Voor leuke 40+ vrouwen met stijl
Bettina Voos

Bettina droomt hardop: 'Een dansende man kan zó sexy zijn'

'Een dansende man kan zó sexy zijn', vindt columniste Bettina. Toch jammer dat haar eigen lief niet verder komt dan 'een ritmisch knikkend hoofd.'

Bettina Voos

Columnist Bettina mag graag een dansje doen, haar man is niet zo van de wals en de foxtrot...

Zoals ik al eerder schreef: mijn lief is heel veel voor me, maar niet alles. Zo wil hij niet dansen, terwijl ik daar echt heel gelukkig van word.

Ik trek mannen aan die niet kunnen of willen dansen. Die tijdens een concert enkel zo’n ritmisch knikkend hoofd hebben, als zo’n hondje op een hoedenplank, maar verder stilstaan.

Of, erger nog, die man die met zijn rug en één opgetrokken voet onbeweeglijk tegen een muur leunt terwijl de bassen door de zaal knallen en gillende gitaren de boel opzwepen. Zie je ’m staan? Kun je er donder op zeggen: die hoort bij mij.

Niet dat ik zelf een carrière als professioneel danser ben misgelopen, hoor. Maar als ik lekkere muziek hoor, dan móet ik bewegen.

Als tiener zat ik op dansles met mijn vriendin S. Elke week op de fiets – vanaf mijn zestiende op de brommer – naar Alkmaar om in de omgebouwde bovenwoning van Jack en Tiny Smit te stijldansen: een uur lang de quickstep, jive, Engelse en Weense wals, samba, tango, rumba, chachacha en de slow-fox oefenen.

De meiden droegen verplicht een rok en pumps, de jongens nette kleding. Jarenlang gedaan, zo heerlijk vond ik het. De meeste basisstappen die ik er leerde, ken ik nog steeds – en zelfs sommige variaties nog.

Om mij een groot plezier te doen, ging mijn lief twintig jaar geleden met mij en onze vrienden W. & S. op stijldansles. Heel romantisch, in een gymzaal in Almere, verlicht met waxinelichtjes, dus reuze-gezellig.

Daar bleek trouwens dat hij bést kon dansen, maar ook dat hij na elke les prompt alle geleerde stappen weer vergat. Onze danslessen werden een soort Groundhog Day – waarin een dag elke keer weer van voren af aan begint, net zolang totdat de hoofdpersoon de juiste beslissingen neemt.

Op een enkele bruiloft na, heb ik trouwens al twintig jaar geen gelegenheid gevonden om mijn danspassen af te stoffen. Maar als er niemand thuis is en ik een fijn liedje hoor, wil ik nog wel eens in mijn eentje een foxtrotje, jive of chachacha door de kamer doen.

Ook in de auto (ja, ik let wel op), achter mijn laptop tijdens het werk, en natuurlijk bij concerten en op feestjes begin ik vanzelf te bewegen zodra ik muziek hoor. En hoewel mijn lief die dansende vrouw zéker niet vervelend vindt, doet hij maar zelden een rondje mee.

Terwijl een dansende man zó sexy kan zijn. Denk maar aan Hugh Grant op het nummer Jump! in de film Love actually uit 2003. (OMG, is het alweer 20 jaar geleden?) Je zou toch terstond verliefd worden (en dat deden velen dan ook). Kijk dan!

Het werkt overigens niet altijd zo. Want naast de leuk dansende man is er ook de awkward dansende man, zo eentje waarvan je denkt: euhm... beter van niet.

Van de week stuitte ik op de video van Daniel Craig – jeweetwel: de enige James Bond met een duckface – voor een bekend wodkamerk. Aanvankelijk viel hij in de eerste categorie, want: kijk ’m gaan! Maar naarmate de video vordert, werd ik er toch een beetje ongemakkelijk van (overigens zijn de bloopers wél weer heel grappig).

Je moet áltijd dansen alsof er niemand kijkt, maar in sommige gevallen is het voor iedereen beter als niemand het ziet...

Je las een column van Libelle. Libelle.nl is dé website voor alles wat vrouwen willen weten, van persoonlijke verhalen tot handige lifehacks. Van entertainment tot koninklijk nieuws.

Columns
  • Getty Images