Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Nancy Olthoff (45) liep ongetraind meer dan 1000 km naar Santiago de Compostela

Schrijver Nancy Olthoff (45) heeft liefdesverdriet en gaat op pelgrimstocht: meer dan 1000 kilometer lopen, naar Santiago de Compostela.

Nancy Olthof santiago de compostela pelgrimstocht

Schrijver Nancy Olthoff (45) heeft liefdesverdriet en besluit afstand te nemen. Dan gaat ze op pelgrimstocht: meer dan 1000 kilometer lopen, naar Santiago de Compostela. Door het bloedhete hart van Spanje: ‘Ik voel me gefrituurd, gesauteerd, gewokt, gebraden, gestoomd en gegrild.’

Nancy Olthof

Dag 1

Ik kan nog steeds niet geloven dat ik dit écht doe. Ik vind het doodeng en verheug me tegelijkertijd op de uit­gestrekte Spaanse natuur. Desolate gebieden waar ik alleen ben met koeien, bloemetjes en vogels – en mijn gedachten. Vanuit de kathedraal van Sevilla loop ik onwennig mijn eerste kilometers op de Vía de la Plata, een van de minder belopen routes naar bedevaartsoord Santiago de Com­postela. 1007 kilometer dwars door Andalusië, Extremadura, Castilië en León en Galicië.

Dag 3

De weg gaat door een imposant natuurpark, Navas-Berrocal. Kurkeiken, vogels, kikkers, knalpaarse en gele bloemetjes en de jara, een soort roos. Ik loop urenlang zonder een mens te zien. Ineens stormt er uit het niets een joekel van een hond op me af. Het gaat snel en in slow motion tegelijk. Hij gromt agressief, probeert me te bijten. Ik zwaai in een reflex met mijn wandelstokken en gil ‘NOOOO!’ Hij deinst een stukje terug. Uiteindelijk lukt het me er in een wijde boog langs te lopen, met de stokken als bescher­ming. Mijn handen trillen een uur later nóg. Waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?

Nancy Olthof

Dag 8

Mensenkinderen. Ik loop al de hele dag op mijn tandvlees door niemandsland, in de braadpan die Extremadura heet. Uitgestrekte vlakten, rode aarde, stof. Er is helemaal niets om de gedachten te verzetten, geen dorp, geen huis, nada. In mijn hoofd zing ik liedjes en voer ik denkbeeldige gesprekken met levende en overleden personen. Soms popt er een zorgvuldig weggestopte herinnering op. Ik was gewaarschuwd dat dit een zware camino is, het daad­werkelijk ervaren is andere koek.

Dag 13

Als je me tien jaar geleden had gezegd dat ik ooit om half zes zou opstaan om ongetraind door bloedheet Zuid-Spanje te lopen, had ik je hartelijk uitgelachen. Toch is dat precies wat ik deze morgen doe, om de ergste hitte onderweg te vermijden. Voor het eerst trakteer ik mezelf op wat muziek: Anita Meyers Why Tell Me, Why klinkt zeer toepasselijk. Ik voel me gefrituurd, gesauteerd, gewokt, gebraden, gestoomd en gegrild. Het ergste is dat ik het dorp al zie liggen, maar het lijkt niet dichterbij te komen. Als ik aankom, heb ik mijn record verbroken en 27 kilometer gelopen. De laatste 7 op wilskracht, met overal pijn.

Nancy Olthof

Dag 20

De continue stroom van vroeg opstaan, een ontbijtplek zoeken, lopen-lopen-lopen, bezweet en uitgewrongen aankomen, eten, douchen en een wasje doen begint me op te breken. Ik weet al dat de enige slaapplek overmorgen een kerkelijke herberg is: een slaapzaal met zeventig bedden. God sta me bij.

Dag 22

Wie had gedacht dat de eerste man die mij in weken zou zoenen Padre Blas zou zijn, oftewel priester Blas? De eigenaar van de kerkelijke pelgrimsher­berg waar ik nu in een stapelbed lig, wist niet hoe gauw hij me naar zich toe moest trekken voor twee smakkerds. Boeiend om nu eens het zogenaamde ‘echte’ pelgrimsleven mee te maken op een grote slaapzaal met nul komma nul privacy. Dankbaar en nederig zijn, de vloer moppen (de douche is in de wc, zónder douchegordijn, dus dat werd gelijk een zwembad) en je stapelbed zelf opmaken. Tegelijkertijd duimen dat ik hier alleen mag slapen en er geen ronkende vent naast me wordt gelegd.

Dag 27

De herrie in de pelgrimsherberg begint al voor zessen. Ik wil het licht aandoen: stoppen doorgeslagen. Alles pikke­donker. Ik bel de eigenaar en vraag waar de stoppenkast zit. Aardlekscha­kelaar, hoe zeg je dat in het Spaans? Ineens komt er een Spanjaard uit de badkamer, hij verblindt me met zijn hoofdlamp, pakt mijn arm en doceert dat ik nu de magnetron niet kan gebruiken om koffie op te warmen omdat de elektriciteit niet werkt. Joh! Ik word krankjorum van Spanjaarden die me dingen uit willen leggen. Gis­teravond zeiden er twee dat ik maar beter niet kan opschrijven dat ik soms in een hotel slaap, want dat doen ‘echte pelgrims’ niet. Toen ik vroeg wat een ‘echte pelgrim’ dan precies is, raakten ze in een ellenlange discussie verstrikt.

Dag 29

God straft meteen: trakteer ik mezelf op een parador (een luxueus staats­hotel) mét zwembad in Zamora, gaat het voor het eerst in eeuwen regenen! Dios mío.

Dag 33

Links over een steil bergpad of rechts, over een smalle weg met hard rijdende vrachtwagens? Ik sta te dubben vanwege mijn hoogtevrees. Pelgrim Heinz, een ervaren alpenwandelaar, wil me wel helpen. Klimmen over rotsblokken met een diepe afgrond naast me, doodeng. Ik voel ineens dat ik een keuze heb: bevriezen (en opgehaald worden door reddings­diensten) of doorgaan, maar dan wel zonder na te denken. Dat laatste doe ik. De beloning is groot: een magi­straal uitzicht. Het hotel blijkt een krot. Ik staar naar schimmelplekken op de muur en teennagels op de grond die niet van mij zijn. En net in de bar keken alle oude mannetjes wéér alleen naar mijn borsten. Later zie ik Heinz. Hij grapt flauw dat er over me gepraat wordt door de andere pelgrims omdat ik ook weleens in hotels slaap. Ineens moet ik huilen, door de moeheid, de oordelen en de vieze teennagels die niet van mij zijn.

Dag 34

Ik loop te mijmeren over waarom ik me op mijn vijfenveertigste nog steeds iets aantrek van wat anderen van me vinden. Dan is er ineens een schattig gehucht, mét bar, waar Heinz met een biertje zit. Hij biedt me er eentje aan, nadat hij eerst uitvoerig sorry zegt. ‘Ik maak grappen als het allang niet meer leuk is en ga dan te ver,’ zegt hij. Ja, knik ik. ‘En jij maakt je veel te druk om de mening van anderen,’ voegt hij eraan toe.

Dag 35

Ik overnacht bij een Zuid-Afrikaanse missionaris die me vol overgave wil bekeren. Het lukt hem niet. Hij beweert dat de vrouw de man moet volgen en zegt dingen over homoseksualiteit waardoor ik meteen weg wil rennen. Hij zit zó in zijn eigen wereldbeeld dat het niet eens een statement zou zijn om weg te gaan. Ik moet er bovendien voor zorgen niet alleen mensen uit míjn bubbel te accepteren zoals ze zijn. Motto van vandaag: leven en laten leven.

Dag 36

Mijn hoofd zit tijdens het lopen nog vol met alle hel en verdoemenis uit de preek van de missionaris. Even later lig ik ineens languit op de grond, met mijn gezicht in zand en kiezels. Doodsbang dat dit het einde van mijn avontuur is. Het doet overal pijn, vooral boven mijn elleboog. Een wond ter grootte van een bierviltje, bebloed met viezig­heid. Ik strompel langzaam verder, wat moet ik anders? Uren later zie ik een brandweerauto. Ik zwaai, wijs naar mijn arm en word opgevangen door Gabriel (de engel!) en linea recta naar het dichtstbijzijnde Centro de Salud gebracht. Terwijl de dokter vragen stelt, maakt de verpleegster mijn wond schoon. Als ik ‘AU!’ roep, lacht ze me vierkant uit. ‘Haha, dit is water, wacht maar tot de betadine komt!’

Dag 39

Yes! Ik heb het hoogste punt van de Via de la Plata bereikt op 1352 meter, de Padornelopas. Ik ben net nog even naar de eerste hulp geweest om mijn wond te laten schoonmaken en afdekken. Het voelt niet goed en dat blijkt te kloppen: het is flink ontstoken, constateerde de arts. Ik mag verdorie niet zwemmen, terwijl ik eerdaags in een kuuroord met zwembad en sauna overnacht.

Dag 44

Een levend schilderij met boomstam­men à la David Hockney, een pad van dennennaalden zó zacht dat het voelt alsof ik op kussentjes loop, zalige geuren van hars, munt, bloemen... Daarnet was er een moment waarin al het denken uitstond en ik in trance alleen maar wás. Dat heb ik thuis na uren zenmeditatie op een veel te hard kussentje en staren naar een rozijn tijdens mindfulness nooit bereikt.

Dag 47/48

Mosteiro de Oseira ligt prachtig in de bergen en het groen, alleen de wandeling ernaartoe was al een belevenis. Broeder César heeft me hartelijk verwelkomd. Na de lunch wilde ik koffie gaan drinken in het barretje om de hoek. ‘Dan moet je wel wachten tot je naar buiten kunt,’ zei broeder César. Hij bleef me rustig aankijken. Het was geen grap: ik zat opgesloten. Het gevolg is dat ik hier enorm tot rust kom, een Spaans boek over ‘De Camino met God’ lees en mijmer over het leven.

Dag 49

Van het warme bad in Oseira linea recta de mistmiezer in, steil omhoog, over een vreselijk glibberpad vol rotsen en keien. Mijn zompige schoenen maken een zuigend geluid, ik zie geen hand voor ogen. Er ontbreekt nog één beangstigend element. En ja hoor, midden op wat voor een wandelpad doorgaat staat uit het niets een grote zwarte hond, een monster. Hij loopt op me af, ik blijf doodsbang staan. De hond snuffelt, bekijkt me – en gaat voor me uit lopen. De héle onmogelijke weg uit het dal. Als ik met moeite over rotsen klim, wacht hij. Als ik nadenk waar ik mijn voet veilig kan neerzetten, blijft hij me rustig aankijken. Het is bijna alsof ik geleid word. Zo lopen we een tijd lang samen op, tot we een dorpje bereiken. Dan kijkt hij me nog één keer aan en verdwijnt.

Dag 53

Op mijn één na laatste wandeldag krijg ik alles wat mijn hartje begeert: een mild zonnetje, heerlijke paden, lieflijke dorpjes met vrolijke lokale bevolking, eekhoorntjes, vlinders, gekleurde vogels, geurende rozen: het is nog net geen The Sound of Music. Ik voel enorme energiestoten en euforie. Waarschijnlijk door die aftellende kilo­meterpalen en borden met ‘Santiago’. Ik ruik de stal!

Dag 54, ’s ochtends vroeg

Ik denk terug aan al die dagen, dorpen, mensen, hoogte- en diepte­punten sinds mijn start in Sevilla. En vraag me af of ik door deze camino ben veranderd. Of ben ik juist meer mezelf geworden? Mijn leuke en minder leuke kanten kwamen in ieder geval vol in het licht te staan. Van makkelijk contact maken tot high maintenance zijn, van doorzetten tot gevoeligheid. Ik denk dat ik het er maar mee doe, van dit totaalpakket is er maar één.

Middag

Overweldigd, dankbaar, opgelucht, verward, moe en ongegeneerd trots: ik ben er! Santiago de Compostela. Op het plein staan horden pelgrims, toeristen en figuren die flyers onder mijn neus duwen. Ik kan niet alleen met mijn emoties zijn, voel me over­prikkeld, wil doorlopen. Pas bij de pelgrimsmis daalt eindelijk in dat ik er bén. Verbonden met al die mensen die al eeuwen deze route lopen, en dat nog eeuwenlang zullen blijven doen.

Epiloog

Diep van binnen voelde ik dat ik deze tocht móést maken. Mensen verklaarden me voor gek omdat ik ongetraind was, maar ik geloof echt dat je met wilskracht ver kunt komen. Eenmaal in het ritme genoot ik van de natuur en toevallige ontmoetingen. Gesprekken gingen meteen de diepte in. De tocht heeft me meer zelfvertrouwen gegeven: ik red het ook prima in mijn eentje.

Thuiskomen was lastig, mijn lijf schreeuwde om lopen en buiten­lucht, ik miste het contact met medepelgrims en het eenvoudige leven. Happy end: de meneer waar ik zo’n luduvudu om had, stond op Schiphol op me te wachten en vroeg me verkering voor altijd.

Wil je 'm ook lopen?

  • Neem voldoende water en eten mee, en bij hitte Nuuntabletten of ORS tegen uitdroging.
  • Een pelgrimage is geen georganiseerde wandelvakantie, maar het is wel verstandig om een dag van tevoren een slaapplek te regelen.
  • Prijzen: €12 voor een herberg met slaapzaal, €20-25 voor een eenpersoonskamer bij mensen thuis, €35 voor een hostel, >€100 voor een parador. Afwisselen is fijn: zo beleef je het ‘echte’ pelgrimsleven, sponsor je de lokale bevolking én laad je de batterij op als je erdoorheen zit.
  • Essentieel: powerbank, mobiel met wandelroute (app Wise Pilgrim), routeboekje van Cordula Rabe, oordoppen, ingelopen schoenen, dunne handdoek, SPF 50, kleine ehbo-kit (geen slaapzak, overal zijn dekens, bij smetvrees raad ik een lakenzak aan – herstel: bij smetvrees raad ik aan niet te gaan).
  • Handig: wandelstokken, multifunctionele zeep, universele gootsteenstop voor handwasjes, knijperloze waslijn, waterproof verdeeltasjes, regenponcho die ook over je rugzak kan, heup­tasje voor je belangrijke zaken.
  • Voor meer info en het aanvragen van een pelgrimspaspoort: santiago.nl.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Wandelen
  • Nancy Olthof