'Ik had corona en moet nog even revalideren.'
Het afscheidsconcert van Rob de Nijs (79) in de Ziggo Dome op 10 april is uitgesteld, omdat de zanger moet revalideren van het coronavirus. De Nijs hoopt het concert "binnen enkele weken" in te halen.
De Nijs laat weten dat hij de afgelopen week met corona in het ziekenhuis heeft gelegen. "Gelukkig gaat het al wel wat beter, maar ik zal de komende tijd nog wel moeten revalideren", schrijft de zanger. Hij geeft verder aan dat er snel een nieuwe datum komt voor het afscheidsconcert in de Ziggo Dome.
Rob lijdt aan de ziekte van Parkinson. Zijn afscheidsconcert 't Is Mooi Geweest vormt de afsluiting van zijn ruim zestig jaar lange carrière. In deze moeilijke tijd is zijn vrouw Henriëtte Koetschruiter als altijd zijn steun en toeverlaat, samen hebben ze zoon Julius (10). In Nouveau spraken ze eerder over het geheim van hun relatie:
Rob - De liefde voor Henriëtte
“Ik zag Henriëtte voor het eerst vanaf het podium tijdens een optreden in Tiel, nu alweer 24 jaar geleden. Erg mooi vond ik haar, en daar kwam dan nog de geheimzinnigheid van het onbekende bij. Ik wilde zo graag met haar in contact komen dat ik een van mijn medewerkers vroeg haar nummer te achterhalen, iets wat ik echt nooit deed. Ons eerste telefoongesprekje duurde maar kort, maar ik had wel het idee: nu heb ik een lijntje.
'In België hebben we voor het eerst wat gevreeën'
Toen ik haar weer sprak tijdens de nazit van een ander optreden in het land – vraag me niet waar, want ik had er meer dan tweehonderd per jaar in die tijd – heb ik haar thuis uitgenodigd voor de lunch. Dat voelde meteen heel goed, dus niet lang daarna vroeg ik of ze zin had om mee te gaan naar een paar optredens in België. Daar hebben we voor het eerst wat gevreeën en een paar weken later kregen we echt een verhouding.
Ik moet er nu niet meer aan denken, maar in die jaren was ik een tamelijk losbandige jongen. Ik had het gevoel dat de wereld aan mijn voeten lag, en dat gold ook voor de vrouwen. Intussen was ik heftig getrouwd met Belinda (Meuldijk, red.), dus ik had ertegen moeten vechten, maar dat heb ik kennelijk niet gedaan.
Toen Henriëtte in mijn leven kwam, woonde ik al wel apart, maar mijn binding met Belinda was nog steeds heel sterk. Artistiek ook, want zij schreef al jaren mijn songteksten, en bovendien hebben we samen twee zonen van wie een met een geestelijke beperking. Dat laat je niet zomaar achter je.
'Ze fascineerde me in alles wat ze uitstraalde. Haar jeugd, haar zachtheid, haar kracht ook'
Alle andere dames waren avontuurtjes en bij Henriëtte dacht ik aanvankelijk ook: dit gaat wel weer over. Maar dat was niet zo. Mijn gevoel voor haar ging veel dieper. Ze fascineerde me in alles wat ze uitstraalde. Haar jeugd, haar zachtheid, haar kracht ook, en net als Belinda begreep ze precies waarmee ik in mijn vak bezig was.
In 1997 benoemde ik haar tot Personal Assistant. Op die manier had ik haar bij me en ze werkte zich drie slagen in de rondte. Prachtig, alleen kon ik nog steeds geen afscheid nemen van Belinda. Die situatie heeft zich jaren voortgesleept, met als gevolg dat Henriëtte op een gegeven moment afhaakte en een relatie kreeg met een andere man. Daar kon ik helemaal niet tegen.
We zijn pas gaan samenwonen in 2004, toen de scheiding eindelijk een feit was. In 2008 zijn we getrouwd. Rond die tijd waren er nare verwikkelingen met Belinda die de roddelpers haalden en waar ik nooit één woord aan had moeten wijden, maar sommige lessen komen helaas te laat. In elk geval ben ik ongelofelijk blij dat alles weer goed is tussen ons. En misschien is het nu makkelijk om te zeggen, want ik ben al oud, maar ik weet zeker dat ik tot mijn dood bij Henriëtte wil blijven, en zij bij mij. Daar zijn we heel stellig in.”
Henriëtte - De liefde voor Rob
“Ja, hoe kwam ik terecht bij dat optreden in Tiel ... Niet lang ervoor zat ik in een grand café in Arnhem, sloeg de krant open en zag een aankondiging. Ik had niets met Rob, kende zijn liedjes hoogstens van vroeger, maar toch wist ik: daar moet ik heen.
En toen ik hem op het podium zag, dacht ik: met jou ga ik trouwen. Idioot natuurlijk, dus ik probeerde die gedachte ter plekke te wissen. Al kocht ik na afloop nog wel een cd, en zodra onze ogen elkaar ontmoetten, bekroop me opnieuw dat rare gevoel, alsof we elkaar allang kenden.
Een halfjaar later ging ik weer naar een optreden, in Nijmegen. Nu met een wonderlijke gretigheid waarvan ik had bedacht: dit is dus blijkbaar wat fans voelen. Maar toen werd ik dus op mijn schouder getikt, en geleidelijk aan bleek mijn voorgevoel realistischer dan ik ooit had durven dromen.
'Alleen al het voelen van zijn handen gaf me rust, geluk, alles eigenlijk'
Onze eerste lunchafspraak, het tripje naar België, alles was vreemd, spannend, bijzonder. Intussen wist ik uiteraard van Robs relatie met Belinda. De gedachte aan trouwen verdween daarmee wel wat naar de achtergrond, maar ik genoot volop. Rob was ook zoveel zachtaardiger dan ik uit de media had begrepen. Alleen al het voelen van zijn handen gaf me rust, geluk, alles eigenlijk.
De jaren die volgden waren bij vlagen fantastisch, maar vaak ook pijnlijk en verdrietig. Ik bleek zo’n type dat thuis zat te wachten tot de telefoon ging. Nog los van de komst van het mobieltje zou ik dat nu nooit meer doen, maar zo was het wel. Rob had Belinda en de kinderen, en vast ook nog wat flirtjes hier en daar, en ik zeurde nooit, gaf hem alle ruimte. Een ideale minnares, maar wel volledig ten koste van mezelf.
'Toen kwam Rob weer op de proppen en zei: ‘Ik kan en wil niet zonder jou'
Als Robs P.A. werkte ik knetterhard en intussen werd hij steeds boziger, obstinater. Als er iets misging was het altijd andermans schuld. Hij kon niet kiezen, zat gewoon niet goed in zijn vel. Ik kreeg ten slotte een burn-out en kwam weer in contact met een oude vriend die zich over me ontfermde, me in de watten legde. Die relatie ging zo hard dat we samen een huis kochten, maar toen kwam Rob weer op de proppen en zei: ‘Ik kan en wil niet zonder jou.’
‘Dan lijkt het mij verstandig dat je dat ook aan iedereen vertelt’, reageerde ik vastbesloten. ‘Ik hoef niet in de spotlights, maar ik wil wel erkend worden, er kunnen zijn.’ Het heeft nog een jaar geduurd voordat hij duidelijkheid schiep, en nog veel langer voordat alle pijn echt de wereld uit was. Maar als je nu kijkt ... Toen ik afgelopen zomer behoorlijk ziek was, belde Belinda, of ze ons zoontje Julius een dagje kon meenemen. Zo mooi.”
De komst van jullie kind, hoe ging dat?
Rob: “Niet zonder slag of stoot. We hebben jaren gependeld naar een Antwerpse kliniek. Gek werden we ervan, elke keer weer die teleurstelling. Het hele project was aanvankelijk ook zeker niet mijn idee was. Iederéén ried me af om weer vader te worden, op mijn leeftijd. Maar Henriëtte had zo’n sterke kinderwens dat er geen houden aan was. En dan groei je er vanzelf in. Toen de laatste ivf-poging lukte, was ik zo blij.”
Henriëtte: “Julius was niet meteen de makkelijkste baby. Hij werd een maand te vroeg geboren, sliep slecht, at niet zo goed en moest het eerste jaar twee keer naar het ziekenhuis voor een liesbreukje en een virusinfectie. Dat was wel afzien.”
Rob: “Ach ja, je vergeet zoiets snel, hè.”
Henriëtte: “Nou, ik niet! De eerste twee jaar heb ik hoofdzakelijk de zorg op me genomen. Jij raakte ook nogal snel in paniek. Maar goed, daar is nu geen aanleiding meer voor.”
Rob, onverstoorbaar: “Hij is zo’n fantastisch mannetje. Vroeger was ik nooit thuis. Spelen met je kinderen, dat kende ik helemaal niet. Nu wel. Ik zak zelfs nog door mijn knieën om met autootjes naar elkaar toe te rijden. Een soort opapa (sic!) ben ik.”
Henriëtte: “Het is grappig om te zien hoe Julius zich ontwikkelt. Hij is echt een jongen, maar met heel veel gevoel. Je zult hem niet zien schoppen of slaan.”
Rob, lachend: “Geen idee aan wiens gen dat ligt. Hoewel, jij slaat ook niet!”
Hoe gaan jullie om met meningsverschillen?
Henriëtte: “Goed. We kibbelen wel, maar ruzie?”
Rob: “Nooit.”
Henriëtte: “Al kan ik me soms behoorlijk aan je ergeren. Op het podium ben je een en al alertheid en dynamiek, maar zodra je vrij bent, zit je urenlang op de bank te kijken naar Investigation Discovery, helemaal zen met jezelf.
'Je zou het niet eens opmerken als ik in een sexy string stond te hoelahoepen'
Je zou het niet eens opmerken als ik in een sexy string stond te hoelahoepen. Ik denk dan weleens: ga eens wat doen, pak ook eens de stofzuiger. Maar je weet niet eens waar hij staat.”
Rob: “Godzijdank niet, nee. Ik heb mijn hele leven keihard gewerkt, dus ik vind dat ik best even op mijn gemak voor de tv mag zitten. Dat verdien ik. Bovendien doe ik echt wel wat. Elke ochtend, zodra ik wakker ben, pak ik de handzuiger en zuig de dingen op die echt opvallen. Een geweldig ding is het trouwens, de vlokken vliegen zó naar binnen.”
Henriëtte, terwijl ze het uitgiert: “Ja, je hebt hem zelf gekocht. Dolgelukkig ben je ermee!”
Rob: “Wat jou betreft heb ik eigenlijk geen irritaties.”
Henriëtte: “O jawel, ik zal je helpen: je vindt me vaak te altruïstisch.”
Rob: “Dat klopt. Iets minder kan ook, vind ik. Je bent geen Jeanne d’Arc die alles maar aankan.”
Henriëtte: “Daar heb je vast gelijk in, maar ik wil er gewoon zijn voor mensen die me dierbaar zijn. Zoals mijn petekind Hanne, een prachtige meid van zestien die nu met acute leukemie in het WKZ ligt. Jij redt je wel met Julius, denk ik dan.”
Rob: “Irritatie is het verkeerde woord in dit verband, want ik begrijp het ook wel. Maar ik ben gewoon bang dat je jezelf vergeet.”
Wat hebben jullie van elkaar geleerd?
Rob: “Lief zijn voor anderen. Een beetje narcisme is artiesten sowieso niet vreemd, en ik was geen uitzondering. Als je voortdurend voor zalen staat vol mensen die uit hun bol gaan, krijg je bijna vanzelf een verkeerd idee over wie je bent. Vroeger draaide de hele wereld om mij, maar dat heb ik nu niet meer.”
Henriëtte, met tranen in haar ogen: “Dit ontroert me gewoon.”
Rob: “Ik ben heel religieus als het gaat om anderen vergeven, maar ook jezelf. Anders kun je niet door. Als ik denk aan wat ik allemaal heb uitgespookt, zit ik wel even in de biechtstoel.”
Henriëtte: “Ik denk dat dat ook belangrijk is: je eigen verantwoordelijkheid nemen. Die fase dat je zo bozig was en de schuld altijd bij anderen legde, daar had ik zo’n hekel aan.”
Rob, plagerig: “Maar meestal wás het toch ook niet mijn fout?!”
Henriëtte: “Ik heb van jou geleerd om iets harder te zijn, duidelijker in wie ik ben en wat ik wil. Het leven in de schijnwerpers dwingt je daar ook toe. Orkanen hebben we meegemaakt.”
Rob: “We zijn er doorheen gekomen. Misschien niet ongeschonden, maar toch. Ik ben blij dat ik weer respect ontmoet. Door jou ben ik als artiest alleen nog maar trouwer geworden aan mezelf.”
Henriëtte: “Je bent harmonieuzer in alle opzichten. Je bandleden genieten daar ook van.”
Rob: “Een of andere filosoof schreef ooit: ‘Dit is uw volgende verplichting: wees gelukkig.’ Die zin is nu ons motto.”
Kunnen jullie elkaar vergelijken met een plant, een dier en een geur?
ROB OVER HENRIËTTE
Plant “Een kokospalm, omdat die ook uitstekend kan gedijen op arme grond, een woestijn desnoods, en met zijn kokosnoten andere mensen helpt die dreigen te verdorsten.”
Dier “Zo’n prachtige, blauw glanzende zwarte panter met van die doordringende ogen. Een aaibaar exemplaar natuurlijk, al kan-ie af en toe ook toeslaan.”
Geur “Het bouquet van een glas goede rosé, lichtelijk bedwelmend, met een zoetje én een zuurtje.”
HENRIËTTE OVER ROB
Plant “Een heel oude, knoestige eik, met wortels die diep de grond in gaan. Omdat Rob niet omver te krijgen is. Hij staat daar gewoon en krijgt na elke winter weer groen aan zijn takken.”
Dier “Zo’n mollige, rode kater die heerlijk lui op de bank ligt te spinnen, maar komt er een muisje voorbij, dan gaat hij er vol adrenaline achteraan.”
Geur “Verse koffie en de frisse, mannelijke geur van scheerschuim. Zo begint Rob de dag.”
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Astrid Zuidema