Toen Marisa merkte aan haar lichaam dat de overgang zich aandiende, gingen haar gedachten met haar aan de haal. Met déze drie mindfulness oefeningen, wist ze de stress weer onder bedwang te krijgen.
In februari ben ik vijftig geworden en nu begint het opeens door te dringen dat ik in de overgang kom. Een tijdje lang ben ik twee keer per maand ongesteld geworden (foutje, bedankt!), maar nu blijft het al langer dan een maand weg.
Ondanks dat er niets aan de hand is en ik nog steeds alles doe wat ik normaal ook deed, merk ik dat ik als een ware Miss Marple (nou okay, Lara Croft dan) naar signalen speur.
Heb ik misschien al opvliegers? Ben ik kortaf en knorrig zonder enige reden? Is deze rugpijn wel normaal? Ik hoor mezelf ook een tikje angstig aan oudere vriendinnen vragen of zij al door de overgang heen zijn en hoe zij dat hebben ervaren.
Hyperactieve gedachten
Gelukkig weet ik als mindfulness expert alles van de werking van mijn bovenkamer en het is me inmiddels wel duidelijk wat daar gaande is.
Omdat ik weet dat ik nu in de overgang ben, gaan mijn gedachten opeens razendsnel aan de slag met dit onbekende (en dus enge) gegeven: ‘Nu zal ik vast enorme opvliegers krijgen! Mijn vriendin Anouk is 65 en heeft er nog last van! Dadelijk krijg ik ook nog osteoporose! Dan komt het helemaal niet meer goed met me!’
Deze ondermijnende gedachtestroom raast elke dag ongehinderd door mijn hoofd en verkruimelt beetje bij beetje mijn zelfvertrouwen.
Dit ondanks het feit dat ik kerngezond ben en dat er sinds m’n vijftigste verjaardag helemaal niets veranderd is – behalve dat ik niet meer elke maand ongesteld word, waar ik alleen maar blij mee ben.
In de muil van de medische molen
Overgang of geen overgang: er is dus niets aan de hand en feitelijk ben ik sterker en gezonder dan ooit.
Maar mijn gedachten vinden het fijn om me angst aan te jagen met doemscenario’s over eeuwigdurende overgangsklachten, waarbij ik mezelf voor de rest van mijn leven zwetend in bed zie liggen en hulpeloos in de gretige muil van de medische molen zie verdwijnen.
Tijd voor mindfulness om mijn bovenkamer weer even flink op orde te brengen! En zo heb ik een paar eenvoudige oefeningen ontwikkeld waarbij ik, en jij, overgangs-stress goed onder controle kan krijgen.
1. Beweeg mee
Ons dinosaurus-brein ziet elke veranderingen als een bedreiging om ons te beschermen tegen levensgevaar. Maar is een opvlieger werkelijk een bedreiging? Nee, we weten immers dat het bij de overgang hoort en we weten ook dat we er niet dood aan zullen gaan.
Er zijn tal van veranderingen die tijdens de overgang kunnen optreden, maar deze gaan heus allemaal voorbij. Tenzij we ons er extreem druk over gaan maken, waardoor de van oorsprong fysieke klachten in emotionele klachten kunnen veranderen.
En dan zit je er misschien wel voor de rest van je leven aan vast. Niet doen dus. Fysieke veranderingen zijn niets om je zorgen over te maken. Het hoort erbij, net zoals je als kind je tanden wisselde en uit je kleren groeide. Daar ging je toen ook niet over lopen stressen. Doe dat nu ook niet.
Beweeg rustig mee met veranderingen die je opmerkt. Merk het op, onderken het, en ga dan gewoon verder waar je mee bezig was. Ga er niet je hoofd over breken, want daarmee maak je het veel belangrijker dan het waard is.
Geef je overgangsklachten de ruimte om in hun eigen tempo weg te trekken door je er niet emotioneel aan vast te klampen. Blijf gewoon goed voor jezelf zorgen, en weet dat dit allemaal maar tijdelijk is.
2. Versterk je focus
Hoe intelligent ons brein ook is, het heeft toch maar een beperkte concentratie-capaciteit. En dit is juist goed nieuws! Met het beoefenen van mindfulness maak je van dit mooie mechanisme gebruik.
Als je je niet enorm hoeft te concentreren – wanneer je een wandeling maakt, of de wasbak schoonmaakt, of in een saaie vergadering zit – merk je dat je allerlei gedachten krijgt die van de hak op de tak springen.
Vaak zijn dit niet zulke prettige gedachten, zoals ‘Ik heb elke dag ergens een pijntje, zo wordt het natuurlijk nooit meer wat met me! Als ik nu maar niet een opvlieger krijg, want dan sta ik me toch voor gek!’
Deze gedachten grijpen de kans als je brein in een soort rust-stand is en niet hard hoeft te werken. Als je dit onbewuste proces zomaar toelaat, neemt het aantal verontrustende gedachten snel toe waardoor de kans groot is dat je gaat stressen.
Het is zaak om regelmatig in te grijpen om nare, negatieve gedachten in te perken. Dit kun je eenvoudig doen door aandacht te geven aan alledaagse taken, zoals groenten schoonmaken voordat je gaat koken.
Oefening:
Normaal doe je dit op de automatische piloot waardoor drukke gedachten vrij spel hebben. Maar ga vandaag eens groenten snijden (of afwassen, of kleren strijken) met volledige focus op die taak.
Kijk hoe je handen de groente beetpakken, hoe je vingers het mes vasthouden, hoe je pols zich draait. Hoe voelt de structuur van sla of wortelen aan je huid?
Merk op hoe je arm zich spant om de gesneden groenten van de snijplank in de slakom te schuiven en hoe je schouders en nek meebewegen. Houd de aandacht het hele klusje lang vast.
Zodra gedachten zich opdringen, merk dat dan rustig op maar ga niet mee in die gedachten. Je denkt slechts; ‘Hee, daar heb je die gedachten weer.’ Daarna richt je aandacht opnieuw op het snijden.
3. Wees van waarde voor anderen
Als je je zorgen maakt over veranderingen in je lichaam, maak je je wereldje telkens een stukje kleiner en benauwder.
Je leest over al die pijntjes die je voelt, je speurt het internet af op zoek naar pillen en poeders om de overgang ‘te ondersteunen’, en je klaagt tegen je huisarts dat je niet lekker in je vel zit.
Langzamerhand draait alles in je leven nog om opvliegers, benauwdheid en rugpijn. Al is het verleidelijk om elke nieuwe klacht je onuitputtelijke aandacht te geven, dit is niet de juiste manier om met de overgang om te gaan.
Niet alleen zak je zo weg in zelfmedelijden, maar ook word je een lastpak voor je gezin en vrienden, met alleen maar stress als gevolg. Dit is een proces wat je met alle kracht tegen moet werken. Hoe? Door je op het welzijn van anderen te richten.
Hiermee bedoel ik niet dat je het vuur uit de sloffen moet lopen voor elk dingetje waar je kinderen of vriendinnen mee zitten. Ik bedoel dat je je afvraagt waar je anderen graag mee zou willen helpen, zodat zij zich beter voelen.
Het mooie is namelijk dat als jij van waarde bent voor anderen, dit jou afleidt van je eigen klachten en het je bovendien een goed gevoel over jezelf geeft.
Misschien wil je kleintjes helpen door hen voor te lezen op de basisschool? Het park om de hoek schoonhouden door plastic afval weg te ruimen? Voor asielhonden zorgen zodat ze een betere kans hebben om geadopteerd te worden?
Houd het klein en houd het dicht bij huis. Je hoeft niet opeens een Moeder Theresa te zijn en de wereld te veranderen. Maar stap uit het geklaag over overgangsklachten en trek erop uit om een ander te helpen – op een manier die jou voldoening schenkt.
Zo verbreed je je horizon en zie je hoeveel je anderen te bieden hebt.
Een nieuwe fase
Als het op de overgang aankomt, moet je je goed realiseren dat niet je leeftijd bepaalt wanneer je in de bloei van je leven bent, maar dat jij dat zelf bepaalt.
Ga je zielig in een hoekje zitten klagen dat je gouden jaren voorbij zijn, of ga je aan de slag om met opgeheven hoofd een nieuwe fase van je leven te betreden?
Ik weet inmiddels wel wat mijn keuze zal zijn.
Over Marisa
Marisa Garau (50) helpt anderen om een ontspannen en gebalanceerd leven te creëren met behulp van mindfulness. “Ik runde mijn eigen reclamebureau in Amsterdam maar leed enorm onder stress en depressie. Totdat ik mindfulness ontdekte; daarna is mijn hele leven veranderd.
Ik ben mindfulness-teacher geworden en heb twee bestsellers over mindfulness geschreven. Mijn man Arjan en ik zijn naar Nieuw-Zeeland verhuisd en samen produceren we onze eigen Cames Cottage olijfolie.
Als je ook op zoek bent naar minder stress en meer levensplezier, lees dan alles over mijn mindfulness-aanpak zonder zweverigheid in mijn artikel over mindfulness en stress.”