Willen we dat eigenlijk wel?
In ons transparant heden wordt elk geheim genadeloos ontrafelt. Cisca Dresselhuys vraagt zich af: is het soms niet beter om – zoals dichter Adriaan Roland Holst zegt – stille dingen stil te laten?
Als je kijkt naar tv-programma’s als Spoorloos en DNA Onbekend lijkt het erop dat mensen niet kunnen leven met raadsels en geheimen. Voor het nieuwste programma binnen deze categorie, De reis van je genen van Caroline Tensen, hebben zich onlangs duizenden mensen aangemeld. Allemaal willen ze per se weten wie hun biologische ouders zijn, of hun vader wel hun échte vader is en of ze misschien nog ergens halfbroers of -zussen hebben.
Het woord dat in deze programma’s telkens terugkomt: ‘puzzelstukje’. Het leven van de zoekers is pas compleet als ze dat ontbrekende stukje gevonden hebben. Dan zullen ze eindelijk gelukkig worden. Maar is dat zo? Gooien mensen door die zoektochten hun eigen en andermans leven niet voornamelijk erg in de war?
Was de man die hij altijd voor zijn vader gehouden had wel écht zijn biologische vader?
Zo zag ik niet lang geleden in DNA Onbekend een tweeënvijftigjarige man die eindelijk wilde weten of de man die hij altijd voor zijn vader gehouden had wel écht zijn biologische vader was. Of was het toch die vriendelijke buurman, ‘oom’ Hans, die zo vaak bij hen over de vloer kwam en die heel aardig was voor hem, maar ook voor zijn moeder? Hij meende zich zelfs te herinneren dat z’n vader tijdens een ruzie een keer geroepen had: ‘Jij bent toch niet van mij!’
Jaren had hij niets met die opmerking gedaan – z’n ouders waren gescheiden, moeder was inmiddels overleden, vader leefde nog –, maar nu moest het er toch maar eens van komen. Vader werkte mee, deed een DNA-test en ja hoor: hij was z’n vader niet. Puzzelstukje gevonden. En nu? Eindelijk rust?
De zoon zei van wel, maar ik geloofde hem niet. Ik zag hem in de toekomst op zoek gaan naar die aardige oom Hans. Hij had op internet al eens tevergeefs naar hem gezocht. Nu zou hij het er verder maar bij laten zitten, zei hij. Nogmaals, ik geloof er niets van. Na al die moeite om uit te zoeken wie z’n echte vader is, houdt hij vast niet op. Misschien begrijpelijk, maar is het ook wenselijk?
Verboden praktijken
Psychiater en publicist Carla Rus (68) heeft zo haar bedenkingen bij programma’s als DNA Onbekend. ‘Die kunnen best gevaarlijk uitpakken,’ waarschuwt ze. ‘Natuurlijk begrijp ik dat mensen dolgraag willen weten wie hun echte vader is, maar ik denk dat er veel sociale ellende uit die onderzoeken kan voortkomen. Ook in de tweede en derde lijn. Uit onderzoek onder ouders is gebleken dat bij 2 tot 5 procent van de kinderen twijfel is of de partner ook de biologische vader is. In gewone, redelijk gelukkige gezinnen kan dus een hoop ellende worden aangericht met die DNA-testen.’
In de loop van de tijd zijn er nogal wat kinderen geboren dankzij de medewerking van een donor (via kunstmatige inseminatie). Tegenwoordig mogen die donoren niet meer anoniem zijn, maar er was een tijd dat dit wel mocht en zelfs noodzakelijk werd geacht.
Vandaar die verbranding van zijn paperassen toen hij stopte met zijn praktijk
Zo herinnert hersendeskundige Dick Swaab (77) zich dat hij in 1966 met zijn vader een deel van diens archief heeft verbrand. Vader was gynaecoloog en in de jaren vijftig een pionier op het gebied van kunstmatige inseminatie (KI), wat toen nog sterk veroordeeld werd en in feite verboden was. Swaab sr. werd vanwege zijn werk op dit gebied zelfs bijna geroyeerd als lid van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Dus sprak hij met de kinderloze paren die hij hielp af dat voor altijd geheim zou blijven wie de donor was geweest. Vandaar die verbranding van zijn paperassen toen hij stopte met zijn praktijk.
‘Als je alle partijen geheimhouding beloofd hebt, moet je je daaraan houden'
Later werd Dick Swaab weleens benaderd door donorkinderen die hun vaders en eventuele halfbroers of -zussen wilden achterhalen. Naar alle eerlijkheid kon hij dan zeggen dat de papieren die hier betrekking op hadden niet meer bestonden. Terugkijkend zegt hij nu: ‘Als je alle partijen geheimhouding beloofd hebt, moet je je daaraan houden. Nu de KI-procedure aanvaard is, is openheid gelukkig mogelijk en daar sta ik geheel achter. Maar mijn vader werkte meer dan zestig jaar geleden. Het was een heel andere tijd.’ Overigens hebben deze donorkinderen via DNA-onderzoek vaak alsnog hun afkomst kunnen achterhalen.
Drie eerdere huwelijken
Geheimen over het verleden van zijn vader, daar heeft de vijfenzestigjarige Gerard z’n hele leven al mee te maken. Bekend was wel dat vader voor de oorlog al een keer getrouwd was geweest, maar na zijn dood bleek uit officiële papieren dat hij voor de oorlog twee huwelijken en in Frankrijk nog een derde huwelijk had gehad. Een klap voor z’n (vierde) vrouw, die van niets wist.
Dat hij er met een Franse vrouw getrouwd was, had hij nooit verteld
Dat hij in Frankrijk was geweest tijdens de oorlog, was wel min of meer bekend. In een sigarendoosje in zijn werkkamer lagen namelijk oorlogsmedailles, waaronder een Franse, een Belgische en een Nederlandse. Als hij ernaar werd gevraagd, kwam er nooit veel uit. Ja, hij was ‘betrokken geweest bij de bevrijding van Parijs’ – en daar hield het mee op. Dat hij vijf jaar in dat land had gewoond, dat hij z’n driejarige dochtertje uit z’n tweede huwelijk er mee naartoe had genomen en in een klooster had ondergebracht, dat hij er met een Franse vrouw getrouwd was, had hij nooit verteld.
Is Gerard niet nieuwsgierig naar al die geheimen van z’n vader?
Met zijn inmiddels overleden halfzus heeft Gerard goed contact gehad, maar zij kon of wilde hem niets over hun vader vertellen. ‘Vraag dat maar aan hemzelf,’ was haar antwoord op zijn vragen. Is Gerard niet nieuwsgierig naar al die geheimen van z’n vader? Zou het zijn nogal negatieve beeld van hem niet kunnen bijstellen? Ja en nee. Omdat hij al zevenendertig was toen zijn vader overleed, heeft hij een duidelijk beeld van hem, dat niet al te positief is.
Het was een gesloten man met een traditionele kijk op het huwelijk en de rol van de vrouw
Zijn ouders hadden elkaar leren kennen in een ziekenhuis in Amersfoort, waar zijn vader patiënt en zijn moeder verpleegster was. Hij was twintig jaar ouder dan zij en al vijftig toen Gerard werd geboren. Het was een gesloten man met een traditionele kijk op het huwelijk en de rol van de vrouw. Hij was letterlijk en figuurlijk afwezig. Als vertegenwoordiger ging hij maandag van huis en hij kwam pas op vrijdag terug. Hij moet op die reizen contacten met andere vrouwen hebben gehad, want op een zeker moment besmette hij z’n vrouw met syfilis.
'Moeder had op een gegeven moment haar koffers gepakt'
Het huwelijk was niet goed, er waren vaak ruzies. Moeder had op een gegeven moment haar koffers gepakt en was vertrokken, maar keerde uiteindelijk toch terug naar huis. Tot ontzetting van Gerard, die al uit huis was en z’n moeder, met wie hij heel close was, vaak had aangeraden te scheiden. Uiteindelijk belandde het huwelijk in rustiger vaarwater en de twee bleven bij elkaar tot vader op z’n zesentachtigste stierf. Zijn vrouw overleed tien jaar na hem.
Wel of niet openbaren?
Wat zou Gerard nog wél over z’n vader willen weten? ‘Niets over die huwelijken, iedereen die daar iets over zou kunnen zeggen, is dood. Wat ik wél zou willen weten, is iets over het verzetsverleden van m’n vader. Ik heb dat al een paar keer geprobeerd te achterhalen bij de instantie in Parijs die daar alles over weet. Maar op mijn vraag om inlichtingen heb ik nooit antwoord gehad.
'Het leven neemt soms onverwachte wendingen, je hebt het niet allemaal in eigen hand'
Naar die periode uit z’n leven ben ik eigenlijk het meest nieuwsgierig. Dat zou het beeld dat ik van hem heb misschien nog in positieve zin kunnen bijstellen. Die medailles in dat sigarendoosje zeggen toch wel iets, ze waren verleend vanwege dapper gedrag onder zeer moeilijke omstandigheden. Nu ik zelf aan mijn derde relatie bezig ben (eenmaal gescheiden, eenmaal weduwnaar), kijk ik toch wat milder tegen z’n vier huwelijken aan. Het leven neemt soms onverwachte wendingen, je hebt het niet allemaal in eigen hand. Maar dat hij twee huwelijken helemaal verborgen heeft gehouden, vind ik volstrekt onbegrijpelijk en niet te vergoelijken. Ik zou zoiets kunnen noch willen.’
Elk mens gaat over z’n eigen geheimen en ma dus zelf beoordelen of hij die wel of niet openbaart
Over dat zwijgen over het oorlogsverleden zegt Carla Rus, wier vader ook in het verzet zat: ‘Veel verzetsmensen spraken aanvankelijk niet over die tijd, die was namelijk vaak met trauma’s omgeven. Bovendien werd na de oorlog sowieso veel minder gepraat dan nu’. In het algemeen vindt ze dat elk mens over z’n eigen geheimen gaat en dus zelf mag beoordelen of hij die wel of niet openbaart.
‘Bij het zoeken naar en onthullen van geheimen van anderen moeten mensen eerst bij zichzelf te rade gaan. Wat zijn mijn motieven? Wie kan er zijn voordeel mee doen als een geheim wordt geopenbaard: alleen ikzelf of ook nog anderen? En wat zijn de risico’s van het prijsgeven van een geheim?
Een mens kan en mag niet over z’n graf heen regeren, is haar mening
Als iemand gestorven is en er zijn resten van geheimen te vinden, vindt ze dat kinderen er, als ze willen, mee aan de slag mogen gaan. Een mens kan en mag niet over z’n graf heen regeren, is haar mening, ook niet als het gaat om precaire of pikante zaken. Tot slot een uitspraak van voormalig Denker des Vaderlands, filosoof René ten Bos: ‘Wat is vrijheid? Niets anders toch dan het recht om geheimen te hebben? Een mens moet zelf kunnen bepalen wat hij van zichzelf aan anderen laat zien.’
Voor je gaat wroeten in het verleden
- Wat zijn je motieven om iets te ontrafelen?
- Wat zijn de risico’s en wie wordt hier beter/gelukkiger van?
- Weet je zeker dat je kunt omgaan met een negatieve uitkomst?
Foto (c) Getty Images. Deze reportage heeft eerder in de printeditie van Nouveau gestaan (c) Nouveau / DPG Media 2022
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in