Voor leuke 40+ vrouwen met stijl

Isa Hoes (56): 'Het is klaar met pleasen!'

Er komt geen musical over Antonie en ze hoeft niet nóg een ellendeboek te schrijven. Isa Hoes (56) over haar nieuwe fase: 'Het is klaar met pleasen!'

Isa Hoes

Sinds de dood van haar geliefde Antonie Kamerling was actrice en auteur Isa Hoes (55) vooral aan het overleven. In 2021 kreeg ze borstkanker. ‘Een wake-upcall,’ zegt ze nu. ‘Ik cijfer mezelf niet langer weg. Ik lééf.’

Isa Hoes gaat voor, de drie trappen op naar het lichte bovenhuis waar ze met haar net achttienjarige dochter Vlinder woont. Visgraatvloer, wit balkenplafond en een metersbrede zachtroze keuken met marmeren blad. Uitzicht op een pleintje, het enige rus­tige stuk in deze door toeristen overlo­pen buurt in het hart van Amsterdam.

‘Bestseller-actrice’ Hoes draagt een paarse jeans onder een felgele kasjmie­ren trui. Ze oogt opgewekt. Hoes is het type vrouw van wie je een goed hu­meur krijgt, zelfs als de aanleiding voor het gesprek somber is.

Nouveau

‘Ik ben opgevoed met het idee dat het leven moeilijk moet gaan, dat je altijd moet knokken,’ zei ze in 2005. Haar levenspad bleek er inderdaad een met flinke hobbels. De zelfmoord van An­tonie, de liefde van haar leven, in 2010. En twee jaar geleden, zomer 2021, de diagnose borstkanker.

Ze schreef er een boek over, Over leven, dat op haar 56ste verjaardag verschijnt. Een boek dat behalve over de ziekte ook gaat over haar ingewikkelde jeugd, als ongewenst nakomertje in een groot Brabants gezin.

Nu, achter het kookeiland dat vol staat met potten en poeders (er wordt weer een nieuw dieet uitgeprobeerd): ‘Je kunt zeggen dat mijn leven inderdaad moeilijk is gegaan, maar het ligt er maar aan welke bril je opzet. Gelukkig ben ik een heel blij ei, en ben ik super­positief ingesteld. Dus ik zie juist dat ik veel fantastische dingen heb mogen doen, dat ik dit mooie huis heb kunnen kopen, dat ik me goed over mijn kinde­ren heb ontfermd na de dood van hun vader. Ik kán het allemaal wel.’

Het eerste wat je zei toen de diag­nose werd gesteld, was: Dit kan niet. Mijn kinderen hebben al een ouder verloren’.

‘Het was afschuwe­lijk om het hun te moeten vertellen. Merlijn zei meteen: “Hier ben ik al elf jaar bang voor.” Vlinder reageerde juist nuchter. Ik weet nooit precies wat er bij haar vanbinnen gebeurt, zij en haar broer zijn zo verschillend.’

Roger Neve / Nouveau

Inmiddels zijn we twee jaar verder en ben je schoon verklaard. Voelt dat ook echt zo?

‘Ja. De angst voor de dood die er toch echt wel was, ben ik kwijt. Ik zie die periode nu vooral als een wake-upcall.

In de zin van?

‘Wat ben je nou eigen­lijk aan het doen? Je lééft niet. Ik was iemand geworden die stilstond. Ik ben bijvoorbeeld al jaren moe. ‟Uitput­tingsverschijnselen,” hoorde ik vaak. En dat vond ik niet gek: ik was sinds de dood van Antonie aan het overleven. Maar ja, dat roep ik inmiddels al bijna dertien jaar. En ik ben gevoelig voor stress.

Een vriendin zei na de diagnose meteen: “Jij bent al anderhalf jaar niet gelukkig, hè.” Daar moest ik haar gelijk in geven. Omdat dit huis volledig verbouwd werd, woonden Vlinder en ik tijdelijk in een veel te duur appartement, dat helemaal niet mijn smaak was. Door corona had ik amper werk. Met mijn vriendin en zakenpartner Medina be­steedde ik veel tijd aan een website over de overgang die niet liep. Dus voor mijn gevoel ben ik pas nét uit de survivalmodus gestapt.

Wat daar ook erg in meespeelde, is dat ik me altijd in dienst heb gesteld van mijn kinderen en geld verdienen, om goed voor die twee te kunnen zorgen. Merlijn is in­middels zelfstandig en ik merk dat Vlinder nu ook echt onafhankelijk aan het worden is.

Jij hebt jullie relatie weleens als ‘te symbiotisch’ omschreven. De twee jaar die Vlinder en jij doorbrach­ten in het tijdelijke appartement sliepen jullie in één bed, omdat er niet meer ruimte was.

‘Ik heb het lang moeilijk gevonden haar los te la­ten, en zij had last van verlatingsangst.  Maar weet je: het is allemaal goed ge­komen. Sommige dingen gaan ook gewoon vanzelf, je hebt niet overal the­rapie voor nodig. Het ene kind is ge­woon wat langer aanhankelijk dan het andere.’

Roger Neve / Nouveau

Isa Hoes is als nakomertje geboren in een keurig Brabants gezin. Haar broer Onno is zes jaar ouder, de broer en zus daarboven tien en veertien jaar. Haar werkende moeder raakt weer zwanger als ze veertig is; nog een baby was niet gepland en is ook niet erg gewenst.

Uit Over leven: ‘Den Bosch, Jan Heinstraat 28. Het enorme herenhuis met wel twaalf kamers waar ik me als kind va­ker buitenstaander dan gezinslid voel.’

Als Isa vroeg of er een vriendinnetje mocht blijven eten, was het antwoord van haar moeder altijd hetzelfde: nee.

Haar beide ouders stierven rond de­zelfde tijd als haar man Antonie: bin­nen tweeëneenhalf jaar was Isa zowel wees als weduwe.

Uit Over leven: ‘Mijn moeder heeft twee stemmen. De ene is superlief, zacht en vol aandacht. De andere is geïrriteerd, ongeduldig en koud. (...) Ik heb op een bepaald moment emotioneel afscheid van haar genomen, omdat ik me niet meer wilde laten raken.’

Jouw moeder kon je niet de liefde geven waarnaar je verlangde.

‘Als ik erop terugkijk, was mijn moeder een zeer geëmancipeerde vrouw. Ze werkte in het familiebedrijf, zat in de gemeen­teraad, deed veel vrijwilligerswerk. Ik heb Neelie Kroes weleens geïnter­viewd; zij lijkt op mijn moeder.

Maar haar gezin wás al compleet toen ik kwam. “Jij was niet gewenst,” las ik als puber in mijn babyboek. Dat zinne­tje is altijd in mijn hoofd blijven spo­ken.

Sowieso was ik een gevoelig kind. Mijn ouders kwamen soms met zo’n gemaakte glimlach hun slaapkamer uit. “Góedemorgen”. Terwijl ik hen daarbinnen ruzie had horen maken.

Roger Neve / Nouveau

Eigenlijk ben ik van kinds af in de war geweest. Mijn moeder was op haar manier echt wel lief voor me, maar ik voelde me niet veilig. Dat is sowieso een thema in mijn leven; mijn oudere broer, die als een soort va­der voor me was, besloot van de ene op de andere dag het contact met mijn ouders, en daardoor ook met mij, te verbreken. Later is het vertrek van Antonie daarin ook een trigger ge­weest. Voor mij kwam dat uit het niets.’

Jouw vader was erg gericht op presteren.

‘Mijn ouders hebben alle­bei de oorlog meegemaakt - mijn moe­der moest als joodse vrouw zonder haar vader en moeder onderduiken - en voor die generatie was het in de we­deropbouwfase erg belangrijk dat hun kinderen het goed hadden.

Maar dat zat vooral in de buitenkant; dat er fi­nancieel veel mogelijk was, dat wij alle­maal konden studeren. Status.

Mijn vader zei altijd: “Jammer hoor, dat je de toneelschool niet hebt afgemaakt.” Terwijl ik altijd veel werk had, in tegen­stelling tot sommige collega’s die die opleiding wel hadden afgerond.’

Jij vermoedt dat je ook actrice wordt om de aandacht van je moe­der te krijgen. Maar als zij jouw bekendheid te interessant vindt, irriteert dat je.

‘Omdat dat ook over de buitenkant gaat. Als mensen mij herkenden, kreeg zij rode wangetjes. Zo interessant vond ze het. Terwijl ik wilde dat ze de échte Isa zag, het kleine meisje.

Ik had voortdurend het gevoel dat ik voor haar niet goed genoeg was. Ze leek nooit echt blij te zijn, en ik dacht dat dat voor een deel aan mij lag. Mijn moeder zei ook regelmatig op ge­ërgerde toon dat ik zoveel met mezelf bezig was. En dan dacht ik: “Als ik het niet doe, wie doet het dan?”

Toen ik zelf moeder werd, merkte ik dat ik de neiging heb om steeds te den­ken dat ik het niet goed genoeg doe. Omdat ik er ontzettend op ben gefo­cust dat ik het echt anders wil doen dan mijn eigen moeder. Ik wilde niet dat mijn kinderen zich ooit zo verloren zouden voelen als ik me heb gevoeld.

Roger Neve / Nouveau

Ze staat op, even plassen (‘Die rottige overgang, moet jij ook zo vaak plas­sen?’). Als ze terug is: ‘Ik weet nog dat ik na het overlijden van mijn moeder bij Onno en Albert thuis was en ineens moest huilen. Huilen is voor mij lang een no-go geweest, omdat mijn moe­der om álles huilde. Als ik even mijn stem verhief of ergens tegenin ging, ging zij meteen huilen. Dus voor mij werd dat een zwaktebod.

Maar in die keuken stroomden de tranen toch. Onno, die wel heel hecht met mijn moeder was, omhelsde me. ‘Ik mag niet huilen,’ zei ik, ‘ik had helemaal geen goede relatie met haar!’

Zo is het bij mij heel lang geweest: alles was zwart-wit. Terwijl ik nu pas leer dat het ook én-én kan zijn. Dat je én geen goede band met je moeder kunt hebben én het erg vindt dat ze over­lijdt. Dat ik én Antonie mag blijven missen én verliefd wil worden. Maar dat laatste vond ik heel moeilijk; alsof ik dan vreemdging.’

Antonie was de eerste die jou wel echt ‘zag’.

‘Hij zag mijn kwaliteiten, eerder dan ikzelf. Hij keek naar mijn kern, die verstopt zat onder lagen van onzekerheid. Dat gevoel was nieuw voor mij.’

Tegelijkertijd leefde je met hem weer in een soort cocon, net als vroeger thuis.

‘Dat werd heftig, ja. Antonie wilde veel dingen niet. En ik paste me aan, omdat we anders mis­schien wel uit elkaar waren gegaan. En dat wilde ik niet, ik hield ontzettend veel van hem. Ik hoopte ook dat we daar doorheen zouden komen, mis­schien tegen beter weten in.

Het gekke is: doordat het leven met Antonie steeds zwaarder en moeilijker werd, koos ik voor de andere kant, het lichte en positieve, wat ik als kind niet had. Kennelijk is me dat goed bevallen; sindsdien is het mijn levensinstelling. Ik kijk hier tien keer per dag uit het raam naar de knoppen aan de boom die uit­komen. Steeds weer vind ik dat even prachtig.

En na de borstkanker heb ik voor mijn gevoel een laatste stap gezet in het niet langer wegcijferen van me­zelf. Het is nu klaar met pleasen, mijn mond houden, pappen en nathouden. Ik durf eindelijk keuzes te maken.’

Roger Neve / Nouveau

Heb je daar een concreet voor­beeld van?

‘Met mannen hak ik nu eerder knopen door. Een echte relatie is er sinds Antonie niet geweest, maar ik heb natuurlijk wel affaires gehad. De laatste duurde een maand of vier.

Aan­vankelijk leken we heel goed bij elkaar te passen, maar hij ging zich ineens terugtrekken. Op een middag kwam ik bij hem thuis, ik zou een paar dagen blijven, maar ik kreeg het gevoel alsof ik bij mijn oom op de bank zat, zo af­standelijk was ie. Terwijl ik dan denk: jij moet mij nu toch bespringen? Van genot, omdat ik hier ben? Wat ís dit? Ik vind mezelf namelijk echt een cadeau.

Dus toen zei ik: “Zal ik jou maar ver­lossen van ons?” Een paar weken eerder had hij gezegd dat hij ook wel moeite had met mijn kanker. Ik dacht: wát? ik heb helemaal geen kanker, dat is allang weg, man. Achteraf denk ik: wat een stomme tekst zeg, best raar dat ik daar niet me­teen op flipte.

Maar goed: eenmaal thuis krulde ik me op, als zo’n gewond dier. Huil maar, vóel het maar; dat kon ik nooit. Een paar minuten later zette ik de televisie aan en zag mijn oudste vriend Marc- Marie bij Jinek zitten.

Én ik zag de zan­ger van Clouseau, die knappe Belg, en ik dacht meteen: goh, jíj wordt goed oud! Ik moest hard om mezelf lachen, omdat ik alweer naar andere mannen keek. Kennelijk was ik alweer over die meneer heen.’

Je beschrijft in het boek een vrij­partij met een oude vriend. Jullie spreken af in een hotel langs de snelweg. Daarna: ‘Dit had ik even nodig. Me weer helemaal vrouw voelen, geil en gewild. Iets dat ik mezelf de laatste jaren niet erg gun. (...) Maar ik kan nooit meer terug naar die spanning om niets. Naar die naïviteit. Of is dat een smoes?’

‘Ja, dat is een goeie vraag, toch? Het antwoord daarop moet nog blijken. Meestal liep ik weg als er iemand interesse toonde. Een paar jaar geleden kwam ik een leuke man tegen, die niet veel later vertelde dat hij een open relatie had.

Nou, dacht ik, we le­ren elkaar gewoon kennen en dan zien we wel wat er gebeurt. Mannen hoe­ven niet te schrikken van mij; ik ver­lang niets, behalve het in the moment leuk hebben. En als het dan klaar is: prima.

Met deze man ging ik varen op Mallor­ca. Het beste weekend ever: mooi weer, lekker eten, rustige stranden, goeie seks. En dan kan ik me dus wél volledig overgeven. Maar ik heb me lang geremd gevoeld door het gevoel van verantwoordelijk­heid voor mijn kinderen. Maar goed: Vlinder is nu achttien, dus dat kan ik niet meer als excuus gebruiken.’

Nouveau

Uit je boek: ‘Ik vind het heerlijk zo alleen, roep ik altijd. Tegelijkertijd denk ik: ach, lul toch niet, je wilt een man, kom daar maar gewoon voor uit.’

‘Dat is dus ook én-én. Ik vind het oprecht heel fijn alleen, maar ik ben niet iemand die zegt dat ze geen man meer hoeft.’

Welk type man vind je leuk?

‘Een intelligente man die bij voorkeur ook muzikaal is. Hij moet humor hebben, en een eigen leven. Als ik denk aan la­ter, zie ik mezelf deels in een warm buitenland wonen. En in mijn hoofd is daar ook altijd een man bij.’

Zit je nog op datingapps?

‘Die heb ik allemaal van mijn telefoon gegooid. Ik geloof er gewoon niet in. Dat swi­pen: ik vind het heel lastig om mensen alleen op een paar foto’s en een sum­miere tekst te beoordelen. Ik roep het voor de grap weleens tegen Antonie: “Regel nou eens een leuke man!”.’

Kennelijk wil hij dat niet.

Glimla­chend: ‘Daar lijkt het wel op, hè? Mis­schien moet ik hem even wegsturen.’

Als dit nummer verschijnt, word je bijna 56. Hoe voelt dat?

‘Dat getal vind ik wel heftig, maar verder denk ik: kom maar door! Ik hou zó van het le­ven. Dat is ook de reden waarom ik nu dat nieuwe dieet doe. Niet om af te vallen, maar om energieker te worden. Veel sporten, gezond blijven.’

Nouveau

Jouw uiterlijk is altijd een ding voor je geweest. Als beginnende actrice vond je jezelf eigenlijk te lelijk voor film en televisie; daar­om richtte je je aanvankelijk op het toneel. In de boeken die je samen met Medina Schuurman schreef, gaat het over tips om de overgang te lijf te gaan en ‘knet­terknap’ oud worden.

‘Gelukkig ben ik de laatste tijd heel blij met mezelf. Ik schrik nog steeds van het ouder wor­dende vel - ik begrijp nu pas waarom oudere vrouwen shirts met lange mou­wen dragen – maar ik ga mezelf er niet om bedekken. En natuurlijk heeft mijn ziekte daar ook een rol in gespeeld. Áls ik me nu al druk maak om mijn uiter­lijk, denk ik: flikker op, je bent er nog!’

En hoe denk je over cosmetische ingrepen?

‘Ik ga soms naar Margue­rite van Randwijck voor een beetje botox rond mijn ogen. En ik heb soms echt wel moeite met mijn verslapte hals, maar als ik vrouwen van mijn leeftijd zie die zich volledig laten ver­bouwen, denk ik toch vooral: vind je dat nou een leuk voorbeeld voor je kin­deren?’

Doordat je borstkanker kreeg, moest je stoppen met hormoonpil Femoston, die je al zes jaar slikte. Je vraagt je in het boek meerma­len af of die pil en de diagnose een verband hebben.

‘Volgens mijn arts is daar geen bewijs voor. En ik heb ook erg van die Femoston genoten. Ik vind de overgang echt verschrikkelijk, door dat spul kwam ik van die nare opvlie­gers af. Maar ja, toen moest ik er dus mee stoppen. Dat vond ik wel gemeen: had ik op mijn 54ste én borstkanker én opnieuw overgangsklachten!’

Welke klachten heb je nog meer?

‘Vermoeidheid, een kort lontje, hart­kloppingen, gewrichtspijnen, broze nagels, gevoeliger zijn voor geluid. Ge­lukkig is de vaginale droogte me be­spaard gebleven.’

En verminderde zin in seks? ‘Ik heb juist meer zin in seks, maar ja: er is geen man. Heb ik weer.’

Het valt me op dat je geen foto’s van Antonie in huis hebt.

‘In mijn vorige huis hing een hele grote. Vrien­dinnen zeiden soms voorzichtig: “Schat, misschien is dit een beetje te heftig?” Nu hangt er alleen eentje bij de trap naar het dakterras. Alsof hij liefdevol op ons neerkijkt.’

Onlangs ging de verfilming van jouw bestseller Toen ik je zag in première, in 2022 schreef je samen met Merlijn het boek Je bent niet alleen. Hoe ga je om met het verlies van een dierbare? Merlijn maakte zelf het boek Nu ik je zie, over de dood van zijn vader, en een docu­mentaire, dit jaar kwam er ook een toneelversie van zijn boek. In Over leven vraag jij jezelf af: wie ben ik zonder mijn trauma’s?

‘Om eerlijk te zijn: toen de film uitkwam, had ik er geen zin in. Eigenlijk was dat al zo toen Merlijn graag dat rouwboek wilde maken. Wéér over Antonie pra­ten?, dacht ik meteen. Maar eigenlijk realiseerde ik me daardoor pas voor het eerst dat de rouw altijd bij me zal blijven, dat je dat helemaal niet kúnt afsluiten.

Wat ik dus altijd wel heb ge­dacht. Terwijl: het is gewoon onderdeel geworden van wie ik ben. Achteraf ben ik blij met dat boek, om­dat ik er toch weer meer door heb ver­werkt. Maar de lezingen die Merlijn en ik samen deden, vielen ons best zwaar. Laatst zei hij: “Ik wil niet meer, we zijn er klaar mee”. Waarop ik lachte: “Ge­lukkig kom ik binnenkort met een an­der ellendeboek!”.’

Er klonk in de media dit jaar in­eens kritiek op jullie. Dat de dood van Antonie een soort verdienmo­del zou zijn geworden.

‘Wat mensen die ons niet kennen zeggen, interes­seert me echt niet. Pas als goede vrien­den het “uitmelken” zouden noemen, vind ik het erg. Maar weet je: ik snap mensen wel. De filmrechten voor Toen ik je zag zijn al zes jaar geleden ver­kocht, toch was de film nu pas klaar. En dat viel samen met het toneelstuk en ons rouwboek. Dus ja, dat is nogal veel. Maar nu is het klaar.’ Grote grijns: ‘Er komt géén musical.’

Dan, serieus: ‘Ik krijg zeker vijf DM’s per dag, hè, van mensen die de film hebben gezien. Die voelen zich er enorm door gesteund.’

Heb jij Antonie’s dood inmiddels helemaal kunnen accepteren?

‘Ik realiseer me pas sinds kort dat ik vanaf het moment dat ik hem vond, heb gezegd: “Het is goed zo”. Omdat ik iemand ben die veel begrip voor ande­ren kan opbrengen. Maar tegelijkertijd is er het gevoel dat hij me heeft verla­ten. Iets waar ik me heel schuldig over voel.’

Waarom?

‘Ik vind dat ik dat niet mág voelen, omdat hij geen weerwoord kan geven. Dus daarvoor ga ik binnenkort aan EMDR-therapie beginnen. Om­dat ik het gevoel niet aankan dat hij me in de steek heeft gelaten. Want hij heeft het zoveel zwaarder gehad dan ik.’

Voel je ook nooit boosheid?

‘Een vriendin zei kort na zijn dood: “God­verdomme, wat een egoïst!”. Dat be­sprak ik met de psychiater waar ik een dag voor Antonies overlijden voor het eerst was geweest.

“Ik schrik ervan dat zij dat zegt, maar ik voel het niet zo.” Waarop hij zei: “Omdat je hem heel goed snapt. Iemand die zoiets doet, denkt dat hij zijn dierbaren helpt door te vertrekken”.

Mensen die hun eigen leven nemen, voelen zich altijd teveel. Het dubbele eraan is: dat wás hij ook. Het wás ook verstikkend hoe wij leefden. En als ik nu anderen hoor die in diezelfde situa­tie zitten, denk ik (op fluistertoon): zo blij dat ik dat niet meer heb... En toch krijg ik het mijn strot niet uit om te zeggen: “Ik begrijp wat je deed, maar je hebt me ook in de steek gelaten’’.’

Én-én.

‘Precies.’

Een paar uur later. Isa vanaf de hou­ten bank achter de eettafel, bezaaid met kussentjes: ‘Ik moest terug naar de Isa die van alles tegelijk doet. Een boek schrijven, me inzetten voor goede doe­len, acteren. We hebben net een nieu­we serie All Stars & Zonen opgenomen, er komt een film die we in Marokko schieten, ik word columnist bij LINDA. en ik maak een podcast met Marc-Marie.

Toen hij me ervoor vroeg, schoot ik even in mijn oude kramp: “Ben ik wel belezen genoeg? Kan ik dat wel?” Maar ik ben te oud voor dat getwijfel, bovendien vind ik het geen goed voorbeeld voor mijn kinderen. Dus: niet denken, maar doen.’

Dan moet ze weg: naar schilderles. Vrolijk gezicht: ‘Werd me ooit aange­raden door een therapeut: doe nou eens iets dat alleen voor je eigen plezier is. Dus ik ben ook begonnen met tan­golessen. Daar heb ik dan meteen een heel beeld bij: dat ik naar Argentinië ga, dat ze daar op straat aan tango doen, dat zo’n leuke man mij grijpt en dat ik dan heel goed blijk te kun­nen dansen!’

Knipoog: ‘Die eerste les viel vies tegen, trouwens.’

Isa in het kort

Isa Hoes (Leiden, 1967) studeerde twee jaar aan de Toneelacademie Maastricht en werd bij het grote publiek bekend als Myriam van der Pol in Goede Tijden Slechte Tijden.

Er volgden talloze series (o.m. Vrouwenvleugel, Rozengeur & Wodka Lime) en films (All Stars, De Ontsnapping). Sinds het verschijnen van Toen ik je zag in 2013 is ze ook bestsellerauteur.

Daarna is er bijna elk jaar een boek verschenen, vaak in samenwerking met anderen: Medina Schuurman (Te Lijf), Barry Atsma (Doordraven en overeind blijven) en met haar beide kinderen, Vlinder (Engel) en Merlijn (Je bent niet alleen).

Ze is sinds kort ook te horen in de podcast Marc-Marie en Isa vinden iets. Haar nieuwe boek Over leven is verschenen bij uitgeverij Boekerij.