Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Barbara Baarsma: 'Jezelf liefhebben, daar word je sterk van'

De topeconome over de pandemie en haar privéleven. Barbara Baarsma heeft visie en drive, zoveel is duidelijk voor iedereen die haar hoort oreren in talkshows, de collegezaal of interviews. De econome en Rabobank-directeur wil graag haar denkbeelden delen met Nouveau. Bewonderaar Leco van Zadelhof...

Barbara Baarsma: 'Jezelf liefhebben, daar word je sterk van'

De topeconome over de pandemie en haar privéleven.

Barbara Baarsma heeft visie en drive, zoveel is duidelijk voor iedereen die haar hoort oreren in talkshows, de collegezaal of interviews. De econome en Rabobank-directeur wil graag haar denkbeelden delen met Nouveau. Bewonderaar Leco van Zadelhoff is verkocht: ‘Barbara for President!’

Als iemand het predicaat powervrouw past, dan is het Barbara Baarsma (50). Een vrouw die we dan ook met open armen verwelko­men in Nouveau. Leco van Zadelhoff doet de visagie. Het is een har­tenwens van de make-up artist, die volmon­dig toegeeft starstruck te zijn door de econome. Ademloos kan hij luisteren naar deze vrouw. ‘Ze is niet alleen intelligent en briljant, maar ook charmant en knap.’

We zijn tijdens de shoot en het interview allemáál een beetje in awe. Niet vanwege al die eerder genoemde kwaliteiten, maar vooral vanwege haar ongelooflijke gedre­venheid; het woord ‘bevlogen’ lijkt wel voor haar te zijn bedacht. Als ze praat over wat haar beweegt in het leven, lichten haar ogen nog blauwer op dan anders. Ook een beetje met dank aan Leco, deze keer.

‘Barbara for president’ gonst het in de stu­dio, terwijl de hoogleraar Toegepaste Economie en directeur Rabobank Amsterdam zich overgeeft aan de handen van Leco. ‘God, wat ben jij een kunstenaar,’ zegt ze als ze een klein halfuur later in de spiegel kijkt.

Barbara staat voor kansengelijkheid, niet alleen voor vrouwen, maar voor iedereen

Niet alleen bevlogenheid kenmerkt Barbara Baarsma, het is ook haar autonomie. Ze denkt buiten de gebaande paden. Ze maakt zich sterk voor een nieuwe economie, een andere maatschappij, waarin jongeren niet het kind van de rekening worden, zoals nu dreigt te gebeuren door de coronacrisis. En ze staat voor kansengelijkheid, niet alleen voor vrouwen, maar voor iedereen. De gene­ratie van haar moeder, vrouwen die slechts bij uitzondering betaald werk deden, had ze hartgrondig beter gegund. ‘Ik had ze graag de ruimte gegund om een carrière op te bouwen, omdat het hebben van betaald werk echt een gelukkig makende factor in het leven is.’

Je moeder brak haar studie geschiedenis af toen ze in verwachting was van jou, maar later is ze weer gaan studeren en is ze humanistisch raadsvrouw geworden. Wat is een levensles die je van haar hebt meegenomen?

‘Mijn moeder heeft mij laten zien dat het mogelijk is om je door tegen­slagen heen te slaan. Ik bewonder de geest­kracht waarmee zij dat in haar leven heeft gedaan. Ik heb er ook bewondering voor, dat ze nog is gaan studeren terwijl ze al tegen de veertig liep.’

Als het om vrouwen gaat, geloof je niet in het veelgenoemde glazen plafond. Je maakt je meer zorgen over wat je noemt een ‘klevende werkvloer’?

‘Aan de top en de subtop doen we het best goed, maar juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt is de positie van vrouwen zorgwekkend. Ik sta voor kansengelijkheid en het hebben van betaald werk is daarbij een middel. Het aan­tal vrouwen dat voltijds werkt, is afgeno­men. Slechts 21,6% van de vrouwen draait een volledige werkweek. Minder dan een kwart van de lager opgeleide vrouwen is economisch onafhankelijk, terwijl die onaf­hankelijkheid juist maakt, dat je regie over je eigen leven ervaart. En dat gevoel bepaalt je tevredenheid of geluk.’

Zelf nam ze al heel jong de regie over haar leven. Twee jaar was ze, toen ze met een knuffelpop van huis wegliep… Haar ouders grapten dat ze haar daarna maar vastmaak­ten aan een lang touw, zodat ze niet opnieuw de wijde wereld in zou trekken.

Al van kleins af volg je dus je eigen pad, hoe hebben je ouders je gestimuleerd?

‘Ik ben gestimuleerd om onafhankelijk te den­ken en de talenten die ik heb, te gebruiken. Zo heb ik dat ook doorgegeven aan onze twee jongens. Ik wist al vroeg wat ik leuk vond, wat ik wilde. Dat je dat onder woorden kunt brengen, is heel belangrijk. Veel men­sen weten niet zo goed wat ze eigenlijk wil­len, staan onvoldoende stil bij hun eigen behoeften. Als je niet weet wat je wilt, wordt het heel moeilijk om je talenten te gebrui­ken, ook op de arbeidsmarkt. Pas als je weet wat je wilt, kun je je vinger opsteken als er een kans voorbijkomt.’

Als kind had je al een eigen krantje met beursnieuws. Wist je al meteen dat je eco­noom wilde worden?

‘Nee, ik wilde aan­vankelijk arts worden, net als mijn vader. En dan niet zoiets priegeligs als mijn vader die kno-arts was, maar algemeen chirurg, voor het betere hak- en snijwerk.’ Lachend: ‘Dat lijkt me nog steeds een fantastisch vak, maar ik heb daar uiteindelijk toch niet voor gekozen. Ik kan het beste abstracte dingen ontwerpen, zoals wiskundige modellen, reguleringsschema’s.’

Uit welk aspect van je werk haal je de meeste voldoening?

‘Mijn leercurve. Die is leidend in mijn loopbaan. Ik hoef geen statusgerichte, uitgestippelde stappen, maar ik wil continu leren. Ik wil iets doen wat lekker ingewikkeld is en wat mijn ana­lytisch denkvermogen in werking zet en wat tegelijk toegepast kan worden om de maatschappij mooier te maken. Ik ben onafhankelijk, in de zin dat ik iets doe omdat ik het leuk en interessant vind en niet omdat het moet.’

Dat heb je dus altijd gedaan?

‘Rond mijn 45ste realiseerde ik me tijdens een wande­ling met mijn geliefde en onze twee zonen in de Alpen, dat ik uitgekeken was op mijn baan als directeur van een groot onder­zoeksbureau. De vijftien nevenfuncties en commissariaten die ik daarnaast had, had ik eigenlijk omdat ik een nieuwe uitdaging zocht. Ik vond het pijnlijk om me dat te realiseren. Ik had me namelijk met hart en ziel aan mijn hoofdfunctie gegeven.’

Uit een reeks intensieve gesprekken met relaties, captains of industry, kwam uit­eindelijk je huidige directiefunctie bij de Rabobank voort.

‘Dat laat zien hoezeer het de moeite loont om na je veertigste of vijf­tigste nog iets te doen waarmee je je leer­curve weer op minimaal 45 graden zet.’

We werken natuurlijk ook steeds langer door.

‘Ik denk dat ik tot mijn 71ste mag werken. Maar ook daarna ga ik niet stop­pen, want ik vind werken veel te leuk.’

Als directeur zet Barbara zich ook in voor kansengelijkheid in het onderwijs en omscholing naar banen, in de IT bijvoor­beeld. Ze doet dat in samenwerking met partners als TechConnect en vol overgave.

‘We spannen ons in om kinderen, ook uit achterstandswijken of arme gezinnen, even goede kansen op school te geven. Het onder­wijs vergroot helaas de kansenongelijkheid, terwijl onderwijs bij uitstek de grote kansen­gelijkheidsmotor is. Vanuit Rabobank wer­ken we, samen met onze partners, met tien basisscholen aan een programma om de kansengelijkheid te vergroten. Dat zijn dus honderden kinderen! Om mensen een kans te geven op de arbeidsmarkt, is om- en bij­scholing ook essentieel. Vanuit TechConnect krijgen mensen een opleiding voor een tech-baan. Laatst was ik bij de afsluiting van een project waarmee een opleiding wordt afge­rond. Een moeder van vier kinderen behaal­de een certificaat, en met tranen in haar ogen vertelde ze hoeveel kansen haar dat gaf om zelf voor haar gezin te zorgen. Prachtig!’

Kom maar door met die eerste vrouwelijke premier van Nederland

Het is haar gedrevenheid, haar maatschap­pelijke betrokkenheid en haar gevoel voor rechtvaardigheid waardoor je denkt: die vrouw móet in de politiek. Kom maar door met die eerste vrouwelijke premier van Nederland. Maar voorlopig lijkt ze goed op haar plaats in de functies die ze nu bekleedt. Enthousiast: ‘Ik mag drie takken van sport bedrijven: Ik mag bankier zijn, de reële economie dienen. Ik mag bedrijven en mensen van vlees en bloed dienen. Maar ik mag die reële economie ook bestuderen en duiden als hoogleraar. En daartussen ben ik nog actief in het maatschappelijke mid­denveld, in het Nederlands Comité voor Ondernemerschap bijvoorbeeld (naast o.a. Máxima, MF).

Dus je bent tevreden en je blijft doen wat je nu doet?

‘Ik zie wel wat er op mijn pad komt. Ik wil mezelf verrassen, ik wil verrast worden. Nu wil ik in elk geval het systeem beter maken, daar geloof ik in. We gaan naar een nieuwe vorm van kapitalisme, een vorm waarin je verdienmodel ook goed is voor de maatschappij. Dat is uiteindelijk wat mij drijft: helpen de maatschappij beter te maken.’

Je man heeft ook een veeleisende baan… Hoe is het je gelukt om een gezin met twee jongens te combineren met je drukke car­rière?

‘Door prioriteiten te stellen. Ik wil de moeder van onze jongens zijn. Dus daar maak je tijd voor. Maar ik kan ook loslaten als dat nodig is. Ik zou een heel vervelende moeder zijn als ik niet zou werken.’

Je zonen zijn inmiddels 24 en 22 en stu­deren allebei. Wat heb je hun meegegeven als wijze les?

‘Doe dingen niet omdat ze moeten, maar omdat je ze leuk vindt en je er goed in bent. En doe niet aan groepsden­ken, vorm je eigen mening op basis van feiten. Voor mij zijn die twee aspecten de hoogste vorm van onafhankelijkheid. Ik geef toe dat het een grote rijkdom is als je je dat kunt veroorloven, het is niet voor iedereen weggelegd.’

En op persoonlijk gebied?

‘Heb lief en laat je liefhebben…’

Is dat meteen ook het geheim van jouw relatie met je man, met wie je al vanaf je zestiende jaar samen bent?

‘Ja, het is een kwestie van je open willen en durven stel­len voor de ander. Ik wil me openstellen voor zijn liefde. Pas dan kun je echt liefde geven en liefde ontvangen.’

Hoewel ze oh’s en ah’s uitlokt als ze voor fotograaf Roger Neve poseert, alsof ze nooit iets anders doet, is ze niet zo actief met haar uiterlijk in de weer.

Vind je je uiterlijk niet belangrijk?

‘Nou, ik zit wel graag goed in mijn vel. Ik ren graag lange afstanden - het is een beetje een ver­slaving - maar dat heb ik vooral nodig om mijn hoofd leeg te maken. Mijn geliefde zet mij af, ergens in het ommeland van Amsterdam, en zegt dan liefdevol: “Ren maar weer terug”. Hij wielrent en kent de mooiste plekken. Pas nog liet hij me achter in de haven van Muiden. Verder roei ik op zo’n apparaat als het te laat is of slecht weer, maar ik kan ook goed ontspannen, hoor.’

Hoe kijk je naar de Nederlandse aanpak van de coronapandemie?

‘Ik vind het erg moeilijk dat de generatie van onze jongens zo’n hoge prijs moet betalen. Dat geldt trou­wens ook voor ouderen in verpleeghuizen. Ik heb er moeite mee dat er steeds zo mono­maan naar ic-capaciteit wordt gekeken. Hoeveel besmettingen? Hoeveel overlede­nen? Hoeveel ziekenhuisopnamen? Hoeveel bedden?

Als dat het enige is wat in de media voorbijkomt, gaat de politiek daar ook op draaien. Dat vind ik echt problematisch, want de niet-coronapatiënten krijgen onder­tussen, net als bij de eerste golf, minder zorg dan ze nodig hebben. Het kiezen voor coronazorg is dus impliciet een keuze om andere patiënten niet te behandelen.’

Je maakt je ook zorgen om het effect op jongeren?

‘Ja, die lijden zwaar onder de maatregelen. Hun problematiek wordt niet op transparante wijze weergegeven in de politieke besluitvorming. Ze betalen echt een hoge prijs. Hun bewegingsvrijheid wordt ingedamd, ze krijgen massaal afstandsonderwijs, wat echt inferieur onder­wijs is, ze hebben veel minder kans op een baan en als ze een baan krijgen, zullen ze langjarig een achterstand in loonontwikke­ling hebben. Dan hebben ze ook nog een slechte positie op de arbeids- en woning­markt. Veel van mijn studenten wonen weer bij hun ouders, omdat ze hun bijbaan ver­loren en hun kamer moesten opgegeven.’

Wat zou jouw weg zijn?

‘In elk geval eerst een kader maken en alle effecten van de coronamaatregelen goed afwegen. Ook op de lange termijn. Wat zijn de maatschap­pelijke en economische effecten? Toen we in het voorjaar werden overvallen door het virus, heeft de regering het uitstekend gedaan, maar in de periode van rust – afge­lopen zomer - hadden ze een maatschap­pelijk kostenbaten-analytisch kader moeten maken, waarin je alle effecten integraal afweegt. Dat is natuurlijk hartstikke moei­lijk, maar nu worden er maatregelen geno­men die niet effectief zijn, omdat er geen draagvlak voor is en mensen zich er niet aan houden. Daardoor dreigen extra maat­regelen, die het draagvlak nog verder doen afnemen. Zo beland je in een neerwaartse spiraal. We zouden een kader moeten heb­ben, waardoor iedereen zich gekend voelt.’

Nu staat het voor ons allemaal in de studio wel vast: Barbara Baarsma moet op zijn minst politiek beleid gaan maken, als ze dan per se niet in Het Torentje wil. Blijft ze liever haar ‘drie takken van sport’ bedrij­ven, dan moet er in elk geval naar haar verlichte maatschappelijke denkbeelden worden geluisterd. Maar het is duidelijk dat ze vanuit haar posities ook invloed kan uit­oefenen op de maatschappij. Een maat­schappij die ze gezonder wil maken, letterlijk en figuurlijk. Er is dus nog hoop.

Barbara de verlosser… Te mooi om waar te zijn. Dat vinden ook fotograaf Roger Neve, wanneer hij zijn covermodel in diep­blauw fluweel voor een hemelsblauwe ach­tergrond zet, en Leco, die nog wat bijpoedert.

Er moet toch een duister randje aan deze inspirerende vrouw zitten?

‘Ik heb natuur­lijk minder prettige kanten. Ik kan onmatig zijn, helemaal in dingen opgaan. En ik heb soms ruimte voor mezelf nodig en kan dan geïrriteerd reageren als ik gestoord word.’

Onzekerheden dan?

‘Natuurlijk ben ik kwetsbaar, zoals iedereen, als het gaat om het welzijn van mijn kinderen, mijn gelief­de. Als je weet wat je wilt – en dat weet ik – dan durf ik er best vertrouwen in te heb­ben dat dingen goedgaan. Wat er vooral aan bijdraagt om je zeker van jezelf te voelen, is jezelf toestaan om af en toe een fout te maken. Je mag jezelf op die manier best een beetje lief­hebben, want daar word je sterk van.’

Barbara in 30 seconden

Barbara Baarsma (Leiden, 1969) is econome. Ze studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. In 2000 promoveerde ze. Van 2008 tot 2016 was ze directeur van SEO Economisch Onderzoek. In 2009 werd zij benoemd tot hoogleraar Toegepaste Economie aan de UvA. Sinds 2016 werkt zij voor de Rabobank, eerst als directeur kennisontwikkeling, vanaf 2019 als directievoorzitter Rabobank Amsterdam. Verder is Baarsma onder meer voorzitter van de bankraad bij De Nederlandsche Bank, lid van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en van het bestuur van de Stichting Alzheimer.Baarsma woont met haar geliefde in Amsterdam en samen hebben zij twee zoons (22 en 24).

Dit interview is eerder verschenen in de printeditie van Nouveau (c) DPG Media / Nouveau 2020

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Interviews
  • Roger Neve