Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Rik Felderhof: ‘De rode draad in mijn leven is verhalen vertellen’

Rik Felderhof openhartig over zijn jeugd, zijn kantelpunt en zijn levensmissie.

Rik Felderhof (radio- en televisiepresentator)

Rik Felderhof (75) is een verhalenverteller pur sang. Tegenwoordig vertelt hij zijn verhalen vooral aan zijn kleinkinderen, die het volgens hem beter gaan doen dan zijn eigen generatie. ‘Zij zijn zich meer bewust van het feit dat mensen aardiger voor elkaar en de aarde moeten zijn.’



Cisca Dresselhuys in gesprek met Rik Felderhof

Rik over zijn jeugd en zijn moeder

‘Mijn ouders hebben beiden heel veel voor me betekend. Dankzij mijn vader belandde ik bij de omroep, dankzij m’n moeder heb ik mijn middelbare school goed afgemaakt en ben ik een verhalenverteller geworden. Zij was degene die optimistisch bleef, ook al stond er op mijn rapporten vaak dat ik veel te veel droomde en naar buiten zat te kijken. ‘Het komt goed, maak je geen zorgen, als het niet linksom is, dan wel rechtsom,’ was haar reactie als het eens minder goed ging. Daarmee heeft ze mij enorm op weg geholpen in het leven. Ik herinner me vooral twee houdingen van haar: aan het koken of aan het typen. Ze kon heel goed koken en stond graag in de keuken, maar ze had ook een intellectuele kant. Ze schreef artikelen voor een blad in Canada, bestemd voor Nederlandse immigranten, die graag nog lazen over hun thuisland. Dan zat ze als een razende te tikken op haar oude Remington. Ook lezen deed ze erg veel: Nederlands, Engels en Simone de Beauvoir in het Frans. Omdat mijn vader, die als reporter – eerst voor de AVRO en later voor de NCRV – vaak in het buitenland zat noemde ze mij ‘mijn ridder, die me moet beschermen’ – nogal een zware taak voor een kind van zes.

Omdat ze een beetje bangelijk was, hadden we overal in huis dubbele sloten en kettingen en een koebel aan de achterdeur, zodat niemand ongemerkt het huis kon binnenkomen. Voor mij als peuter was mijn vader een stem uit de hoek van de kamer, rechts naast de vensterbank, waar de radio stond. Hij had een erg mooie radiostem. Een collega omschreef hem eens als ‘de man die kan behangen met woorden en daarmee elke ruimte kan voorzien van kleur en stemming’, of het nu ging om een reportage over de moord op Kennedy of de watersnoodramp in Zeeland. Mijn ouders hadden elkaar voor de oorlog ontmoet op de redactie van de Avrobode, waarvoor ze beiden schreven. Direct na de oorlog trouwden ze. Om hun huwelijk in die armoedige tijd toch een feestelijk tintje te geven, had een nicht een stuk vitrage omgetoverd tot een bruidssluier. Ze vormden een heel goed stel: vrolijk, ontspannen, ze waren dol elkaar. Als je ze gearmd zag lopen dacht je: die hebben het goed samen, die hebben lol.

Ze gingen graag op vakantie en in hotels zaten ze dan hun medegasten te observeren: wat zouden die doen, zouden ze kinderen hebben, zou die vrouw als hobby schelpen sparen of vlinders? Op een van hun vakanties in Zwitserland ontdekten ze een villa met de naam Felderhof.

Mijn moeder ging op de foto voor dat huis. Die foto heb ik later, als een eerbetoon aan haar, op tafel gezet bij de eerste opname van Villa Felderhof. Zij was toen helaas net overleden, dat heeft ze dus niet meer meegemaakt. Haar einde was tragisch. Ze heeft vijf jaar in een verpleeghuis doorgebracht. Na twee hersenbloedingen kon ze niet meer lopen en niet meer praten. Via een apparaatje waarmee ze woorden kon vormen liet ze weten dat ze dood wilde. Maar in 1989 werd euthanasie nog niet geaccepteerd en voor mijn gereformeerde vader zou dat ook geen optie geweest zijn, denk ik. Dus hebben wij er als kinderen, buiten hem om, voor gezorgd dat op een dag de dosis morfine wat verhoogd werd, wat haar sterfbed een paar dagen verkortte. We wilden haar verder lijden besparen, maar m’n vader niet belasten met iets waartegen hij mogelijk gewetensbezwaren zou hebben.’

Rik over zijn levensmissie

‘De rode draad in mijn bestaan is het vertellen van verhalen, in welke vorm dan ook, via de radio, een hoorspel, televisie of boeken. Als er beeld bij is, is dat mooi meegenomen, maar dat hoeft niet. Of je dat een levensmissie mag noemen? Wat mij betreft wel. Het begon al in mijn jonge jaren, toen we ’s avonds na het eten van de bitterkoekjespudding, waar mijn moeder een scheutje rum in had gedaan, zelf mochten voorlezen uit de kinderbijbel. En het gaat door tot de dag van vandaag, met het voorlezen van en verhaaltjes vertellen aan mijn kleinkinderen. Ook in mijn tv­programma’s als De stoel en Villa Felderhof ging het om de verhalen van mijn gasten. En in mijn boeken natuurlijk ook. Dit jaar verschijnt er een nieuw exemplaar, over legendarische hotels in de wereld. Met verhalen over bijvoorbeeld het Carlton in Cannes, het Dorchester in Londen en Huis ter Duin in Noordwijk, en dan met name over de beroemde gasten die er door de jaren heen logeerden. Nee, aspiraties om op het toneel te staan heb ik nooit gehad, het vertellen via de microfoon, de camera of het boek vind ik het allermooist. Nog een andere missie van mij is het goed op weg helpen van mijn kinderen en kleinkinderen. Omdat ik de laatste tijd somber gestemd ben over mijn eigen generatie, die een beetje uit koers is geslagen, vestig ik mijn hoop op de volgende, die het vast beter gaat doen, zich meer bewust van het feit dat mensen aardiger voor elkaar en de aarde moeten zijn’.

Rik over zijn kantelpunt

Mijn leven kent twee heel belangrijke kantelpunten: de dag dat ik bij de omroep terechtkwam – ik was toen eenentwintig – en mijn echtscheiding. Het eerste was levensbepalend. In mijn moeders familie werden veel jongens arts, dus dat moest ik ook worden, vond mijn oma. Ik zag mezelf ook wel in een witte jas, maar dan vooral als zendingsarts. Helaas bleek ik niet bepaald veel talent te hebben voor wiskunde en andere exacte vakken, toch echt een must voor de studie geneeskunde. Gelukkig heb ik oma nog wel een foto van mij in een witte jas kunnen laten zien, want als scholier werkte ik in de vakanties als hulpje in het Hilversumse ziekenhuis Zonnestraal. Op een verjaardag van mijn vader was ooit een van zijn leukste collega’s, Goos Kamphuis van de NCRV. Die had een jongensstem nodig voor een kinderverhaal op de radio. Of ik een proefopname wilde doen. Ja hoor, prima. En zo ben ik erin gerold. Het waren gouden tijden. Ik mocht elke opleiding en cursus doen die ik wilde. Naar Londen, naar de BBC, taalcursussen bij de nonnen in Vught, noem maar op. Van omroeper ben ik uiteindelijk programmamaker op radio en tv geworden. Ik heb er van 1969 tot 2010 gewerkt.

Mijn tweede kantelpunt, veel minder positief, was mijn echtscheiding. Die voelde als een enorme mislukking, maar toen wisten we nog niet dat we daarna nog twintig jaar heel goed met elkaar zouden blijven. Samen eten, samen op vakantie, samen verjaardagen vieren, tot de dood van mijn ex vorig jaar. Na die scheiding brak voor mij overigens wel een nieuw leven aan. Ik ging reizen, kocht een huis in het buitenland, kortom: er kwam lucht. Omdat het tussen mijn ex en mij zo goed bleek te gaan, heb ik nog even gedacht dat we op onze oude dag weer lekker in één huis zouden kunnen wonen, leuk voor de kinderen en de kleinkinderen. Maar dat is er nooit meer van gekomen.’

Wapenfeiten

Rik Felderhof (Amsterdam, 1948) is schrijver en radio- en tv-maker. Hij verwierf brede bekendheid met programma’s als De Stoel en Villa Felderhof, waarvoor hij in 1998 de Gouden Televizier-Ring kreeg. Hij schreef de succesvolle trilogie De Vliegenvanger. Dit jaar verschijnt Oh, really?, een boek over legendarische hotels. Rik Felderhof is single, woont afwisselend in Blaricum, op Bonaire en in Frankrijk. Hij heeft een dochter, een zoon en drie kleinkinderen.

Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in

Personality
  • ANP / Frans van Zijst