Journalistiek omzien met een beetje weemoed en veel verbazing.
Er moest een beeldje komen op de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam, waar vroeger maar liefst twaalf kranten en vier weekbladen hun kantoren hadden.
Inmiddels zijn die allemaal verdwenen. Ze zitten nu aan de rand van de stad, in Hoofddorp of zijn er überhaupt niet meer. De krantenstraat bij uitstek, de Nederlandse Fleetstreet, bestaat niet meer.
Maar nu daar toch een vernieuwing plaats vond (zo is de oude postzegelmarkt grotendeels ingeruild voor een plantsoen) was dat een uitstekende gelegenheid om er een beeldje te plaatsen, als eerbewijs aan die honderden journalisten, die hier ooit hun werk deden.
Tegenwoordig zit daar een hotel, dat zich aanprijst als 'een authentiek grachtenpand', wat zwaar overdreven is
Ik was tien jaar één van hen, van 1966 tot 1976 werkte ik er bij Trouw. Tegenwoordig zit daar een hotel, dat zich op internet aanprijst als 'een authentiek grachtenpand', wat zwaar overdreven is.
Wij noemden het in onze tijd niet voor niets 'de fietsenstalling'. Je moest een paar treetjes af en kwam dan in een langgerekt souterrain, waar onze bureaus naast en tegenover elkaar stonden, zodat er zo'n twintig à dertig journalisten in die ruimte gepropt konden worden.
Het beeldje dat deze week vlak voor mijn oude redactie aan de Nieuwezijds geplaatst werd, vertoont de beeltenis van Argus, de journalist uit de strips van Marten Toonder. Een muis of een rat, dat is de vraag.
Op de een of andere manier vinden ze een rat meer bij het journalistenvak passen
Persoonlijk houd ik het graag op een muis, een rat is een heel wat minder aardig dier. Maar mijn (mannelijke) collega's bij het blad Argus, die het beeld bedachten en deels betaalden, gaan uit van een rat. Op de een of andere manier vinden ze dat meer bij het journalistenvak passen: energiek, opportunistisch, een beetje onbetrouwbaar en behept met het kleine mannen-syndroom.
Daar herken ik mezelf niet bepaald in, vooral niet in dat kleine mannen-syndroom.
Toch was ik degene, die het beeldje mocht onthullen. Waarom? Omdat ik voor Argus werk en bovendien een van de weinigen ben, die nog aan de Nieuwezijds Voorburgwal heeft gewerkt. En misschien ook wel omdat ik een vrouw ben.
De journalistiek was, toen ik in 1961 in dit vak begon, een pure mannenzaak. Nu ik dus voor een blad werk, dat gemaakt wordt door gepensioneerde journalisten, ben ik daar nog steeds een van de weinige vrouwen.
De mannen willen bewijzen dat ze heus niet slecht scoren op de feministische meetlat
Dat heeft nadelen, maar ook voordelen, namelijk dat je opvalt en al gauw voor het een en ander gevraagd wordt, omdat de mannen willen bewijzen dat ze heus niet slecht scoren op de feministische meetlat. "Kijk eens, wij vragen een vrouw om namens ons een beeldje te onthullen en daarmee ons blad te vertegenwoordigen." Emancipatiediploma verdiend!
Eenmaal achter het bier, voelden ze zich weer die stoere jongens van veertig jaar geleden
Nou vind ik het, als domineesdochter, toevallig best leuk om in het openbaar te spreken, dus ik zeg meestal 'ja' op zo'n verzoek. En zo stond ik daar afgelopen week dus in m'n goeie goed te speechen. Na afloop was er een borrel in het journalistencafé Scheltema. Je zag al die oudere mannen opleven. Toen ze daar eenmaal achter het bier zaten, voelden ze zich weer die stoere jongens van veertig jaar geleden. De anekdotes vloeiden er net zo overvloedig als het bier en de jenever. En net als vroeger zat ik achter een glaasje spa en keek het allemaal eens aan.
Nooit echt one of the boys.
Nog steeds niet.
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in