Shoppen bij Primark? Niet eens misschien...
Het gebeurt vaker dan me lief is: iemand die heel trots tegen me staat te oreren over een volle tas van de Primark of Action of iets soortgelijks. ‘Kijk nou, een bikini voor maar €4,95! Hoe cool is dat!’ ‘Kandelaars en fotolijstjes voor maar één euro!’ Als ik dan niet reageer, of hoogstens heel l...
Het gebeurt vaker dan me lief is: iemand die heel trots tegen me staat te oreren over een volle tas van de Primark of Action of iets soortgelijks. ‘Kijk nou, een bikini voor maar €4,95! Hoe cool is dat!’ ‘Kandelaars en fotolijstjes voor maar één euro!’ Als ik dan niet reageer, of hoogstens heel lauwtjes, valt er vaak een stilte, en wanneer diegene dan uitgepraat is, stel ik vaak een vraag: ‘Als jij de prijs voor die bikini niet betaalt, wie denk je dan dat ‘m betaalt?’
Want het is een feit dat íemand het moet het betalen. En als wij het niet zijn, is het iemand anders. In de praktijk blijkt dat helaas meestal de fabrieksmedewerker. Man/vrouw, volwassen én kind. Het is namelijk heel eenvoudig, begin eens met 21% btw eraf te halen, dan blijft er nog maar vier euro over. Vervolgens moet iedereen in de ‘supply chain’ nog iets verdienen: de ontwerper van de bikini, de producent van de stoffen, de fabriek die de bikini in elkaar zet, het internationale transportbedrijf dat ‘m naar Nederland brengt, de winkel hier, de medewerkers van de winkel, de huur van het pand moet betaald, het is ook best fijn als het licht in de winkel aangaat en dan bestaat er ook nog zoiets als marketing, winst en aandeelhouders. Moet jij mij eens uitleggen hoe je dat van €4,95 wilt doen. Inderdaad, dat gaat dus niet.
Vervolgens krijg ik dan vaak de opmerking: ‘Jij hebt makkelijk praten, jij hoeft niet rond te komen van een uitkering of van het minimumloon.’ Dat is inderdaad waar, en dat realiseer ik me terdege. Maar dat neemt nog steeds niet weg dat zo veel mensen er bijna dagelijks voor lijken te kiezen om hun kop in het zand te steken voor de belabberde omstandigheden van een ander. Want zelfs met een Nederlandse uitkering behoor je nog steeds tot de rijkste tien procent van de bevolking ter wéreld. Ja, dat lees je goed.
Wat is het toch dat we met elkaar de mond vol hebben van een sociale maatschappij, over normen en waarden, over ‘samen’, en consuminderen in plaats van consumeren, maar dat zoveel mensen aan acute amnesie lijken te lijden zodra ze in een winkelcentrum/supermarkt zijn?
Ja, dierenwelzijn is super belangrijk, die beestjes moeten een goed leven hebben. En ja, natúúrlijk moet iedereen een normaal salaris krijgen en verzekerd zijn en lunchpauze hebben op zijn werk. Om vervolgens plofkip en plofkoe te kopen en daarna vijf T-shirts en drie rokken te kopen voor dertig euro en daar dan heel blij mee te zijn. En dat geldt voor mensen in alle lagen van onze bevolking.
Doe ik het dan allemaal zo goed? Welnee, was het maar zo’n feest. Wat ik wel doe, is principieel geen bont dragen en veel googlen op hoe merken omgaan met mens en dier. Wetende dat het best mogelijk is dat de informatie die ik vind slechts ten dele, of gewoon helemaal niet, klopt. Maar ik ben er dus wel bewust mee bezig en, het belangrijkste: ik doe mijn best.
Verder ben ik zelf ook geen diehard vegetariër, laat staan veganist. Ik ben, zoals we dat de laatste paar jaar zo hip noemen ‘flexitariër’. Een paar dagen per week eten we biologische kipfilet of rundergehakt, soms wat wild gevangen zalm van de visboer. En ja, daarbij kan ik alleen maar afgaan op de drie sterren op het eierdoosje en wat de visboer mij vertelt. Gelukkig heb ik nog niet alle geloof in de mensheid verloren en doe ik dat dus.
En tegenwoordig weet ook iedereen wat vegetariër en flexitariër inhoudt, dus dat is ook fijn. Alhoewel, ik heb meer dan eens meegemaakt dat ik bij een restaurantreservering van tevoren door had gegeven een vegetarisch menu te willen om vervolgens een stuk vis op mijn bord te krijgen. Op mijn verbaasde blik kreeg ik een oprecht verbouwereerd ‘Maar u wílde toch vegetarisch?’ ‘Eh ja, dus geen vlees én geen vis. Het woord pescotariër heb ik niet in de mond genomen…’ Dat laatste had ik beter niet kunnen zeggen, want toen werd zijn blik dus echt zo glazig als die van een dooie vis.
Daardoor hoor ik mezelf steeds vaker zeggen ‘Beter inconsequent goed dan consequent fout’. Waarmee ik ook precies dat bedoel. Noem me naïef, maar ik ben ervan overtuigd dat als we allemaal een beetje ons best doen, deze grote planeet écht een beetje mooier wordt. Dat komt ook door vroeger. Ik bracht altijd alle zielige beestjes mee naar huis. Zieke egeltjes en zwerfkatten enzo. Zonder Lief was ik waarschijnlijk allang het ‘gekke kattenvrouwtje’ van ons dorp. Maar echt, hoe vaak ik vroeger niet te horen heb gekregen: ‘Syl, je kunt niet alle dieren van de hele wereld redden’. Nee, dat klopt, maar als we allemaal één dier redden, is het probleem wel opgelost. Datzelfde geldt voor het kopen van kleding en jawel, vlees, vis, kaas en eieren.
En dan hebben we natuurlijk nog zaken als zonnepanelen, LED-verlichting, hybride auto’s en meer van dat soort zaken. Alles bij elkaar is dat inderdaad best veel. En dáár komt dus dat ‘beter inconsequent goed dan consequent fout’ vandaan: doe je best, wees je bewust van wat je koopt en waar, dan dragen we allemaal ons steentje bij. En veel kleine steentjes maken écht verschil.
Fijn weekend en wees lief voor elkaar ;)