Sanne woont samen met haar man Jackó van ’t Hof en dochters Teuntje (20) en Cato (16) in Amsterdam.
Nieuwe levensfase
Je bent drieënvijftig. Wat brengt deze levensfase jou? ‘Ik vind het een heerlijke tijd. Als ik studenten door de stad zie fietsen denk ik: o, lekker jong zijn, wat is dat toch fijn. Maar eigenlijk moet ik er niet meer aan denken. Dat je nog moet beginnen, dat je het allemaal niet weet. Je kunt je zo verloren voelen, zo ongemakkelijk en onzeker. Dat hoort ook bij negentien zijn. Al staat mijn dochter van twintig steviger op haar benen dan ik op haar leeftijd, ze weet beter wat ze wil. Teuntje heeft een tweede tussenjaar en is heel ondernemend, pakt allerlei werk aan, is min of meer haar eigen oppascentrale en wil reizen. Onvergelijkbaar met hoe ik toen was. Al heb ik altijd vertrouwen gehad dat het wel goed met mij zou komen. Ik was al drie verschillende studies begonnen en had tal van baantjes gehad toen ik regisseur Selma Susanna ontmoette. Bij haar ging ik kleinkunst doen en ik heb met haar een opleiding opgericht. Achteraf blijkt dat mensen zich weleens zorgen maakten, terwijl ik wist: dit is de weg.’
'Maar inderdaad, ik ben het levende voorbeeld dat je niet het geijkte pad hoeft te belopen'
Is het voor jou makkelijker om vertrouwen te hebben in je dochters omdat je zelf een alternatieve route hebt afgelegd en een vak koos waarvan je nooit zeker wist of je er geld mee kon verdienen? ‘Mijn ouders hebben nooit sceptisch gedaan. Die vonden het lullig en onbegrijpelijk dat ik niet werd aangenomen op de Kleinkunstacademie of Toneelschool. Het was misschien een hobbelige weg, maar het was ook kort, want op mijn vijfentwintigste was ik al cabaretière. Die studies en baantjes hebben me ook gevormd. Ik werkte bijvoorbeeld bij een autodealer. Daar moest ik in 1991 het adressenbestand digitaliseren. Zo’n volkse zaak in De Pijp in Amsterdam, met ouderwetse machobazen met grote snorren die de hele dag naar mij en m’n borsten zaten te staren. Ik kom uit een geëmancipeerd gezin, zo’n hockeygezin. Dus zulke ervaringen waren eigenlijk cadeautjes. Maar inderdaad, ik ben het levende voorbeeld dat je niet het geijkte pad hoeft te belopen. Ik zal mijn dochters in alles ondersteunen als ze hun hart willen volgen. Groei en ontwikkeling vind ik het interessantste wat er is. Daarom vind ik kinderen zo leuk, ook in die puberfases.’
Moederschap
Gaat het moederschap je makkelijk af? ‘Ik geloof het wel. Maar ik ben het diepe ingegooid, want getrouwd met een cameraman die er vaak niet was – of ik kan beter zeggen: die er heel onregelmatig was. Mijn dochter vroeg hem laatst: ‘Wat staat er bij jou eigenlijk op één?’ ‘Jullie,’ zei hij meteen. ‘Waar blijkt dat dan uit?’ vroeg ze grappend. Bij mij kwamen ze noodgedwongen op één. Ik plande mijn tour om het gezin heen.’
Dat had ook andersom gekund, toch? Je man Jackó had zijn activiteiten om jou heen kunnen plannen. ‘Ehh... ja, maar zo werkte het niet. Als cameraman ben je de laatste in de schakel van een ketting. Als jij niet kunt, nemen ze iemand anders. Bovendien wordt de planning steeds weer verschoven. Mijn tour wordt anderhalf jaar van tevoren geboekt, dat was duidelijker. Het is altijd een logistieke puzzel geweest en het heeft ervoor gezorgd dat ik flexibel moest zijn en moest bonden met mijn kinderen. Want ik ging niet én vader én moeder zijn. ‘We zitten met z’n drieën in deze schuit en dat gaan we nailen,’ zei ik altijd. ‘Kom op Teun, even meedoen, anders redden we deze dag niet,’ riep ik dan. Cato ging daar lekker in mee, zoals een tweede dat doet. Vaak was het heel gezellig. Jackó stelde een nanny voor, maar ik moest er niet aan denken, iemand in huis. Wel ben ik op mijn veertigste door mijn hoeven gezakt. Ik kreeg een hernia en volgens mij ook een burn-out – en een leesbril, allemaal ineens. Het moment dat de boel instortte herinner ik me goed. Ik zat in een vliegtuig, terug uit Griekenland. Cato van twee lag zo tegen me aan dat ik verkrampt en schuin in de stoel hing, blij dat ze eindelijk sliep, terwijl ik Teuntje ook probeerde bezig te houden. De volgende dag bukte ik om iets op te rapen en kon ik niet meer opstaan. Jammerend belde ik de huisarts, dat ik niet meer kon bewegen, maar dat dat niet kon omdat ik twee kleine kinderen had. Achteraf kan ik zeggen dat ik het een zware tijd vond. Waarom moest ik in godesnaam ook twee keer een show maken terwijl mijn kinderen nog maar één jaar oud waren? Je bent zelf dan totaal verweekt en een eenjarige is nog zo klein en zo afhankelijk van je. Dan is het niet slim om dagenlang van twee tot twaalf de deur uit te zijn en de volgende ochtend om zes uur weer wakker te worden gemaakt. Ik deed er ook altijd van alles naast. Als ik toen mijn beste vriendin was geweest, had ik tegen mezelf gezegd: lieverd, stop maar, je kan niet meer.’
Verder lezen?
Het hele interview met Sanne Wallis de Vries (met schitterende foto's!) staat in de nieuwe Nouveau die vanaf morgen overal te koop is en rijk gevuld is met onderwerpen die belangrijk zijn voor de cabaretière. Online bestellen kan natuurlijk ook!
- Esther Goedgebuure
- Mike van den Toorn