Wat als je moeder in jouw ogen al haar principes overboord gooit?
Met lede ogen ziet Brigitte (47) aan hoe haar moeder (74) zich naar de nieuwe man in haar leven plooit. ‘Hoe kan zo’n sterke vrouw zichzelf zo verloochenen?’
‘Het is werkelijk niet om aan te zien. Ze giechelt als een klein meisje, ze spint als een poes… Dat behaagzieke gedrag staat me zó tegen, dat er al koude rillingen over mijn rug lopen als ik er alleen maar over praat. Moet je nagaan hoe ik eraan toe ben als ik me met haar en Henk in één ruimte bevind.
Als ik nu de indruk had dat mijn moeder met Henk een lot uit de loterij had getroffen, zou ik het wellicht kunnen verdragen. Maar Henk is een hork! O ja, hij kleedt zich goed, zijn taalgebruik is uiterst beschaafd en hij doet erg zijn best om charmante grapjes te maken. Maar dat dat slechts schone schijn is, is mij inmiddels wel duidelijk. Als hij bij mijn moeder is, zit Henk met zijn neus in de krant of voor de televisie. Op enige behulpzaamheid of oprechte aandacht voor zijn omgeving heb ik hem nog nooit kunnen betrappen. Het enige wat hem interesseert, is dat mijn moeder er voor hem is op de momenten dat hij dat wenst.
En fíjn dat mijn moeder dat vindt! De hele dag loopt ze te redderen. Een kopje koffie voor Henk, met een tikje kaneel, want daar houdt hij zo van. Een stukje zelfgebakken taart erbij – ja, zélf gebakken, door de vrouw die vroeger niet eens wist hoe de oven werkte! Een lekker glaasje jenever, speciaal gekocht bij Henks favoriete stokerij. En als ik haar gewoontegetrouw aan het eind van de middag bel, moet ze vaak snel weer ophangen, want – giechel, giechel - “we hebben het net zo gezellig samen…” Ik kan me er niks bij voorstellen. Ik wíl me er ook niks bij voorstellen. Als mijn moeder zegt dat ze het “gezellig” heeft met een man, kun je dat gerust opvatten als een seksuele toespeling. Bah!
‘Ik zou blij moeten zijn met een moeder die nog kan vonken’
Geloof me, ik weet hoe puberaal dit klinkt. Als tiener vond ik het idee dat mijn ouders aan seks deden ook onverdraaglijk. Maar ik ben 47! Ik zou daar toch allang overheen moeten zijn? Sterker nog, ik zou blij moeten zijn met een 74-jarige moeder die nog kan vonken. Het biedt perspectief; nog minstens dertig jaar pret in bed, wat een heerlijk vooruitzicht! Maar mijn verstand wordt hierin volledig overruled door mijn weerzin. Ik ben gewoon weer die puber van toen. Nee, erger nog. Toen kon ik altijd respect voor mijn moeder opbrengen, hoe slecht mijn humeur ook was. Maar nu is dat respect ver te zoeken. En dat vind ik ontzettend pijnlijk.
Mijn moeder is altijd mijn grote voorbeeld geweest. Ik was trots op haar. Op haar kracht, haar gedecideerdheid. Haar meningen gaven richting aan mijn leven. Hoe heeft het zover kunnen komen dat ik haar nauwelijks nog serieus kan nemen? Ik snap heus wel dat ik haar bruisende seksleven daar de schuld niet van kan geven. Mijn walging is een symptoom, geen oorzaak.
'Jammer dat ze zich zo kritiekloos aan hem onderwerpt'
Wat is de oorzaak dan wel? Volgens een van mijn vriendinnen zou ik jaloers zijn. Maar op wie dan? Niet op mijn moeder. Ik heb zelf een heel fijne relatie en ik heb altijd gehoopt dat mijn moeder ook nog eens een leuke man zou treffen. Dat ik jaloers ben op Henk, ligt meer voor de hand. Sinds het overlijden van mijn vader was ik immers altijd mijn moeders steun en toeverlaat. Nu ze haar heil zoekt bij Henk, zou ik me overbodig kunnen voelen. Maar eerlijk gezegd voel ik dat helemaal niet zo. Ik vind het wel bevrijdend. Er is nu iemand anders die zich om haar bekommert. Het is alleen jammer dat ze zich zo kritiekloos aan hem onderwerpt…
Mijn beste vriendin Sacha zou nu zeggen: “Mooi, nu zijn we bij de kern van het probleem beland. Je bent dus teleurgesteld in je moeder. Je had nooit verwacht dat die ongenaakbare vrouw zich zo afhankelijk van een man zou opstellen, dat uitgerekend zij zich zou laten verblinden door de liefde. Je vindt haar zwak. Je kunt het, kort samengevat, niet aan dat je moeder ook maar gewoon een mens is.”
Sacha en ik kennen elkaar al ons hele leven. Zij weet ook precies wat voor vrouw mijn moeder is. Haar theorie is dus niet uit de lucht gegrepen.
Als er al zoiets bestaat als een ongecompliceerde moeder-dochterrelatie, hebben mijn moeder en ik die in elk geval nooit gehad. Zolang ik me kan herinneren was ik beducht voor haar vlijmscherpe opmerkingen. Het ene moment was ze nog vrolijk, zachtaardig en ontspannen, het andere moment sloeg ze haar klauwen uit. Dan zat mijn haar niet goed of ik had de verkeerde broek aangetrokken. Of ze ergerde zich aan de manier waarop ik at.
Het kwam als kind niet in me op dat ze onredelijk was. Ze was mijn moeder, dus ze had gelijk. Ook als tiener was ik geneigd haar mening voor de waarheid aan te zien. Dat effect had mijn moeder op mensen. Als zij iets verkondigde, knikte iedereen ja en amen. Ik bewonderde haar erom. Ik vond haar geweldig. De keerzijde was wel, dat ik mezelf niet zo geweldig vond. Door haar constante kritiek was ik gaan geloven dat ik het nooit goed kon doen. Dat ik onhandig, dom en lelijk was. Ook dat stoorde mijn moeder mateloos. Als ik onzeker stond te dralen of niet uit mijn woorden kwam, kon ik rekenen op een fikse uitbrander. Dat ze me daarmee nog onzekerder maakte, had ze niet door.
'Ze maakte monsters van de jongens op wie ik verliefd was'
Ze werd zo mogelijk nog kritischer als ik met vriendjes thuiskwam. Dat deed ik dan ook alleen maar als ik zo verliefd was, dat ik dacht dat haar opmerkingen me niet konden raken. Maar die raakten me altijd, keihard. Hoe serieuzer mijn verkering, hoe stuitender haar commentaar. Ik zou veel te makkelijk zijn, ik zou misbruik van me laten maken. Hij zou van slechte komaf zijn en geen knip voor de neus waard zijn… Soms kon ik mijn oren niet geloven. Ze maakte monsters van de jongens op wie ik verliefd was en ondertussen zette ze mij weg als een hopeloos geval dat niet in staat was een geschikte man voor zich te winnen.
Soms had ze gelijk. Dan bleek mijn vriendje een notoire vreemdganger en was ik de laatste die dat in de gaten had. Maar medelijden had ze nooit. Had ik maar naar haar moeten luisteren…
En nu, nu doet ze het zelf. Nu heeft ze zelf gekozen voor een lapzwans van een vent en laat ze volledig over zich heen lopen. Sacha heeft gelijk: ik ben teleurgesteld in mijn moeder. Maar niet doordat zij ook maar een mens blijkt te zijn. Dat is geen nieuws voor mij. In de loop der jaren ben ik echt wel gaan inzien dat ze met haar stellige meningen en kritische houding een diepgewortelde onzekerheid probeert te verhullen. Dat inzicht had destijds een helend effect op mij en onze relatie. Ik kon alles wat er tussen ons gebeurd was veel beter plaatsen en dat maakte dat ik alleen maar meer van haar ging houden.
'Ik heb me veel te lang, veel te veel, aan haar gelegen laten liggen'
Wat mij tegen de borst stuit, is de onbeschaamdheid waarmee ze haar eigen waarden verloochent. Het lijkt haar helemaal niets uit te maken dat ze nu precies datgene doet waar zij mij altijd voor heeft gewaarschuwd, uitgefoeterd en gekleineerd. Ik droomde laatst dat ze een lange neus naar me maakte en riep: “Dacht jij echt dat ik altijd het goede voorbeeld zou blijven geven? Nee hoor, hahaha, die tijd heb ik gehad. Je zoekt het nu zelf maar uit!”
Volgens Sacha was dat een boodschap, die ik serieus moet nemen. Ik kan me wel blijven ergeren aan het onderdanige gedrag van mijn moeder, maar ik kan het ook als een kans zien om eindelijk los van haar te komen. Ik heb me veel te lang, veel te veel, aan haar gelegen laten liggen. Altijd sjouwde ik haar hoge eisen mee. Bij alles wat ik deed, voelde ik haar strenge ogen over mijn schouder meekijken. Misschien is de verliefdheid van mijn moeder inderdaad een als vloek vermomde zegen. Hij zou mij voorgoed kunnen bevrijden. Als mijn moeder fouten maakt, dan mag ik die ook maken. Als mijn moeder ongegeneerd zwak durft te zijn, kan ik mezelf ook mijn eigen zwaktes vergeven. Mijn moeder doet wat zij wil, het wordt tijd dat ik dat ook doe.’
De namen in dit verhaal zijn gefingeerd omwille van de privacy.