Als je nieuwe buurman een oude bekende blijkt te zijn...
Tot haar schrik ontdekt Marieke (48) dat haar nieuwe buurman de man is met wie ze ooit een affaire had. Oude gevoelens laaien weer op. Hoe houdt ze dat verborgen voor haar echtgenoot?
‘Drie dagen na onze verhuizing ging ik de deur uit om naar de supermarkt te gaan. Ik wilde de eerste gezonde maaltijd hier gaan koken voor mijn man en kinderen. De zon scheen, onze nieuwe straat lag er vredig bij. Ik haalde diep adem. Wat een heerlijk huis hadden we toch gevonden en wat had ik veel zin in ons leven hier.
Toen ik de sleutel in het slot van onze auto stak, hoorde ik zijn stem. Nog voordat ik hem zag, wist ik al wie het was. Terwijl ik toch al jaren niet meer aan hem gedacht had. Maar ik herkende dat hese stemgeluid uit duizenden. “Dag Roel,” zei ik verbaasd, terwijl ik me omdraaide.
En inderdaad, hij was het – de man op wie ik ruim vijfentwintig jaar geleden korte tijd smoorverliefd was geweest. Met wie ik wilde tijden had beleefd; drank, pilletjes en nachtenlang feesten. Lang voordat ik geworden was wie ik nu ben: een getrouwde vrouw, moeder, met een keurige baan in de sociale advocatuur. Het meisje van toen was ik bijna vergeten, nu zag ik haar plotseling weerspiegeld in zijn ogen. En ondanks dat Roel ouder was geworden, licht kalend en zeker tien kilo zwaarder, herkende ik in hem meteen de aantrekkelijke jongen van ooit.
“Wat doe jij hier?” was het eerste wat hij vroeg. “Ik woon hier!” antwoordde ik. En, nog argeloos: “En jij?” “Ik ook!” was zijn verbluffende antwoord. Toen pas zag ik Larissa, onze buurvrouw met wie ik al eerder had kennisgemaakt, achter het raam staan kijken. Het raam van het huis naast ons. Ze zwaaide vriendelijk. Ik keek van haar naar Roel en wist niet of ik moest lachen of huilen. Ik was er zo van overtuigd geweest dat wij de ideale woning hadden betrokken. Ik had er niet op gerekend dat de man die in een schimmig verleden mijn hart had gebroken, mijn nieuwe buurman zou zijn.
Larissa had ik maanden eerder al ontmoet. Mijn man Casper en ik hadden ruim twintig woningen bekeken voordat we verliefd werden op dit huis. Het stond al even te koop omdat er flink verbouwd moest worden. Dat vonden wij geen probleem, we hadden ons vorige huis goed verkocht en zaten nu in een tijdelijke huurwoning. Daar konden we best nog wat langer blijven. En dan zouden ook de badkamers en de keuken helemaal naar onze smaak worden, fijn juist. Voordat we de knoop doorhakten, belden we nog bij een aantal buren aan. Altijd fijn om te weten wie er naast je woont en hoe zij de buurt ervaren. Larissa was een hartelijke vrouw, die ons meteen koffie aanbood. Toen we na afloop naar huis reden, zeiden Casper en ik tegen elkaar: “We doen het. Dit wordt ons huis.”
Ons eerste gezamenlijke huis, hoewel we al zeventien jaar samen zijn. Maar toen ik Casper ontmoette, ben ik bij hem ingetrokken. Hij had ruimte genoeg voor ons twee. Ook toen onze dochter werd geboren, ging het uitstekend. Met één kind vonden wij ons gezin compleet, maar zes jaar geleden werd ik, dwars door de pil heen, zwanger. Er dienden zich niet een, maar twee nakomertjes aan. Na de eerste schrik waren we er blij mee. Maar hoe groter de meiden werden, hoe meer het passen en meten werd in huis. Dus we besloten eindelijk samen iets te kopen. Buiten de stad, zodat de kinderen konden opgroeien in het groen.
Alles rondom de verbouwing had Casper voor zijn rekening genomen. Hij was vaak op en neer gereden om te kijken hoe het verliep. Ik bereidde ondertussen onze verhuizing voor. Daardoor had ik Larissa’s man nog nooit ontmoet. Nu stond hij voor me. We schudden elkaar ongemakkelijk de hand. Eerst kwamen we kwamen niet verder dan: “Wat een toeval zeg.”
Daarna wisselden we uit hoe het nu met ons ging. Toen zei Roel dat hij zich moest haasten. Voordat hij zich omdraaide, zei hij aarzelend: “Wil je niet tegen Larissa zeggen dat wij elkaar al kennen? Dat maakt het allemaal zo ingewikkeld.” Ik knikte naar hem en voelde een overweldigende opluchting. Want als híj het niet zei, hoefde ík ook niets te zeggen tegen mijn man. Want dat was meteen mijn grootste zorg geweest.
Casper is behoorlijk jaloers. Daar heeft hij geen enkele reden toe, nooit gehad ook. Toen ik hem leerde kennen, was ik mijn wilde haren allang kwijt. Ik was al tijden single en snakte naar echte liefde. Naar een betrouwbare man. Dat leek Casper in alle opzichten te zijn. Dat hij bezitterig was, vond ik in het begin wel schattig. Het maakte me duidelijk dat hij echt voor mij ging. Later hadden we er geregeld ruzie over. Als ik met vriendinnen uitging, bleef hij op en als ik dan thuiskwam, hoorde hij me helemaal uit.
Het was beter dat ik het niet al te laat maakte, want dan kon hij dagenlang chagrijnig zijn. Dat ik nog goed bevriend was met mijn jeugdliefde, vond hij moeilijk. Hoe vaak ik hem ook vertelde dat ik die jongen na al die jaren zag als een soort broer, het wilde er niet in bij hem. Uiteindelijk heb ik de vriendschap laten verwateren. Zonde, maar het was me het gedoe niet waard. Want verder was Casper in alle opzichten een fantastische man. Dus zijn jaloezie en onzekerheid accepteerde ik. Iedereen heeft wel iets. En met de jaren werd het gelukkig beter te hanteren.
De naam Roel had ik nooit laten vallen. Die hele periode waarin ik veel uitging en veel verschillende scharrels had, had ik voor hem verzwegen. Het ging hem ook niet aan, vond ik, het was míjn verleden, allang afgesloten voordat ik hem ontmoette. En goddank hoefde ik het hem nu, door Roels opmerking, nog niet te vertellen. Want ik wist zeker dat zijn woonplezier behoorlijk verpest zou worden als hij wist dat ik met Roel in bed had gelegen.
Toen ik na de ontmoeting met Roel boodschappen ging doen, was ik flink van de kaart. Ik vergat van alles, waardoor we die avond toch weer iets moesten laten bezorgen. Maar Casper merkte niets aan mij en ik verzweeg de ontmoeting met onze buurman, alsof het iets was geweest wat niet eens het vermelden waard was. Maar het bleef wel door mijn hoofd spoken. Er kwamen allerlei herinneringen los. Aan foute feestjes, eindeloos dansen. Wilde, onstuimige seks. Heel wat wilder dan ik nu nog met Casper had. Soms zag ik Roel op straat lopen. Dan zwaaide ik vriendelijk. “Onze nieuwe buurman,” wees Casper een keer. ”Ik weet het,” zei ik. Daar liet ik het bij.
Anderhalve maand na onze verhuizing stelde Casper voor om het clubje naaste buren bij ons uit te nodigen. Het zou raar zijn om te protesteren, dus ik stemde in. En het was gezellig, zelfs met Roel. We deden allebei alsof we helemaal geen verleden hadden.
Pas toen we even in de keuken stonden, met niemand erbij, zei dat hij wel was geschrokken toen hij me voor het eerst had gezien. “Maar ik vind het eigenlijk wel leuk,” zei hij. “Spannend, zo’n geheimpje met de buurvrouw. En het moet gezegd: je ziet er nog altijd lekker uit.” Hij gaf me een knipoog en liep de keuken uit. Ik bleef van slag achter. Geschokt door zoveel brutaliteit, maar ook gevleid. En hij had gelijk: eigenlijk was dit best spannend.
Op dat moment dacht ik dat de nieuwigheid er wel af zou gaan. Oké, deze situatie was best bizar. Maar het was zo lang geleden. Dat deed er toch niet meer toe? Ik moest het gewoon van me af zetten. Genieten van ons nieuwe huis. En dat doe ik ook. We hebben het hier geweldig naar onze zin. Maar Roel spookt vaker door mijn hoofd dan ik zou willen.
Zeker als ik hem weer zie lopen. Als er verder niemand bij is, lacht hij ondeugend naar me. We lopen de deur niet bij elkaar plat, maar soms wordt er in de buurt iets georganiseerd. Wanneer we elkaar dan begroeten, houdt hij me altijd nét iets te lang vast. Elke keer ben ik bang dat Casper iets merkt.
Tegelijkertijd kan het mij niet lang genoeg duren. Roel ruikt nog net zoals vroeger. Hij maakt iets in mij los wat ik helemaal vergeten was. Ik vraag me af hoe hij zou aanvoelen. Zou hij nog steeds zo wild zijn in bed? Soms fantaseer ik over hem. Daar heeft Casper overigens alleen maar profijt van. Dus ik probeer me maar niet schuldig te voelen. Al is het natuurlijk erg dat ik iets voor mijn man achterhou. Maar wat moet ik dan? Een Te Koop-bord in onze tuin zetten? Absoluut niet. Dit is ons ideale huis. En hier gaan we blijven.’
Illustratie (c) Getty Images De namen in dit interview zijn gefingeerd.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in