk. In de zomer zwem ik wel veel en ik wandel, maar verder doe ik helemaal niets. Ja, genieten van simpele dingen als naar de film met mijn dochter en nichtje, een expositie bezoeken, eten met vrienden en met mijn man naar ons huisje in Kroatië. Dat maakt me heel gelukkig. Ik hoef niet meer zo nodig antwoord op grote levensvragen. God wel, God niet. Laat mij maar zwemmen, en dat ik dan de visjes langs zie schieten.’

Manon in het kort

Manon Uphoff (1962) debuteerde in 1995 met de succesvolle verhalenbundel Begeerte. Daarna volgden tal van romans, verhalen-bundels, novelles en losse artikelen, waaronder de boeken Gemis (1997), Koudvuur (2005) en De zoetheid van geweld (2013).In 2002 ontving ze de C.C.S. Crone-prijs voor haar hele oeuvre. Vallen is als vliegen werd door NRC en Humo uitgeroepen tot de beste Nederlandstalige roman van 2019 en door de vermaarde boekhandel Athenaeum tot het beste boek van 2019. Uphoff won er ook de BookSpot Scholierenprijs mee.

Met dochter Iris van Vliet (32), script-editor en docent Scenarioschrijven, ontwikkelt Manon Uphoff cursussen voor het Literatuurhuis in Utrecht, de stad waar zij ook woont met haar man. Deze zomer verscheen bij Querido de jubileumuitgave van Manons debuut Begeerte. In het voorwoord dat zij er speciaal voor schreef, noemt zij het de kiem waaruit haar latere boeken zijn ontsproten. Haar voor de Libris Literatuurprijs genomineerde Vallen is als vliegen is toe aan de 14de druk en is vertaald in het Engels en het Spaans.

(c) DPG Media, Nouveau 2020

Dit interview verscheen eerder in de printeditie van Nouveau. Nooit meer iets missen? Neem een abonnement op Magazine.nl

Cultuur
  • Stef Nagel