'Ooit vulde hij als orale orkaan met zijn stem hele kamers, nu zijn wij het die praten'
Nouveau's columniste Karin over haar goede vriend die getroffen werd door een attaque: 'Ooit vulde hij als orale orkaan met zijn stem hele kamers, nu zijn wij het die praten.'
Na een huwelijk van dertig jaar koos journalist Karin Kuijpers voor een leven als single. In Nouveau schrijft ze over wat ze tegenkomt op haar bezighoudt, zoals het zware lot van haar vrienden Eibert en Astrid.
Dat je elke dag moet plukken is een cliché, maar een waarheid als een koe – om nóg maar een cliché te gebruiken. Onze huisvriend Eibert kreeg vorig jaar op eerste kerstdag een zwaar herseninfarct. Het hospice wachtte op hem voor zijn laatste dagen op aarde, hij besloot ergens diep in zijn verwonde brein dat hij niet wilde gaan.
Halfzijdig verlamd, zijn spraak was met zijn attaque verloren gegaan. Man, man, man, onze vrolijke vriend, de man met een ADHD van jewelste, die je de oren van je kop kon lullen, was verstomd. Kan zomaar gebeuren hè.
Negen maanden later hebben we een lunch met onze kinderen, mijn ex en zijn nieuwe vriendin en Eibert en zijn vrouw Astrid in mijn tuinhuis op Rotterdam-Zuid. Zijn dynamische tred heeft plaatsgemaakt voor een stok, waarmee hij elke seconde zijn wankel evenwicht lijkt te zoeken. Hij ziet er goed uit, zijn ogen stralen, met praten komt hij nog niet veel verder dan ‘ja’ en ‘nee’. Maar hij begrijpt alles, zegt zijn vrouw.
Wat een onmacht moet dat zijn. De camper, waarmee hij met Astrid Europa doorreisde, is verkocht, net als zijn hoveniersbus. Klaar met de tuinen, nooit meer terug.
Hij loopt over de stenen die hij in mijn tuin heeft geplaveid. Het kan niet anders dan dat hem dat pijn doet. De takken die hij snoeide, de planten die hij zette, een groot deel van mijn mooie tuin is door hem gecreëerd.
Met als insteek dat ‘je ne sais quoi’-gevoel. Dat ook onkruid mooi kan zijn en mag bloeien, ook al was ik er stiekem tegen, want ik wilde mijn tuin zoals de buren: perfect.
We drinken champagne en eten vis van Simonis uit Scheveningen. Wíj́ zijn het nu die praten, niet hij. Hij die met zijn luide stemgeluid hele kamers vulde, soms dusdanig dat we er gek van werden en riepen: ‘effe dimmen nou.’ Maar Eibert was met geen mogelijkheid te dimmen. Een orale orkaan. Met zijn infarct verstomde ook zijn vrolijke luidruchtige gesprekken.
De nieuwe Eibert zwijgt, maar neemt alles op. Zijn vrouw zegt: ‘Dit is de rest van mijn en ons leven.’ Liefde houdt haar staande, maar haar toekomst heeft ze moeten bijstellen. ‘Dat went,’ zegt ze moedig.
Wij geven onze liefde in het moment, zij hebben het er de rest van hun leven mee te doen. De therapie zal nog een paar jaar duren, Astrid maakt voorzichtig de weg vrij voor een stukkie eigen leven, een uitje met haar nicht naar Parijs.
Natuurlijk willen we op onze vriend passen als zij weggaat. Dat heeft ze vast vaker gehoord, dat soort goedbedoelde tegemoetkomingen. Ons leven gaat door, hun leven heeft een wending waar ze niet om hebben gevraagd.
Na drie uur gaan ze weg. Hij loopt achter zijn rolstoel, Astrid kijkt nog een paar keer achterom, zwaaiend. Om vijf uur appt ze: ‘Eibert ligt op bed, maar hij vond het geweldig.’
Ik zou voor allebei een standbeeld willen oprichten, maar ja, wat hebben zij daaraan?
Elke week het laatste nieuws ontvangen in je mailbox? Het beste van Nouveau.nl, Máxima en cultuur voor leuke vrouwen met stijl. Schrijf je in
- Nouveau