Sylvia blogt: "Waarom ik zo’n hekel heb aan afscheid nemen…"
Mijn leven zou zoveel makkelijker zijn als ik nooit meer afscheid van mensen zou hoeven nemen. En dan heb ik het niet over de grote ‘goodbyes’ zoals begrafenissen en verbroken relaties. Afschuwelijk als die zijn, daar kom en kun je niet onderuit en die kun je het beste maar leren accepteren.Ik mi...
Mijn leven zou zoveel makkelijker zijn als ik nooit meer afscheid van mensen zou hoeven nemen. En dan heb ik het niet over de grote ‘goodbyes’ zoals begrafenissen en verbroken relaties. Afschuwelijk als die zijn, daar kom en kun je niet onderuit en die kun je het beste maar leren accepteren.
Ik mingle me suf
Nee, ik heb het over de ’kleintjes’: De ‘smalltalk’ en ‘socializing’-aangelegenheden. De ‘netwerkbijeenkomsten’, en de ‘cursusdagen’. Het soort ongemakkelijke bijeenkomsten waar niemand elkaar écht kent, en je aan het einde van de avond/ bijeenkomst iedereen gedag moet zeggen.
Want, wat leren we altijd: Je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk. Waarheid als een koe, en ik doe (meestal) dan ook mijn best voor een goeie eerste indruk. Ik ben alert, noem mensen bij hun voornaam, praat met veel mensen en stel veel vragen etc. etc. Aan tafelmanieren en kennis van etiquette ontbreekt het me gelukkig ook niet dus dat gaat allemaal prima.
Dus, stel, ik ben op zo’n netwerkbijeenkomst, je weet wel, voor ‘powervrouwen’, of ‘influencers’, of bij iets saais van de bank of één of andere vage relatie waar ik uit zakelijk oogpunt toch even m’n gezicht moet laten zien. Ik ‘mingle’ en ik ‘netwerk’ me suf.
Ik wil direct weg. Nú.
En dan komt dat andere moment: Het moment dat ik het zat ben en naar huis wil. Dat moment komt altijd uit de lucht vallen. Het is niet dat ik geleidelijk wat zwijgzamer wordt of me wat ga vervelen. Nee hoor, ik ga gewoon van ‘aan’ naar ‘uit’.
Hetgeen betekent dat ik dan ook direct weg wil. Niet over een uur, niet over vijf minuten. Nee, nú. Dat brengt een gevoel met zich mee dat ik uit alle macht onderdruk, want anders eindig ik als de bekende krijsende peuter op de grond van de supermarkt waar iedereen naar kijkt. Maar waar die peuter ermee wegkomt, gok ik dat dat voor mij niet geldt.
Wat ook niet helpt, is dat ik niet per se heel erg goed ben in ‘doen alsof'. Dus als iemand staat te oreren over, pak ‘m beet, zijn chronische oorontsteking of suikerzakjesverzameling, dan krimpt mijn concentratieboog tot maximaal 1 minuut en daarna plug ik uit, ondertussen koortsachtig bedenkend wat een goede smoes is en dan altijd uitkom op de w.c.
Máxima en ik hebben veel gemeen
Terwijl ik rustig op de w.c. zit te zitten, vraag ik me dan vaak af hoe Máxima dat doet. Ik spiegel me graag aan haar, we hebben tenslotte heel veel met elkaar gemeen: allebei vrouw, en allebei blond-ish. En zij speelt het tenslotte ook klaar om elke keer weer geïnteresseerd zijn, of in ieder geval interesse te veinzen. Dus waarom kan ik dat niet?
Zelf heb ik dan de neiging om mijn smartphone te pakken, ook al weet ik dat ‘andere aanwezigen’ daar van alles van vinden. Maar mensen, ik vervéél me gewoon heel snel. En wat moet ik dan?
Mijn vermoeden is dat een aantal mensen denkt dat ik óf chronische blaasontsteking heb, óf zwanger ben, want gemiddeld ga ik op zo’n avond ongeveer zes keer naar de w.c. Wéér die goeie ouwe w.c.
Afscheidsetiquette
Okay, terug naar de groep mensen waar ik dus bij weg wil: Ik word dan nog wel geacht om iedereen (!) gedag te zeggen. De etiquetteboeken zijn daar niet heel eenduidig over. Het ene zegt ‘alleen de gastvrouw/ gastheer. Daar ben ik vanzelfsprekend groot voorstander van, maar het andere zegt dat dat onbeleefd is naar de andere gasten.
En onbeleefd zijn, daar kan ik m’n ouders wel de schuld van geven (“sorry, maar ik heb nu eenmaal geen opvoeding genoten, klachten kun je indienen bij mijn ouders”), maar ik voel me er toch wat ongemakkelijk bij. Eerlijk gezegd doe ik nog liever de complete afwas, met de hand, dan 30 mensen gedag te moeten zeggen.
Dat moet je serieus opnemen in je timing, want vervolgens sta je dus met ál die 30 mensen wéér twee minuten te ‘small talken’: ‘Ja, moeten we snel weer doen/ Ja, we spreken echt snel af/ App me nog even de link van dat restaurant/ die schoenenwinkel/ Netflixserie/ botoxkliniek waar je het over had? En wat is ook alweer het recept van die té lekkere carrotcake die je gemaakt hebt?'
Waaróm? Maar écht … Want we weten allemaal dat we er vervolgens helemaal niks /noppes/nada meer mee doen.
Eerste indruk vs laatste indruk
Het kost me zo’n moeite door die vermaledijde eerste indruk: Die moet goed zijn. Het gevolg? Ik heb al mijn energie al opgebruikt. En wat blijkt dan? Laatste indrukken zijn minstens zo belangrijk.
Ik wil mensen niet achterlaten met het idee dat ik niet kon wachten om bij ze weg te komen. Want het ligt écht niet aan hen. Nou ja, niet altijd, soms heus wel. Maar dat probeer ik dus niet te laten merken, en dat kost nóg meer energie.
Het wordt extra moeilijk door het feit dat ik bijna altijd als eerste naar huis lijk te willen. En de eerste valt het meeste op. Soms sta ik in een groepje, of zit ik aan een tafel, en spied ik ondertussen naar een ontsnappingsroute. Zeg dan dat ik, hoe verrassend, even naar de w.c. ga en glip er stilletjes tussenuit. Onderweg zeg ik wél de gastvrouw gedag maar verder niemand.
Eenmaal in mijn stille auto slaak ik een zucht van verlichting, schop mijn hakken uit en rij op m’n gemak naar huis.
PS: even eerlijk…Ik ben toch niet de enige die dit heeft?!