Zorgethicus Doret van der Sloot interviewt vrouwen over de invloed die de zorg van hun moeder op hun carrière heeft gehad.
Ditmaal aan het woord: actrice Irma Hartog, die toen ze plotseling last kreeg van angstaanvallen en het podium niet meer op durfde, besloot het oorlogsverleden van haar moeder Heidi onder ogen te zien.
DOCHTER Irma Hartog GEBOORTEJAAR 1966 GEBOORTEPLAATS Vlaardingen CV Actrice
MOEDER Adelheid Jäckel GEBOORTEJAAR 1936 GEBOORTEPLAATS Nieder Seifersdorf CV Verpleegkundige/ familiedrogisterij
‘Wat er in 1945 op die keukentafel is gebeurd, wens je je ergste vijand niet toe. Mijn lieve moedertje was negen jaar oud en stond erbij. Ik weet niet of ze heeft moeten kijken naar hoe haar moeder op de ergst denkbare wijze werd vernederd. Ik hoop dat de beschermende handen van haar broer haar ogen hebben afgedekt. Tot op de dag van vandaag durf ik het niet aan haar te vragen.’
Irma Hartog is actrice. In Flikken Maastricht speelt ze sinds drie jaar de rol van hoofdcommissaris Thea Zitman. Het valt me op hoe klein, frêle en breekbaar ze is wanneer ik haar in haar keuken ontmoet. Ze spreekt gedreven en talig, met een prachtige warme stem.
Hoofdcommissaris in de populairste politieserie van Nederland? ‘Voor veel van de rollen die ik speel moet ik transformeren tot heel stoere, tough women. Een nieuwe buurman kon laatst niet geloven dat ík die rollen speel. Hij kende me alleen als Irma en kon de switch naar de vrouw die op het podium stond maar nauwelijks maken.’
DE ANDERE KANT
‘Het verhaal van mijn Duitse moeder begint in 1936, in Silezië, nu Polen. Na de Duitse capitulatie sloegen veertien miljoen Duitse burgers op de vlucht voor de Russische ‘bevrijders’. Mijn grootouders besloten in hun zelfgebouwde huis te blijven. Achteraf hadden ze dat beter niet kunnen doen.
Tijdens het eerste jaar van mijn opleiding aan de toneelschool in Maastricht moesten we een verhaal uit ons eigen leven kiezen, de onderliggende emoties doorgronden en deze spelen. Ik was negentien en koos voor het verhaal van mijn moeder. Toen ik haar vroeg wat ze als jong meisje had meegemaakt, klapte ze dicht als een oester. Ik hoorde alleen: ‘Die Russen. Die Flucht’. Ik was duidelijk op een groot, massief en onherbergzaam verdriet gestuit.
Privéfoto's
En weet je wat achteraf gezien zo bizar is? Vanuit zijn slaapkamerraam zag mijn vader als elfjarig jongetje hoe Rotterdam werd gebombardeerd en platgebrand. Aan de keukentafel van mijn Maassluise familie ging het in mijn jeugd altijd over de oorlog.
De oorlog van mijn vader. De oorlog waar wij, Nederlandse kinderen, ons mee identificeerden. Steeds weer wilden we horen over de bezetting, de gruwelen van de Hongerwinter, de Lancasters die overvlogen. Maar mijn moeder zat daar ook aan tafel. Als Duitse. Grootgebracht aan de andere kant van diezelfde verschrikkelijke oorlog. En we vroegen háár niets.’
SLAVISCHE ZIEL
‘Heidi is lief. Heidi is wijs. Heidi is zorgzaam. Heidi is onzichtbaar. Heidi is er altijd. Heidi is mijn grootste fan. Ze staat altijd met een grote bos bloemen bij de finish te wachten.
Maar niemand sprak over wat er na 1945 met Duitse burgers was gebeurd. Over de vrouwen en kinderen die ook met veewagons naar interneringskampen werden getransporteerd. Geen woord. De miljoenen mensen die uit Oost-Europa werden weggejaagd bij 20 graden onder nul? Niets. Mijn grootouders die na hun helletocht bij aankomst in West-Duitsland als kakkerlakken werden behandeld door hun eigen landgenoten? Niemand sprak erover.
Dus is er óók nooit gesproken over de verkrachtingen die als oorlogswapen door de Russen werden ingezet. Behalve door mijn oom, de lieve broer van mijn moeder.
Toen hij begon te praten over wat hun gezin was overkomen, leek hij er niet over op te kunnen houden. Ademloos heb ik naar zijn verhalen geluisterd. Tot op de dag van vandaag kan ik niet bevatten dat zijn verhaal ook het verhaal van mijn eigen moedertje is.
Met mijn eigen gezin gingen we twee keer per jaar naar mijn oma, die bij Stuttgart woonde. Dat flatje waarin het gevluchte gezin uiteindelijk terechtkwam was niet groter dan dertig vierkante meter.
We moesten om de immense tafel in het kleine woonkamertje heen zien te manoeuvreren en als je eenmaal zat, kon je geen kant op. Uit het piepkleine keukentje kwam dan het allerlekkerste gebak, tot de tafel er afgeladen vol mee stond.
Aan die tafel werd eindeloos gepraat over alles. We zongen Slavische liederen over het ontstaan, bestaan en vergaan in de wereld en de mens die er al rommelend maar iets moois van probeert te maken. Het leven is lijden. Je moet je lot liefhebbend aanvaarden. Je lacht om niet te hoeven huilen. Korter kan ik de kern van de Slavische ziel van mijn voormoeders niet omschrijven.’
PAREL
‘Intussen blijft mijn moeder een mysterie voor me. Ze is altijd de stille kracht in ons gezin geweest. Zowel thuis als in de zaak van mijn vader. En het ging nooit over haar. Verschuilde ze zich achter de brede rug van mijn extraverte vader? Heeft ze ooit behoefte gehad aan een eigen identiteit? Een eigen invulling of wending van haar lot?
Privéfoto
Wat ik wel weet, is dat mijn moeder haar leven leidt langs de zoete route. Net als haar moeder staat ze altijd op de stand: geven, geven, geven. Ze klaagt nooit en haar levenshouding is er een van dankbaarheid.
Ik denk trouwens dat haar geloof hierbij enorm heeft geholpen. Als ik haar vraag of ze haar Duitse wortels en de heimat mist, luidt haar eenvoudige antwoord: ‘Ik heb het overal fijn. Het donker zit alleen in onszelf en nooit in de toekomst.’
Over het algemeen word ik gecast voor sterke, extraverte rollen. Ik trek ze aan als mijn lievelingsjas, vind het heerlijk om deze personages te spelen. Op de set lijk ik op mijn vader.
Maar in mijn privéleven zoek ik diep in mijn hart liever de luwte. Hier lijk ik meer op mijn moeder dan ik me ooit heb gerealiseerd. En op een dag kwamen deze twee rollen met elkaar in conflict. Een goede vriendin speelde in Soldaat van Oranje en had me uitgenodigd om te komen kijken.
Als toeschouwer zit je dan in een soort zwarte ronde doos die draait om de vensters waarbinnen het oorlogsverhaal zich afspeelt. En toen, als een druppel die de emmer doet overlopen, verdween de grond onder mijn voeten. Ik kreeg een angstaanval, moest de voorstelling verlaten.
Daarna durfde ik zelf het theaterpodium niet meer op, het publiek in de donkere zaal veranderde in een veelkoppig monster dat me zou verslinden. Ik wilde in die periode maar één ding: vluchten.
Intussen had ik ook een serieuze vliegangst en claustrofobie ontwikkeld. Dit ging zo niet langer. Terugkijkend denk ik dat dat het moment was waarop ik besloot om het traumatische oorlogsverleden van mijn moeder en oma onder ogen te zien.
Daarna ben ik met mijn moeder, vader en jongere broer naar Duitsland en Polen gereisd. We hebben de vluchtroute van mijn familie opnieuw afgelegd, inclusief een bezoek aan het interneringskamp waar onze Slavische familiewortels zijn afgesneden.
Mijn moeder was de hele reis open en vertelde over wat ze zich allemaal herinnerde. Tot het moment dat we in de keuken van haar ouderlijk huis stonden. Daar werd het oorverdovend stil. Opnieuw veranderde ze in een oester met de schelpen stevig op elkaar geklemd. Nog steeds heb ik geen enkel zicht op het traumaproces dat zich in haar afspeelt.
Omdat het niet in mijn aard zit om haar open te breken, kan ik alleen maar hopen dat mijn moeder heeft gedaan wat echte oesters doen. Om zichzelf te beschermen tegen pijnlijk schuren rolt de oester dunne laagjes parelmoer om de scherpe randen van de binnengedrongen zandkorrel. Na verloop van tijd vormen die laagjes een parel.
Een parel! Is dat geen prachtige metafoor om vrede te kunnen sluiten met het oorlogsverleden van mijn Slavische moeder? Onze lieve Heidi is in staat om van ultiem lijden iets moois te maken dat op iedereen afstraalt. Ik ben zo vreselijk trots op het feit dat zij mijn moeder is.’
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Privéfoto