Fashionista Alert! Dit is een must-see in Amsterdam.
Tussen 1900 en 1969 is de manier waarop mode werd gefotografeerd sterk veranderd. Voor het eerst wordt uniek archiefmateriaal uit Palais Galliera, het modemuseum van Parijs, aan het publiek getoond om dit bijzondere verhaal te illustreren. In deze tentoonstelling komt niet alleen de ontwikkeling van studio- naar buitenfotografie aan de orde, maar ook de ontwikkeling van het medium fotografie zelf, evenals de rol van vrouwen, toerisme en prêt-à-porter.
Uniek Parijs modearchief naar Amsterdam
Model Veruschka in Givenchy in Jaipur, India (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
Op uitnodiging van Huis Marseille is nu een selectie vintage modefotografie uit Palais Galliera Musée de la Mode de la Ville de Paris in Amsterdam te zien. Het betreft unieke foto’s en tijdschriften die normaliter verborgen blijven in de archieven van het Franse instituut. De keuze is gemaakt door Sylvie Lécallier, Hoofd van de collectie fotografie bij Palais Galliera.
De ontwikkeling van de modefotografie, van studio- naar buitenfotografie, is een verhaal over emancipatie en bevrijding, in zowel visueel als geografisch opzicht. De tentoonstelling laat zien hoe het lichaam van de vrouw door de jaren heen steeds meer vrijheid krijgt, van statische houdingen en verhuld in lange jurken naar sportend, zonnebadend of simpelweg lachend en bewegend op straat. Daarnaast ontwikkelt de fotografie zich van zwart-wit tot kleur, en breidt het gebied waar de beelden worden gemaakt zich enorm uit door de opkomst van het toerisme.
Hoe de modefotografie begon
Zangeres Nelly Martell in luipaardbont van Fourrures Max, Leroy en Schmid ca 1910 (c) Talbot Galliera / Roger-Viollet
De modefotografie ontstond aan het eind van de 19e eeuw in de studio’s van portretfotografen. Aan het begin van de 20e eeuw begon men met het nabootsen van buitenlocaties in de studio om de kleding in de juiste setting te kunnen tonen. Geschilderde achtergronden, props en decorstukken sloten aan bij de outfits van de modellen: een zee voor strandmode van Jeanne Lanvin en een besneeuwde tuin voor een lange winterjas met luipaardprint van Fourrures Max. Elke denkbare omgeving kon worden gecreëerd en tot in de puntjes geregisseerd – van de belichting en houding en kapsel van het model tot de manier waarop de stoffen zich om het lichaam plooiden.
Actrice Lillian Greuze, 1920 (c) Talbot Galliera / Roger-Viollet
In de jaren daarna ging men kleding steeds vaker op locatie fotograferen. De renbaan, de badplaats en het bos vormden ideale decors om de laatste mode te laten zien. Statische poses in de studio veranderden in snapshots van bewegende modellen, een voorbode van de catwalk fotografie. Ook daglicht was van groot belang: dit maakte de foto’s levensecht en natuurlijk.
Stadse straten als nieuwe impuls
Jacques Fath jas, Parijs 1949 (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
Midden jaren dertig van de 20e eeuw kreeg de modefotografie een nieuwe esthetische impuls door de opkomst van de fotojournalistiek en de documentaire fotografie. Het werk van Jean Moral (1906–1999) voor Harper’s Bazaar is hier een mooi voorbeeld van. De lachende modellen op zijn spontane foto’s weerspiegelen de feministische vrouwen van die tijd: zij stonden midden in de moderniteit en hadden de statische, begrenzende studio achter zich gelaten om de straten over te nemen.
Model Régine Debrise in Maggy Rouff-Boutique in Roquebrune, Frankrijk 1951 (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
Door de komst van kleine, handzame camera’s zoals de Leica, de Contax en de Rolleiflex konden fotografen sneller en gemakkelijker werken, waardoor mode in nagenoeg iedere situatie kon worden vastgelegd, dus ook buiten. Na de Tweede Wereldoorlog werd de stad Parijs zelf de setting voor vele haute-couture fotoshoots. Het werd een iconische achtergrond, op een manier die nog altijd invloedrijk is in de modefotografie.
Naar verre streken met Henry Clarke
Jurk van Pierre Cardin gefotografeerd in Gerasa Jordanië in 1965 (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
Begin jaren 1950 werd mode gefotografeerd in verre landen een op zichzelf staande categorie in tijdschriften. De opkomst van het toerisme en de komst van de Boeing brachten de meest exotische bestemmingen dichterbij, onder meer voor Henry Clarke (1918–1996). Deze Amerikaanse fotograaf werkte sinds medio jaren vijftig exclusief voor Vogue, en werd in 1964 door het tijdschrift naar India gestuurd met een mode-editor, een assistent, een kapper en twee modellen.
Jurk van Pauline Trigère, Nemrut Dagi - Turkije 1966 (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
De serie die Clarke hier maakte, bestaande uit 27 kleurenfoto’s, was een onvoorstelbaar succes en markeert een belangrijk keerpunt in de modefotografie. Tot 1969 reisde Henry Clarke ook naar Brazilië, Syrië en Jordanië, Ceylon, Turkije, Mexico, Spanje en Iran, en vervolgens weer naar India, voor even uitzonderlijke modetrips.
Geoffrey Beene set, Villa Romana de Casale, Piazza Armerina Sicilië (c) Henry Clarke / Galliera / Roger-Viollet
Deze verre bestemmingen werden als zeer exotisch gezien in de jaren 1960. Henry Clarkes werk weerspiegelt de vrouwen en de mode van dat moment: jong, zorgeloos, dynamisch en vrij. In zijn beelden komen Oost en West, archeologische plaatsen en prêt-à-porter, cultuur en commerciële interesses samen om en markeren een uniek moment in de geschiedenis van de modefotografie. ‘Photographers became the true pioneers of a new visual frontier,’ schreef Alexander Liberman over deze periode. Henry Clarkes werk luidde een nieuw tijdperk in, waarvan de invloed nog altijd zichtbaar is.
Outside Fashion is nog te zien tot 8 maart 2020 in Huis Marseille, Keizersgracht 401, Amsterdam.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in