Hoe kom je los uit de klauwen van een religieuze psychopaat?
Hannelore van Otterloo groeide op in de Gemeente Gods, sekte van de beruchte Sipke Vrieswijk. Over haar jeugd, getekend door wrede straffen en misbruik, verscheen het boek: Hannelore. Het meisje uit de sekte. ‘Het misbruik zag ik als een eer.’
'We leefden onder een schrikbewind'
‘Ik wist nooit wanneer ik straf zou krijgen, of waarom. Het konden de kleinste dingen zijn. Bijvoorbeeld als ik wat strootjes had laten liggen bij het vegen van het konijnenhok, een deur had dicht gesmeten, de trap op was gestommeld of teveel beleg op mijn brood had gedaan. Dan werd ik middenin de nacht uit bed gehaald en moest ik naar buiten, naar de tuin. Om urenlang in de kou en het donker te wachten tot ik eindelijk weer naar binnen mocht. We leefden onder een schrikbewind. Ik was altijd bang om iets verkeerd te doen.’
Sipke Vrieswijk was een man met een enorme overredingskracht
Hannelore van Otterloo (45) bracht haar jeugd door in een sekte. Haar ouders hadden zich aangesloten bij de Gemeente Gods, de sekte van de beruchte sekteleider Sipke Vrieswijk. Hij was een voormalige verzekeringsagent, die zichzelf de profeet Jesaja noemde. Een man met een enorme overredingskracht, die zijn wil oplegde aan zijn volgelingen en vrouwelijke sekteleden seksueel misbruikte. Ook de minderjarige meisjes.
Over Hannelores jeugd verscheen een boek: Hannelore. Het meisje uit de sekte. Het is het schokkende relaas van mensen die volledig in de ban verkeerden van een zeer dominante geestelijk leider, die onderzoekers van het Pieter Baan Centrum omschreven als 'psychotisch'. Sipke Vrieswijk werd in 1997, samen met zijn partner Aagje, de zogenaamde profetes Aïda, tot tbs met dwangverpleging veroordeeld wegens seksueel misbruik van kinderen.
'Sekteleden werden aangemoedigd elkaars fouten op briefjes aan Vrieswijk te rapporteren en hij legde vervolgens straffen op'
‘Ik was een jaar of drie toen mijn ouders betrokken raakten bij de Gemeente Gods,’ vertelt Hannelore. ‘We woonde toen nog gewoon thuis. Maar toen ik negen was, verhuisden we met andere sekteleden naar een voormalig klooster in Velddriel. Daar heerste een klimaat van angst. Je deed het nooit goed. Sekteleden werden aangemoedigd elkaars fouten op briefjes aan Vrieswijk te rapporteren en hij legde vervolgens straffen op, die werden omgeroepen via de intercom.
's Nachts in de tuin staan, was maar een van de vele straffen. Je kon bijvoorbeeld ook een boete krijgen, of zwijgplicht. Dat kon weken duren en als je per ongeluk toch iets zei, kreeg je een week erbij. Die zwijgplicht was voor mij als kind heel moeilijk. Aan tafel kon ik dan niet vragen of iemand de pindakaas wilde doorgeven. Ik mocht ook op school niets zeggen, dus ik kon dan niet met mijn medescholieren communiceren. Ik werd sowieso met de nek aangekeken op school. Want ze vonden ons, de kinderen uit de sekte, met onze ouderwetse kleren en lange rokken, maar raar.’
'Hij maakte het gewone menselijke contact kapot en het seksuele misbruik was dan een soort surrogaatliefde'
Vrieswijk dwong haar moeder te scheiden van haar vader en verbande op een gegeven moment ook haar jongere zusje uit het klooster. ‘Hij zei dat ze geen kind van God kon worden, omdat ze een hart van steen had. Hij bepaalde ook dat ik vanaf mijn tiende niet meer bij mijn moeder mocht zijn. Ik mocht zelfs niet met haar praten. Ik moest in een bijgebouw gaan wonen, waar een andere vrouw voor me zorgde. Dat was Vrieswijks tactiek. Hij rukte gezinnen uit elkaar om de moeders te breken en ze vervolgens aan zich te binden, zodat hij hen seksueel kon misbruiken.
Want als die vrouwen hun man en kinderen kwijt waren, was hij de enige bij wie ze troost konden zoeken. Hij maakte het gewone menselijke contact kapot en het seksuele misbruik was dan een soort surrogaatliefde. Hij wist het zo te draaien, dat de vrouwen er helemaal in meegingen: ze zagen het als een eer. Hij vertelde hun dat ze bruid van God werden. Ze zouden via hem gemeenschap hebben met God. Dichterbij de Heer kon je niet komen.’
Als ze niet precies deden wat hij wilde, kregen ze een donderpreek dat ze zich verzetten tegen God
Vrieswijk was een man die indruk op mensen maakte en zijn volgelingen keken enorm tegen hem op. Als ze niet precies deden wat hij wilde, kregen ze een donderpreek dat ze zich verzetten tegen God. Hannelore: ‘In het begin deed hij nog aan bijbeluitleg. Maar het ging steeds meer over zijn eigen “profetieën”. Over mensen die “occult besmet” waren en die hij plompverloren uit de sekte stootte. Over vrouwen die bruid van God mochten worden.
Hij maakte handig gebruik van informatie die hij tijdens gesprekken met zijn volgelingen hoorde, om via zogenaamde profetieën mensen geld afhandig te maken. Dan had hij gehoord dat iemand met vakantie naar Zuid-Frankrijk wilde en dan profeteerde hij: “Ik heb een boodschap van de Heer doorgekregen dat hier een broeder is, die een vakantie belangrijker vindt dan zijn verbintenis met God. Die de blote vrouwen daar op het strand boven zijn relatie met de Here stelt.” En dan wist die man niet hoe snel hij het reisgeld aan Vrieswijk moest overmaken.’
'We moesten ook voor alles toestemming vragen. Alles werd voor ons bepaald'
In het klooster heerste een sfeer waarin je niemand kon vertrouwen en waar je nooit veilig was, vertelt ze. ‘Iedereen wilde een wit voetje bij de profeet halen, dus iedereen was bereid hem te vertellen dat een ander iets verkeerd had gedaan. Maar soms kon dat tegen je keren en kreeg je straf omdat je klikte. Het was volkomen willekeurig. We moesten ook voor alles toestemming vragen. Alles werd voor ons bepaald. Zelfs simpele boodschappenlijstjes moesten worden voorgelegd. Dat leidde ertoe dat ik geen eigen wil meer had. Ik was mijn eigen wil en identiteit volkomen kwijt.’
'Misbruik was de enige vorm van aandacht die ik nog kreeg'
Nadat haar vader uit beeld was verdwenen, haar zusje uit de sekte was gezet en ze ook nog eens gescheiden werd van haar moeder, werd het leven in de sekte steeds moeilijker voor Hannelore. ‘Ik ging mentaal op slot,’ vertelt ze. ‘We vierden geen verjaardagen, maar ik was waarschijnlijk elf toen Vrieswijk mij seksueel begon te misbruiken. Op dat moment zag ik dat als een eer. Het betekende dat ik erbij hoorde. Het was de enige vorm van aandacht die ik nog kreeg. Pas toen ik weg was uit die sekte, begon me te dagen: dit klopte niet. Toen pas realiseerde ik me dat ik seksueel was misbruikt. Maar dat was een lang proces.’
'Buiten de poort was iedereen verdorven. Ik was doodsbang voor de buitenwereld'
Eind 1993 stapte Hannelores moeder na lang twijfelen uit de sekte. ‘Ze begon vraagtekens te zetten bij wat Vrieswijk verkondigde. In de bijbel staat dat God liefde is, maar liefde was nergens te vinden in die sekte. Mijn oom drong erop aan dat ze naar de politie zou gaan. Hij praatte op haar in: “Hannelore is zeventien, je hebt nu nog de kans haar uit die sekte te krijgen. Als ze eenmaal achttien is, en ze beslist zelf om te blijven, kan dat niet meer.” Ikzelf wilde helemaal niet weg uit de sekte. Want Vrieswijk had ons ingepeperd dat buiten de kloosterpoort de boze buitenwereld begon, die duivels was. Iedereen was daar verdorven. Ik was doodsbang voor de buitenwereld.’
'Hij maakte ons wijs dat hij en Aagje profeten van de eindtijd waren'
Hannelores moeder deed aangifte en de politie begon een onderzoek. Maar inmiddels had Vrieswijk met een aantal vrouwelijke volgelingen, onder wie Hannelore, de wijk genomen naar Israël. ‘Hij maakte ons wijs dat hij en Aagje profeten van de eindtijd waren en dat ze naar Israël gingen om de komst van Jezus aan te kondigen. Maar in werkelijkheid was de grond in Nederland te heet onder zijn voeten geworden. Hij had de kinderbescherming, de belastingdienst en de politie achter zich aan.’
‘Ik was ontzettend boos op mijn moeder dat zij mij uit de sekte had laten halen, want ik geloofde Vrieswijk nog steeds'
Na Israël vluchtte Vrieswijk met enkele volgelingen naar Zweden en vervolgens naar Cyprus. Op Cyprus bevrijdde de politie Hannelore en bracht die haar terug naar Nederland. ‘Ik was ontzettend boos op mijn moeder dat zij mij uit de sekte had laten halen, want ik geloofde Vrieswijk nog steeds. In mijn ogen was mijn moeder een afvallige. Omdat ik pertinent niet bij mijn moeder wilde wonen, namen mijn oom en tante mij in huis. Dat was een liefdevol, warm gezin. Langzamerhand begon het mij toen te dagen dat het niet waar wat Vrieswijk ons had verteld. Dat de buitenwereld helemaal niet zo slecht was.
'Ze lieten me boodschappen doen. Zelfs zoiets simpels was al moeilijk voor me. Want ik wist niets'
Er heerste harmonie in het huis van mijn oom en tante. Het was er rustig en ontspannen. Ik hoefde niet bang te zijn dat ik straf zou krijgen. Mijn oom en tante praatten met mij over alles wat ik had meegemaakt, maar ze lieten me vrij. Ze zeiden: tot je achttiende ga je rondkijken in onze wereld. Als je dan nog terug wilt, kan dat. Langzaam leerde ik opnieuw leven. Ze namen me mee naar verjaardagen. Ze lieten me boodschappen doen. Zelfs zoiets simpels was al moeilijk voor me. Want ik wist niets. Wat ik at, wat voor kleren ik droeg: alles was altijd voor mij beslist.’
Hannelore deed een opleiding tot apothekersassistente en kwam terecht in een begeleid wonen-project. ‘Daar leerde ik zelf denken,’ vertelt ze. ‘Al vrij snel kwam ik toen mijn man tegen. Hij deed een opleiding tot elektromonteur en kon heel goed luisteren. Ik kon hem alles vertellen zonder dat hij mij veroordeelde. Dat gaf mij rust.’
'Als ik boos blijf, heeft Vrieswijk nog steeds invloed op me'
Inmiddels is Hannelore 24 jaar getrouwd, moeder van vier kinderen en ervaart ze haar verleden niet meer als een last. ‘Het is een heel proces geweest, maar ik koester geen wrok. Ik ben heel boos geweest. Verdrietig ook. Die fases heb ik allemaal doorgemaakt. Maar als ik boos blijf, heeft Vrieswijk nog steeds invloed op me. Als ik hem vergeef, is die invloed verbroken.
'Als er één persoon is die door dit boek geen verkeerde beslissing neemt, is het niet voor niets geweest'
Ik heb nu een goede band met mijn moeder. We hebben erover gepraat dat ik mij door haar in de steek gelaten heb gevoeld. Ik begrijp nu dat ook zij veel verdriet heeft gehad, dat ze het liever anders had gewild. Daarmee is de kous af. Ik ben heel blij dat het boek er nu is. Er zijn in Nederland nog steeds meer dan tachtig sektes, met zo'n tienduizend volgelingen. Ik wil mensen met mijn verhaal waarschuwen. Als er één persoon is die door dit boek geen verkeerde beslissing neemt, is het niet voor niets geweest. Ik wil ook hoop bieden: er is licht aan het eind van de tunnel. Als het mij lukt om gelukkig te worden, kan het jou ook lukken. Al zal ik nooit weten hoe ik was geworden als ik dit niet had meegemaakt.’
Sipke Vrieswijk kwam in 2010 vrij en voegde zich weer bij de sekte in Papendrecht. Daar overleed hij in 2019. Het nieuws gaf Hannelore een gevoel van opluchting. ‘Ik wist: hij kan nooit meer slachtoffers meer maken. Ik heb een taart gekocht en die heb ik opgegeten met mijn gezin. Het was wel een feestje waard.’
Frank Krake, Hannelore. Het meisje uit de sekte kost 23 euro.