Nelli Cooman en Ronald Rosier ontmoetten elkaar ruim dertig jaar geleden. De liefde is nog altijd niet bekoeld, zo vertellen ze in een groot interview in de nieuwste Nouveau.
Ongeluk
Zijn jullie allebei gelovig?
RONALD: ‘Ik was minder gelovig dan Nel. Toen ik jong was, moest ik verplicht mee naar de kerk. Door die dwang is mijn gevoel voor het christelijke geloof in de jaren die volgden afgezwakt. Door Nel ben ik het geloof verder gaan ontwikkelen. Toen in 2007 allebei onze moeders op dezelfde dag overleden, voelde het alsof Nel en ik elkaar met een reden hadden ontmoet. We kregen het gevoel dat we dit samen moesten doorstaan.’
NELLI: ‘Na mijn ongeluk was de kracht die het geloof kan geven het sterkst voelbaar. Vijf jaar geleden had ik een ongeluk op een elektrische fiets. Ik sloeg over de kop, dacht weer op te kunnen staan, maar viel toen weer heel hard. Het had niets gescheeld of ik was met mijn hoofd tegen de grond gegaan. Drie dagen lag ik in het ziekenhuis. Nog elk jaar onderga ik een scan om te zien of alles goed is. Elke ochtend om vijf uur bid ik. Vroeg, ja. Gewoon omdat ik het fijn vind om met God te praten als de wereld nog in ruste is. Ik dank voor mijn zegeningen en dat ik het er goed vanaf heb gebracht. Ik dank zelfs voor het ongeluk omdat het me heeft doen beseffen hoe bijzonder het is dat ik mag leven.’
NELLI: ‘Mag ik een broodje gemberjam, Ro?’
RONALD: ‘Tuurlijk. Maak ik voor je.’
NELLI: ‘Niet zo veel, Ro!’
RONALD: ‘Niet kletsen. Vanochtend at je een nog dikkere laag jam.’
NELLI: ‘Je hebt gelijk. Het is ook heerlijk. Dank je.’
Relatiegeheim
Wat maakt, naast die goddelijke broodjes gemberjam, nog meer dat het zo goed gaat tussen jullie?
NELLI: ‘Het is geven en nemen. We praten heel veel en schrijven elkaar brieven. Dat laatste werkt zo: soms heb je een meningsverschil en is het niet handig om alles er luid en direct uit te gooien. Dan wacht je liever. Door het op te schrijven, hem letterlijk een brief te schrijven, kom ik beter bij mijn gevoel en kan ik het verwoorden als ik bepaalde dingen niet fijn vind.’
RONALD: ‘In het begin schreven we elkaar liefdesbrieven. Nu goedmaakbrieven. Het is net zo belangrijk om de ander in zijn of haar waarde te laten. Zij vindt het bijvoorbeeld niet altijd leuk als ik naar een voetbalwedstrijd van Sparta ga, omdat ze dan alleen thuis is, en toch zegt ze: ‘Ga maar. Ik weet dat je het leuk vindt.’ Ze vindt het ook niet altijd gezellig dat ik eens per week vanuit Zeeland naar Rotterdam rij om met vrienden te eten en toch is het prima. Zo heeft Nel ook haar eigen dingen. We blijven ze doen.’
Dondert het weleens?
RONALD: ‘Ja hoor. Maar da’s niet erg. Dan heb je weer wat goed te maken.’
Vlinders
Hoe gaat dát dan in de praktijk?
RONALD: ‘Ha!’
Wanneer vinden jullie de ander onweerstaanbaar?
RONALD: ‘Dat is een intieme vraag. Jeetje. Ik hou het erop dat er nooit momenten zijn waarop ik zeg: ‘Sodemieter maar op.’ Nel mag altijd naast me komen zitten.’
NELLI: ‘Ik vind Ronald na al die jaren nog steeds de leukste, liefste, mooiste Amsterdammer. Als hij me ergens ophaalt, voel ik nog altijd vlinders in mijn buik. Hij is heel zorgzaam. Als ik niet lekker in mijn vel zit, verzorgt hij me. Ben ik ziek, dan geeft hij me hapjes eten en stopt me in bed alsof ik een kind ben. Erg lief. Dan voel ik me verzorgd en gezien. Elke week neemt ie bloemen mee naar huis en hij weet me op elk moment aan het lachen te krijgen.’
RONALD: ‘Nel is al net zo zorgzaam. Voor mij, maar ook voor familie. Het is niet gek dat het hier zo’n zoete inval is.’
Jullie dochter is een groot sprinttalent.
NELLI: ‘Ze heeft meer talent dan haar moeder. Het moet er alleen nog uitkomen. Ik heb haar niet gestimuleerd hetzelfde pad te kiezen. ‘Atletiek is stom,’ zei ik zelfs tegen haar. Maar ik kon haar niet tegenhouden. Nu wordt ze begeleid door Henk Kraaijenhof, mijn trainer in mijn hoogtijdagen. Pas toen ik gestopt was, ben ik gaan beseffen dat ik een pionier ben geweest. Ik was de eerste atlete die fulltime aan atletiek deed, ik liet als eerste shirts sponsoren, deed als eerste de trainingskampen een-op-een met een trainer in plaats van met een team. De bond dacht daar allemaal anders over en werkte me tegen. Daar heb ik Ronéll tegen willen beschermen.’
Sportief
De rij sportschoenen bij de voordeur getuigt nog steeds van een sportief bestaan.
NELLI: ‘Een topsportmentaliteit hou je niet voor het leven. Vroeger moest alles wijken voor de sport. Het enige wat telde, was winnen. Er bestond niets anders. Ik stopte in 1995 met topsport en vond de overgang heerlijk. Echt heer-lijk. Geen druk meer, geen wedstrijden. Niet zes keer in de week trainen in weer en wind, niet meer reizen. Enkel rust. Thuis zijn. Ik ben nog steeds op mijn gelukkigst als ik thuis ben met Ronald en ik een beetje het huis kan schoonmaken. Daarna belanden we op de bank met een sudoku.’
RONALD: ‘Wel wandelen we veel. Elke dag 10.000 stappen is de norm. Waar Nel de Zeeuwse rust en het boerenlandschap meteen fijn vond, moest ik er erg aan wennen. Ik hield ervan een praatje te kunnen maken op straat, een harinkie te halen en een glaasje wijn te drinken op een terras. Toen we in dit dorp kwamen wonen, kon dat allemaal niet.’
NELLI: ‘Lekker toch, geen drukte. Ik heb een heel ander bestaan geleid dan jij. Er was altijd reuring om mij heen.’
RONALD: ‘Altijd mannen om je heen, dat ook! Ik herinner me de nodige sportgala’s waar we ons netjes voorstelden aan onze tafelgenoten. Als ik vervolgens naar het toilet ging, zag ik bij terugkomst twee, drie, vier mannen zwermend om Nel. Het liefst sprongen ze bij haar op schoot joh. Op zulke momenten voelde ik best jaloezie. Ook vond ik het vervelend als mannelijke vrienden ’s ochtends naar ons huis belden om Nel te vragen of ze mee ging lunchen. Ik kwam op het punt dat ik dacht: dit is niet goed voor je relatie, die jaloezie. Ik ben resoluut gekapt met die jaloerse gevoelens. Ik snap het ook heel goed en ben er zelfs trots op dat iedereen gewoon heel graag bij Nel in de buurt wil zijn. Ze toont interesse in iedereen die ze ontmoet en is, waar ze ook is, altijd het stralende middelpunt.’
Benieuwd naar de rest van het interview met Nelli en Ronald? Je leest het in de nieuwe Nouveau. Vanaf nu in de winkels!
- Nicole Gabriëls
- Ester Gebuis