De man van Isabel was extreem jaloers en achterdochtig. Op een dag moest ze haar koffers wel pakken en hem verlaten. “Ik heb altijd gezegd: als ik eenmaal ga, dan kom ik nooit meer terug.”
Isabel (49): “Vier jaar geleden was ik op het punt gekomen, dat ik elke dag overwoog om bij Ralph weg te gaan. Onze relatie, ooit begonnen als een tienerliefde, was sluipenderwijs veranderd in een helse situatie, waarin ik amper het hoofd boven water kon houden.
‘Dit is ook tegen chlamydia’, zei hij. ‘Zie je wel, je bedriegt me!’
Om het nog erger te maken, werd ik tot mijn schrik ook nog zwanger en ik was in de veertig. Hoe moest dat allemaal met een baby erbij? Hoe verdrietig ook, ik moest het laten weghalen. Ralph ging mee naar de kliniek. Thuis las hij de bijsluiter van de antibiotica die ik had moeten slikken om eventuele infecties te voorkomen. ‘Dit is ook tegen chlamydia’, zei hij. ‘Zie je wel, je bedriegt me!’
De gebruikelijke ruzies volgden, al deed ik de hele avond niets anders dan huilen vanwege de abortus. De volgende dag fietste ik naar mijn werk. Ik zat nog zo in een roes, dat ik werd aangereden en naar het ziekenhuis moest. Toen hij me kwam ophalen was hij helemaal niet bezorgd, hij was alleen maar woedend. Mijn fiets mankeerde niets volgens hem, hoe kon dat?
'Daar, in dat steriele ziekenhuisbed, brak er iets in mij'
Die aanrijding was een leugen: ik was in elkaar geslagen door mijn minnaar, die boos was omdat ik zijn kind had laten weghalen. Daar, in dat steriele ziekenhuisbed, brak er iets in mij. Het kleine sprankje liefde dat ik tot dat moment nog voor Ralph had gemeend te voelen, werd door zijn houding in deze voor mij zo emotionele dagen, voorgoed vernietigd.
Ik was veertien toen ik Ralph leerde kennen. Hij was mijn drie jaar oudere buurjongen. Hij zag er leuk uit, mooi en gespierd. Ik viel als een blok voor hem. Iedereen, mijn ouders én zijn ouders, waarschuwden ons dat we ons niet zo jong moesten binden. Ze hadden gelijk, natuurlijk. Maar ik was tot over mijn oren verliefd en sloeg alle raad in de wind.
'Hij kon zó stoppen, zei hij altijd met overtuiging'
De eerste jaren was Ralph heel sportief, net als ik, totdat hij een baan vond in een discotheek. Om ’s nacht wakker te blijven nam hij wel eens speed. Ik wist dat en was ertegen, maar behalve dat hij soms lang wegbleef en daarna overdag lag te slapen, merkte ik er niet veel van. En hij kon zó stoppen, zei hij altijd met overtuiging. Ik geloofde hem. Hij was dominant maar dat was mij niet vreemd: ik heb een gepassioneerde Italiaanse vader die een flinke stempel op ons gezin zette. Maar mijn moeder kon hem prima aan; ik Ralph niet.
Want dat stoppen met speed, dat kwam er niet van, hoe ik ook aandrong. Ook niet toen hij een baan kreeg op een laboratorium en toen we gingen samenwonen. Ik was blij dat hij op een gegeven moment besloot weer te gaan studeren. Dit zou er vast voor zorgen dat hij van die rommel afbleef.
Het klopte: tijdens zijn zware studie tot chemisch ingenieur, gebruikte hij minder en hadden we het goed samen. In die periode werd ik zwanger en ik was gelukkig. Maar na een paar maanden bleef hij zomaar een week weg. Hij bleek een vriendin te hebben.
'Ik wilde de droom die ik had gecreëerd niet opgeven'
Ik was er kapot van maar mijn moeder steunde me heel goed. ‘Dat kind komt wel groot, heus’, zei ze bemoedigd. Net toen ik dacht: ik kan beter verder zonder Ralph, wilde hij mij terug. Ik heb me laten overhalen door zijn tranen. Later heb ik vaak gedacht: had ik dat maar nooit gedaan. Maar ik hield van hem; ik dácht dat ik van hem hield. Ik wilde de droom die ik had gecreëerd niet opgeven. En ik kende ook geen leven zónder hem.
Martin werd geboren. Mijn zoon was mijn alles. Ik vluchtte in de zorg voor hem, want thuis ging het in de jaren na zijn geboorte niet goed. De buitenwereld merkte niets, Ralph vond een goedbetaalde baan met aanzien en functioneerde daar prima, maar hij bleef geregeld drugs gebruiken. ’s Avonds, thuis, in zijn eigen kantoor thuis.
'Hij wist me telkens weer in te palmen met mooie woorden'
Hij veranderde erdoor, zocht ruzie met mij en zeurde eindeloos om seks. Soms werd ik boos, zei dat ik het niet langer accepteerde. Maar hij wist me telkens weer in te palmen met mooie woorden. En ik verlegde steeds mijn grenzen, net zolang tot die absurde situatie haast normaal leek.
Maar Ralph begon steeds meer te gebruiken. Een bijwerking is dat je er achterdochtig van kunt worden. Dat overkwam hem, en toen ging het mis. Tot dat moment leefden Ralph en ik dan wel langs elkaar heen, maar ik was gelukkig met Martin, met mijn vriendinnen en met mijn lieve familie. Met mijn werk op de sportschool. Ik had toch veel plezier in mijn leven. Maar nu begon Ralph zich overal mee te bemoeien.
‘Waarom kleed je je zo sexy?’, zei hij. ‘Zeker om aandacht van mannen te krijgen hè?’
Zo had hij veel commentaar op hoe ik eruit zag. Kleding is altijd mijn passie geweest, ik vind het leuk om er mooi uit te zien. Daar begon hij over te zeuren. ‘Waarom kleed je je zo sexy?’, zei hij. ‘Zeker om aandacht van mannen te krijgen hè?’
Toen hij op de sportschool een keer zag dat ik omhelsd werd door een vriend die homo is, was het huis te klein. Ik had vast iets met hem! En met die collega daar op dat feestje; hij had ons wel zien praten. En die Spaanse buurman van ons, daar had ik ook iets mee! In het begin was ik vooral verbaasd. Hoe kwam hij erbij? Het was totale onzin!
'Het ging verder dan achterdocht, hij kreeg hallucinaties'
Maar tegenspreken had geen zin. Vaak, als hij zich na zijn werk weer had opgesloten om te gebruiken, verkondigde hij daarna dat hij alle puzzelstukjes nu echt in elkaar had weten te schuiven. Ik had dit en dat gedaan, hij wist het zeker. Het ging verder dan achterdocht, hij kreeg hallucinaties.
Na een feestje, waarop hij mij even kwijt was geweest, wierp hij me later woedend voor de voeten dat ik seks had gehad met een groepje mannen in een andere kamer. Hij had ons heus wel gehoord hoor! Hij kon zelfs namen noemen. Doodeng was het, als hij zo tekeer ging.
Hij sloeg me nooit, maar hij kon zó schelden, daar lusten de honden geen brood van. Hij droomde zelfs over mijn ontrouw en maakte me dan ’s nachts wakker om me opnieuw voor van alles en nog wat uit te maken. Hij doorzocht mijn la met lingerie op ‘aanwijzingen’. Hij onderzocht zelfs mijn mooiste schoenen: wanneer hij meende dat die meer afgesleten waren dan eerst, was dat voor hem ‘het zoveelste bewijs.’ Het was te dol voor woorden.
'Zou ik het wel aankunnen? Kon ik op eigen benen staan?'
Maar ik zat ermee. En niet alleen ik, ook Martin, die al bijna twintig was en ons vaak hoorde ruziemaken. Soms ging ik tijdens een aanvaring de deur uit en liep in mijn eentje langs de grachten. Dan zocht ik een bankje om na te denken. Ik wist dat ik weg wilde. Ik wist dat ik weg móest. Dit was volstrekt onleefbaar. En toch, de stap om bij hem weg te gaan was te groot. Zeker dertig jaar nadat ik als veertienjarig meisje verliefd op hem was geworden. Zou ik het wel aankunnen? Kon ik op eigen benen staan?
Kort na de emotionele abortus heb ik al mijn kleding ingepakt. De koffer die klaarstond, dat was een eerste stap. En nadat hij me tijdens een afspraak met mijn zus wel dertig keer belde om te checken waar ik uithing en me bij thuiskomst bekogelde met spullen, heb ik de stap gezet.
'Twee jaar heeft het me gekost om mezelf weer te vinden'
Ik trok de deur achter me dicht en, hoe onzeker ik ook was, ik wist dat ik nóóit meer terug zou komen. Ik ben bij mijn ouders ingetrokken, die mij én Martin met liefde opvingen. Twee jaar heeft het me gekost om mezelf weer te vinden. Een lange periode die ik voornamelijk alleen heb doorgebracht. Ralph belde me dagelijks, vragend of ik alsjeblieft terug wilde komen. Maar ik heb er geen moment over gedacht.
'Er is geen spanning, geen ruzie. Mijn nieuwe vriend gebruikt niets, is niet jaloers en laat mij helemaal in mijn waarde'
Nu ben ik er helemaal overheen. En hoe! Ik voel me enorm goed en sta sterk in mijn schoenen. Ik besef nu pas hoe leuk het leven kan zijn. Ik geniet van mijn baan, mijn grote zoon, de lieve mensen om mij heen en heb energie te over om van alles te ondernemen. En ik heb eindelijk een relatie zoals die hoort te zijn. Ik ben verliefd op een man die al werk van mij maakte, toen ik nog maar een maand alleen was.
Ik stond er helemaal niet voor open. Maar hij trainde op de sportschool waar ik werk en hij gaf niet op. We wonen nu een halfjaar samen en het is zó anders dan vroeger. Er is geen spanning, geen ruzie. Mijn nieuwe vriend gebruikt niets, is niet jaloers en laat mij helemaal in mijn waarde. We maken haast elke maand wel een stedentrip en gaan binnenkort een maand naar Azië. Dat ik ooit nog eens zó gelukkig zou worden, had ik nooit verwacht.
'Ik ben niet boos meer op Ralph, ik vind hem vooral zielig'
Ik vind het belangrijk om mijn verhaal te vertellen, omdat veel mensen het gebruik van drugs vooral associëren met uitgaan, met aan lager wal raken en met junkies. Maar verslaafden zoals mijn ex-man zijn er ook: mensen die een uitstekende baan hebben en voor iedereen de schijn ophouden, maar bij wie het wel hun hele leven bepaalt. Ik ben niet boos meer op Ralph, ik vind hem vooral zielig. Hij is alles verloren wat hem dierbaar was: Martin wil hem niet meer zien en sinds ik samenwoon, heeft hij de hoop dat ik ooit terugkom echt moeten opgeven. Híj is de grote verliezer, niet ik.”
Dit interview heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan. Om privacyredenen zijn de namen veranderd.
Foto (c) Getty Images
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in